‘WIJ WILLEN IETS NÍÉUWS MAKEN. VOORWAARTS!’BadBad NotGood
Sommigen zien het met lede ogen aan, maar jazz, hiphop en r&b blijven elkaar verrijken. Een van de medestichters van dat bondgenootschap is het Canadese kwartet BadBadNotGood, binnenkort op bezoek in de AB.
In 2011, op hun eerste album BBNG, coverden ze rappers als Ol’ Dirty Bastard, Nas en Gang Starr, op BBNG2 (2012) kregen onder meer Kanye West en Earl Sweatshirt een instrumentale spoeling. De voorbije jaren zagen ze die hommages beloond door liefdesbetuigingen van Tyler, The Creator, en door in de rug van Frank Ocean (op het podium), Danny Brown en Ghostface Killah (op het album Sour Soul, 2015) op te duiken.
Hoe komt het dat zo veel jonge jazzmuzikanten ook grote hiphopliefhebbers zijn?
CHESTER HANSEN (BAS): In ons geval: hiphop is de muziek waarmee we opgegroeid zijn, jazz is de muziek die ons aan de academie heeft samengebracht. Soms is één plus één gelijk aan één. (lacht)
ALEXANDER SOWINSKI (DRUMS): En we kunnen dit niet genoeg herhalen: we zien onszelf niet als een jazzgroep. Jazz is een geweldige manier, een middel eigenlijk, om muziek te benaderen, maar ook een traditie. Nogal wat mensen vinden het van geen respect getuigen wanneer je die traditie niet netjes volgt.
Maken jullie dan een knieval voor de traditionalisten?
SOWINSKI: Bijlange niet, maar we zullen nooit ofte nimmer een ’traditionele’ jazzplaat maken – we zijn zowat het tegendeel van traditionalisten. Die tijdloze jazz standards blijven een inspiratie, hoor. Ik luister nog steeds graag naar Eric Dolphy, John Coltrane, Tony Williams, Wayne Shorter en alle groten. Maar wij willen iets níéuws maken, voorwaarts!
Kamasi Washington zei iets dergelijks daarover, in dit blad: ‘Muziek moet zoals het leven zijn, moving forward. Als iets niet veranderd, is het dood.’
HANSEN: Wat Kamasi doet, is dan ook een mooi voorbeeld. Zijn eigen album is vrij traditioneel, als je een driedubbel album met een koor ’traditioneel’ kunt noemen, maar hij werkte ook met Kendrick Lamar en Snoop Dogg. Tijdens zijn show op het voorbije Coachella festival stonden er 25 muzikanten op het podium, onder wie producer Battlecat, een dj-veteraan van de West Coast-hiphop. En ook hij deed solo’s! (lacht) Echt, die show was next level.
Jullie eerder dit jaar verschenen album IV is het eerste met gastvocalisten, onder wie Samuel T. Herring van Future Islands en rapper Mick Jenkins. Stappen zulke mensen op jullie af, of omgekeerd?
HANSEN: Voor Future Islands hebben we twee jaar geleden een remix gemaakt (voor de single Seasons, nvdr), en de afspraak was dat Samuel in ruil een tekst zou schrijven en een nummer zou zingen. Je zou gek moeten zijn om zo’n krachtige stem, met zo veel diepgang, niet eventjes te lenen! Mick leerden we kennen tijdens een sessie voor Red Bull Select, en als hij in Canada moet optreden, springt hij steevast binnen bij ons in de studio.
Ik vind zijn single Drowning, waarop jullie meespelen, tot nu toe een van de tracks van het jaar.
SOWINSKI: Bedankt, al is dat uiteraard een pluim op de hoed van Mick zelf. Hij is niet alleen een heel goede rapper en tekstschrijver, maar ook een bijzonder straffe zanger. Van dat kaliber lopen er niet veel rond. Ik kan hem eigenlijk enkel met André 3000 van Outkast vergelijken, en dat wil wat zeggen.
Jullie zijn ook dik met Frank Ocean. Hoe hoog schat je hem in?
HANSEN: Hij is een van de beste songschrijvers die ik ken en een van mijn meest favoriete artiesten ooit, zonder overdrijven. Luister nog eens naar Channel Orange. Niets op dat album klinkt gedateerd, in vergelijking met gelijkaardige muziek die rond dezelfde tijd is verschenen. Zijn brein is op een heel moderne manier geprogrammeerd, en zijn aandacht voor detail is ongelooflijk.
Duurde het daarom zo lang tot zijn album Blonde verscheen?
HANSEN: Frank neemt gewoon zijn tijd, denk ik. Toen we met hem repeteerden voor zijn eerste grote tournee hebben we een glimp van zijn creatieve proces opgevangen, en geloof me: wat hij tot nu toe heeft laten horen, is nog maar het topje van de ijsberg.
‘No one over the age of 21 was involved in the making of this album’ stond in de liner notes van jullie tweede album. Discrimineren jullie vier jaar later nog steeds op leeftijd?
SOWINSKI: (lacht) Dat zinnetje was voornamelijk bedoeld als een opsteker en inspiratie voor andere jonge muzikanten. ‘Doe gewoon! Het is oké om te leren, wees niet bang om fouten te maken.’ Het was zeker niet arrogant bedoeld. Meer zelfs, nu zouden we zeggen: ‘Heb geen schrik van dertigers!’ (lacht)
Inderdaad, want Ghostface Killah is de 40 reeds voorbij, Danny Brown is ook al 35, en op IV speelt saxofonist Colin Stetson mee, ook niet meer van de jongsten. Netjes, trouwens, een saxofonist uitnodigen, nu jullie met het nieuwe vierde lid, Leland Whitty, er zelf een in huis hebben.
SOWINSKI: Colin staat al jarenlang bovenaan onze wish list, maar we durfden hem nu pas de vraag te stellen. Hij reed zelf van Vermont naar onze studio in Toronto, in een stationwagen met vijf saxofoons op de achterbank. (lacht)
HANSEN: Indrukwekkende persoonlijkheid, hoor, hij deed iedereen in de studio héél klein voelen. Maar we hebben het goedgemaakt bij Leland door een van de tracks op IV naar hem te noemen: Chompy’s Paradise.
Chompy?
HANSEN: Lelands hiphopalias op de middelbare school was Chompy Lee, en als we de geruchten mogen geloven, was hij een behoorlijk goede rapper.
SOWINSKI: Geruchten die we vooral via Leland zelf te horen krijgen, welteverstaan. (lacht)
BADBADNOTGOOD
Op 3/11 in AB, Brussel. Tickets en info: abconcerts.be
door Jonas Boel
‘Wat Frank Ocean tot nu toe heeft laten horen, is maar het topje van de ijsberg.’
Chester Hansen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier