‘Wij willen arena’s vullen.’
Dubsteppers Benga, Skream en Artwork smelten samen tot Magnetic Man, géén familie van de X-Men, maar wel de eerste supergroep van het genre. Met hun eerste album komen ze meteen aan de grote poort van de popmuziek aankloppen. ‘Volgend jaar staan we op het hoofdpodium van Pukkelpop – we hebben iets goed te maken.’
Elvis Presley in de Sun Studio, The Beatles in The Cavern Club, housemuziek in The Warehouse: een muzikale omwenteling moet érgens beginnen. In het geval van dubstep is dat Big Apple Records, een platenwinkel in de Londense buitenwijk Croydon. Tussen de blinkende vinylschijven en mixtapes tastten genrepioniers als Skream en Benga er tien jaar geleden de grenzen van techno, UK garage en drum-‘n-bass af en schiepen ze al doende een geheel nieuw genre. In een kamertje boven de shop overzag hun mentor Arthur Smith – aka Artwork – vanuit z’n studio het hele gebeuren.
Arthur Smith: ‘Ik houd niet van het woord mentor. Op muzikaal vlak had ik Benga en Skream niets bij te leren. Ze konden bij mij terecht met technische vragen, maar daarna ging het in rechte lijn naar hun eigen slaapkamer om er de hele nacht lang beats te programmeren. Big Apple Records was meer dan een platenwinkel: het was als een clubhuis voor lokale producers en dj’s. Echt geschift dat zowat alle grote namen uit de hedendaagse dubstepscene er over de vloer kwamen: Hatcha kocht de platen in, en onder meer Digital Mystikz, N-Type en Plastician behoorden tot het vaste cliënteel. Er bestond toen niet eens een naam voor de muziek die we maakten.’
Met je 36 jaar ben jij de oudste van de drie, en voor dubstep de kop opstak, was je al een gevierd technoproducer. Vanwaar de overstap?
Smith: Het is niet alsof ik op een dag mijn lidkaart van de technoclub ingeruild heb. (Lacht) Het is geleidelijk gegroeid, net zoals dubstep zelf. Ik heb altijd naar Jamaicaanse dub geluisterd en van de techno die ik maakte, was sowieso een hoek af. Dubstep is heel organisch ontstaan. Eerst was er 2-step, een snellere, vuiler klinkende variant van housemuziek eigen aan Engeland. Daaruit ontstond grime, met een meer minimalistische sound waarbij mc’s ruimte kregen om over de muziek te babbelen – denk aan de eerste platen van Dizzee Rascal. Vervolgens werd dubstep gelanceerd, doordat illegale piratenzenders de donkerste, meest dubby remixes van 2-steptracks speelden. En dan valt er ook nog iets te zeggen over het aparte gebruik van de snare drum en de ruimte tussen de maten, maar dan wordt het voor een leek té ingewikkeld. Sorry! (Lacht)
Toen jullie eerste, trance-achtige single ‘I Need Air’ verscheen, ging de helft van de dubstepscene haast overstag. ‘Uitverkoop!’, klonk het bij de puristen.
Smith: Daar zeg je het: puristen. Dubstep is een jong genre, en bij elke nieuwe muzikale stroming hoort een nieuwe manier van hokjesdenken. Sommige mierenneukers zouden liever zien dat dubstep veroordeeld blijft tot donkere, broeierige kelders vol humeurige hooligans. Jammer, maar wij dus niet. We zien het groots – we willen arena’s vullen. Het is simpel: we spelen tegenwoordig voor een veel groter publiek, dus klinken onze tunes ook groter. Luister maar naar mixtapes van 2004, toen maakten Skream en Benga al groots klinkende bangers, alleen zijn ze nu beter geproducet. (Grijnst) Op onze plaat staan naast poppy momenten ook enkele instrumentale beukers, niemand moet zeggen dat we onze roots verloochenen. Onlangs stond Skream rockmuziek te draaien voor een zogezegd dubsteppubliek en iedereen ging uit zijn dak. Ook dát is dubstep: zonder oogkleppen risico’s durven te nemen en continu vernieuwen.
Jullie zijn getekend op Columbia, een zusterlabel van entertainmentreus Sony. Stond er iemand van de platenfirma mee te kijken tijdens de opnames van het album?
Smith: De plaat is bijna integraal opgenomen in een landhuis op het platteland, daar laten die vervelende kereltjes je wel met rust. (Lacht) We zijn getekend op basis van onze liveshow, ze weten bij Columbia maar al te goed dat hun centen goed besteed worden.
Voor die liveshow lieten jullie een futuristische kubus bouwen, maar op Pukkelpop leverde die niet het beloofde spektakel op.
Smith: Een ramp was het. De kubus waarin we zitten, heeft superveel poen gekost, en daarbovenop hadden we voor Pukkelpop een dure lorrie laten bouwen om heel dat gevaarte veilig te transporteren. Maar wat bleek? Eén van de op maat gemaakte kabels was kapot en daardoor werkte het lichtsysteem niet. Een kabeltje van vijf pond, hoe stom.
Volgend jaar een herkansing?
Smith: Als het aan ons ligt, graag! En op het hoofdpodium deze keer – we hebben iets goed te maken. Was je er ook bij het jaar voordien, in dat kleine tentje? Ongetwijfeld een van de meest geschifte shows die we ooit gespeeld hebben. De tent stond letterlijk op barsten. Dubstep doet het goed in jullie land. Altijd al geweten dat er in België niet enkel charismaloze bankbedienden rondlopen. (Lacht)
Jullie slepen een stevige feestreputatie mee. Nog nooit ongelukjes gehad in die kubus vol hightechelektronica?
Smith: Ho maar! Die reputatie is vooral voor de rekening van Benga – al is hij de laatste tijd een béétje kalmer geworden. Hij maakt er wel nog een sport van om pas nét voor we het podium op moeten de kleedkamer binnen te stormen. Dan drinken we snel enkele shots wodka en is het partytime.
En daarna?
Smith: Kruip ik in mijn bed. Wat de andere twee uitvreten, kun je uitgebreid op Twitter volgen. (Lacht)
Big Apple Records is niet meer, net als vele andere platenwinkels die de boeken sluiten.
Smith: Een spijtige zaak. Die unieke dynamiek, die clash van verschillende soorten muziek en persoonlijkheden kun je nergens nabootsen. Het internet heeft voor de muziek veel voordelen, maar geef mij liever een frisse pint in de pub dan een chatsessie thuis. Op Facebook kun je geen band oprichten.
Magnetic Man
Uit bij Sony. Lees de bespreking op blz. 40.
Magnetic Man Live
I Love Techno, 13/11, Flanders Expo, Gent.
Door Jonas Boel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier