Als je elke dag een nijlpaard ziet, kijk je er dan nog van op? Went de lengte van de nek van een giraf? En gaan leeuwen ooit vervelen? Als je Wildcard: Tanzania bekijkt, is het antwoord op deze vragen negatief. De eerste blik op een olifant is gelijk aan de tiende is gelijk aan de zoveelste. Een olifant is een olifant en blijft altijd indrukwekkend. Dat is wat de ranger van het Ruaha National Park aan Ramsey Nasr vertelt en dat is ook hoe Nasr het aanvoelt. De natuur waarop hij in Tanzania stoot, is zo onmetelijk en overdonderend dat het voor een mens wel eens te veel wordt. Iemand roept: ‘Kijk daar, een nijlpaard.’ Jij denkt: ‘Neen, ik wilde net mijn tanden poetsen, want dat is alweer een paar dagen geleden.’ Maar voor een nijlpaard laat je alles vallen. Een nijlpaard komt voor de dagtaak. Voor de koopkracht. En voor de seks? Dat is moeilijk. Het verschil tussen een bioloog en een gewone mens is dat een bioloog hierover twijfelt.
Over seks gaat het in Wildcard: Tanzania zeer weinig. Of toch weinig over de concrete daad. Het gaat wel over dingen die qua ervaring in de buurt van seks komen. De gedrevenheid en de concentratie waarmee de biologen in spe zich van hun voor de rest van de mensheid moeilijk te begrijpen oefeningen kwijten, is door niets anders te verklaren dan door verliefdheid. Er moet liefde in het spel zijn om zo wars van ieder economisch principe te willen weten hoe snel het lichaam van een libel opwarmt en welke hagedis het eerst het parcours volbrengt. ‘Waarom doe je dit eigenlijk’, vraagt de poëet vermomd als journalist aan de bioloog. ‘Alleszins niet om de wereld te redden.’ ‘Moet wetenschap nuttig zijn?’, kaatst de begeleider de bal terug. Ik weet niet hoe het met u zit, maar dat zijn vragen waarvan ik houd. Het zijn vragen die niet naar een antwoord smachten. Het zijn vragen die je als keien over een meer kan ketsen, tot ze in een rimpeling verdwijnen en er enkel een stilte blijft. Ook aan een van de rangers vraagt Nasr, schijnbaar nonchalant, wat hem drijft. In diens antwoord duikt opnieuw ‘de liefde’ op, maar ook het woord ‘ duty‘ en zelfs ‘de mensheid’.
Wildcard: Tanzania is een programma dat niet op de luchtbel van een ego drijft, maar deint op de golven van verwondering die Nasr en de groep biologen in spe overspoelen. ‘Dit is het dus, het landschap van de eerste mens’, mompelt Nasr als de camera een kaal landschap toont, met een uitdrogende rivierbedding en enkele verspreide baobabs. Uit de mond van de doorsnee deelnemer van Expeditie Robinson of Stanley’s Route zou dit erg pathetisch, goedkoop, en ja zelfs wat onecht klinken, maar een dichter komt ermee weg. Is het omdat Ramsey Nasr in Wildcard: Tanzania geen moeite doet om te beweren dat hij ondanks alles zichzelf blijft, maar gewoon zichzelf is? Met de ogen van de dichter bekijkt hij de mensen die als biologen denken, zien en handelen. Samen kijken ze naar de dieren rondom hen. Er is geen cynisme, geen sarcasme, geen ironie die er niet toe doet. Het busje mensen is werkelijk enthousiast bij het zien van een nijlpaardenspoor en Nasr weet oprecht niet wat gezegd bij het rottende lijk van een giraf. Hij zakt weg in het nepleer van zijn stoel en zwijgt. Het fijne aan Wildcard: Tanzania is dat alles zo weinig bedacht, voorbereid en gerepeteerd lijkt. Het woord ‘echt’ huppelt op het puntje van mijn tong. Echte echtheid en niet het soort waarop de Het leven zoals het is-derivaten een patent hebben. En dat kan enkel een verademing zijn.
Tine Hens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier