Even voorstellen: Nid & Sancy, twee hipper dan hippe elektronicapunkers uit Gent die met hun debuut in Engeland meteen tot ‘coolest band of the year’ werden gebombardeerd. Benieuwd welke superlatieven onze collega’s voor hun tweede album zullen verzinnen. door Ben Van Alboom
‘TALK TO THE MACHINE’ UIT OP 24/1 BIJ LOWLANDS. IN CONCERT 22/1 MODFEST, MUZIEKODROOM EN 27/1 BALZAAL, VOORUIT.
Voor bootleggers, fans van onze rubriek ‘Nightlife’ en andere hipcats zijn Nid & Sancy lang geen onbekenden meer. Een uitstekende debuutplaat vol hilarische mash-ups, optredens op Petrol en Pukkelpop, voorprogramma’s voor Soulwax en de Scissor Sisters, een clubtournee door Engeland. Het Gentse koppel spaarde zich de voorbije jaren kosten nog moeite om naar onze aandacht te dingen, en slaagt daar nu nog maar eens in met hun hoogst aanstekelijke nieuwe album Talk To The Machine.
Nid & Sancy – Bart Demey en Tania Gallagher voor hun moeders – werden ontdekt door Studio Brussel-presentator Luc Janssen toen ze nog als Galacticamendum door het leven gingen. Ze bezorgden het Studio Brussel-icoon wekelijks een nieuwe elektronicahybride, die hij dan telkens ‘met orenschijnlijk genot’ aan zijn playlist voor Krapuul de Lux toevoegde. Janssen had, net als de rest van de wereld, maandenlang het raden naar de ware identiteit van het tweetal, maar hij zette hen vier jaar geleden toch op de affiche van zijn Château Krapuul op Pukkelpop. Blinde paniek was het resultaat, want het duo had zich tot dan toe beperkt tot studiowerk en beschikte niet over de nodige apparatuur om live te spelen. ‘We hebben toen in sneltreinvaart flink wat spullen moeten kopen’, herinnert Gallagher zich. ‘Gewoon wat op onze laptop staan tokkelen was geen optie: we wilden live meteen voor het nodige vuurwerk zorgen.’ Pukkelpop deed wat het moest doen en zette Galacticamendum meteen op de kaart. Demey en Galagher toerden door de Lage Landen met een energieke live-act vol elektronische punk, stampten hun eigen platenlabel Digital Piss Factory uit de grond en werden zelfs gevraagd om Squarepusher te vervangen op de dancehoogmis Ten Days Off. ‘Na het optreden kwam een dronken Rus me om een handtekening vragen’, lacht Gallagher. ‘Hij stopte me een plaat van Squarepusher in de handen en verontschuldigde zich voor het feit dat hij niet wist dat Squarepusher een meisje was!’
Demey en Gallagher doopten zich tijdelijk om tot Nid & Sancy en specialiseerden zich in de edele kunst van de mash-ups, die eerder ook al de broertjes Dewaele wereldberoemd had gemaakt. Nid & Sancy plakten Missy Elliott over U2, maakten een fijn brouwsel van Yello, Suicide en Nas, gooiden Beastie Boys, Basement Jaxx en Korupt samen in de blender, zetten de hele handel als bootleg op het internet en werden door niemand minder dan Zoe Ball – Madame Fatboy Slim en de populairste radiopresentatrice van Groot-Brittannië – uitgeroepen tot the coolest band of the year. Een album kon niet op zich laten wachten, en Never Mind the Bootlegs, Here’s Sex with Nid & Sancy lag nog geen drie dagen later in de platenbakken. Niet lang daarna sloeg het noodlot toe. Tijdens een clubtournee in Groot-Brittannië werd de tourbus van Nid & Sancy leeggeroofd, en weg was hun geluidsmateriaal. Demey & Gallagher bleven echter niet bij de pakken zitten, maakten de muziek voor het theaterfeuilleton Poes Poes Poes en brachten onder hun oude schuilnaam Galacticamendum een nieuw album uit, Medic Royale. De eerste single You Come Back to Back werd in de dance-show The Breezeblock op BBC Radio 1 meteen tot single van de week gebombardeerd en in geen tijd zat het duo weer back on track. Twee jaar later zit Galacticamendum opnieuw in het vriesvak en zijn Nid & Sancy terug met een tweede album, Talk to the Machine, een geweldige verzameling gevaarlijk ruige maar tegelijk behoorlijk naïeve elektronica met – zoals dat heet – a fucked up twist.
‘Talk to the Machine’ klinkt totaal anders dan ‘Never Mind The Bootlegs’. Alsof jullie samen met Galacticamendum ook de oude Nid & Sancy hebben opgeborgen.
Bart Demey: Mja, maar altijd hetzelfde doen steekt op den duur tegen, hé? Met Galacticamendum maakten we pure elektronica terwijl we met Nid & Sancy meer richtingen uit kunnen. Het is ook een stuk makkelijker om er onze muzikale invloeden in te verwerken. Met mijn favoriete plaat Flowers of Romance van Public Image Ltd. kon ik bij Galacticamendum bijvoorbeeld nooit iets doen; bij Nid & Sancy gaat dat wél.
Tania Gallagher: Galacticamendum zit trouwens niet echt in de ijskast, het is gewoon de verzamelnaam geworden voor alle dingen waarmee we bezig zijn, waaronder Nid & Sancy. Als groepsnaam klinkt Nid & Sancy gewoon beter: een stuk meer catchy.
Demey: Nadat onze tourbus leeggeroofd was, was die naam ook het enige wat we nog hadden. Werkelijk alles was weg. Zelfs onze back-ups, die we mee hadden omdat we het optreden voordien wat problemen hadden gehad met onze samples. Toen we weer thuiskwamen, hadden we nog welgeteld één computer. (lacht)
Intussen kunnen jullie er blijkbaar weer om lachen.
Demey: Dat konden we al van bij het begin, hoor, zelfs toen we met plastic zakken voor onze kapotte ruiten naar België moesten terugkeren. Op weg naar de ferry hoorden we op de radio plots één van onze eigen nummers. Geef toe: dat is toch gewoon zo absurd dat het ontzettend grappig wordt?
Gallagher: Die diefstal was ook een zegen. Onze geluidsbibliotheek was weg zodat we verplicht werden om onze tweede plaat helemaal anders aan te pakken. Financieel was het wel klote omdat we overal geld moesten lenen voor nieuwe instrumenten. Uiteindelijk hebben we van de nood een deugd gemaakt en gewoon veel meer analoge synthesizers gebruikt dan samples.
Demey: Nen dikke merci dus aan de mannen die met ons gerief zijn gaan lopen! Dankzij jullie klinkt Nid & Sancy nu compleet anders dan, euh, Nid & Sancy. (lacht)
Hoe kwamen jullie eigenlijk op die naam?
Gallagher: Op Pukkelpop hadden een paar journalisten ons omschreven als de Sid & Nancy van de elektronische muziek (naar het roemruchte punkkoppel Sid Vicious en Nancy Spungen; nvdr.) Een tijd later gingen we een week in het Chelsea Hotel in New York logeren om er geluiden op te nemen voor een theaterproductie van Günther Lesage. Toen we wat informatie gingen opzoeken over de geschiedenis van het hotel, kwamen we er natuurlijk achter dat Sid Vicious er zijn vriendin had vermoord.
Demey: Intussen is het Chelsea Hotel een beetje een vergane glorie maar dat vonden wij net fantastisch. Als je ’s nachts in bed ligt, hoor je er de verwarming nog. Je ziet er ook de meest maffe mensen: oude punks, nieuwe punks, ouwe meetjes met tatoeages. De hype leeft daar nog altijd. De kamer waar Nancy Spungen vermoord is, hebben ze intussen wel afgebroken. Blijkbaar was het niet genoeg om alleen het nummer van de deur te verwijderen om toeristen af te schrikken.
Gallagher: Enfin, om maar te zeggen dat we Nid & Sancy dus wel een fijne naam vonden. (lacht)
Demey: Na een tijd beginnen groepsnamen hun eigen leven te leiden. Denk maar aan een idiote groepsnaam als Queen: daar zoekt niemand nu nog een dubbele bodem achter. Met Nid & Sancy zal dat na verloop van tijd ook wel zo zijn. Voor ons is de grap er in elk geval al wat af: tegenwoordig vinden we het gewoon goed klinken.
Proberen jullie toch niet een béétje de lachers op de hand te krijgen? Grappige groepsnaam, hilarische mash-ups, prettig gestoorde songtitels à la ‘Anorak Nervosa’.
Demey: (gepikeerd) Nid & Sancy is veel meer dan een gimmick: wij zijn er heel serieus mee bezig. Je zou ons kunnen vergelijken met Nouvelle Vague (twee Franse producers die vorig jaar verbaasden met een plaat vol bossabewerkingen van new age-klassiekers; nvdr.) Heel hun concept schreeuwt dat het om een grap gaat maar zelf nemen ze hun muziek echt wel ter harte. Tegenwoordig moet alles ironisch zijn. Iedereen lacht met iedereen, en liefst van al met zichzelf, maar ik heb echt schijt aan al die valse vrolijkheid. Waarom zou je een prettig gestoorde bootleg niet au sérieux mogen nemen? Punk was in het begin toch ook niet meer dan drie gasten die op een gitaar twee akkoorden stonden te rammen. Hoe simpel, dom of zelfs lachwekkend sommigen bootlegs ook mogen vinden, het wérkt en levert vaak verrassende resultaten op.
‘Anorak Nervosa’ gaat over Karen Carpenter. Jullie hebben wel iets met tragische muzieklegenden.
Demey: Klopt. (glimlacht) Wij hebben thuis een gigantische collectie biografieën liggen. Toen we Anorak Nervosa schreven, was Tania de Carpenters-biografie van Ray Coleman aan het lezen, vandaar. Zij is trouwens een bizarre persoonlijkheid: verschrikkelijk getalenteerd, maar tegelijk zo onzeker en zo obsessief met haar uiterlijk bezig. Als je dat weet, klinken al haar idyllische popmelodietjes plots erg spookachtig.
Ik vroeg me al af wie die slecht geschreven biografieën in de bestsellerslijsten deed belanden.
Demey: (enthousiast) Dat zijn wij dus! Fictie heeft me nooit echt kunnen boeien. Ik begrijp niet wat er zo interessant is aan de verzinsels van iemand anders. Er zijn bovendien hopen biografieën over mensen die nooit iconen zijn geworden. Be My Baby van Ronnie Spector bijvoorbeeld: schitterend levensverhaal, minstens even sterk als dat van haar man (Phil Spector, de excentrieke producer van onder anderen The Beatles die beschuldigd wordt van de moord op cult-actrice Lana Clarkson; nvdr.) Of Mr. Nice van Howard Marks, ooit de grootste Britse drugssmokkelaar, of L’instinct de Mort van Jacques Mesrine, een van de gevaarlijkste Franse gangsters aller tijden.
Gallagher: Ik ben nu bezig in Take It Like a Man, de autobiografie van Boy George. Ook een absolute aanrader: er staan massa’s grappige anekdotes in en hij spaart echt niemand – heel bitchy. Toen we nog in Londen woonden, hebben we ooit eens twee uur voor zijn huis in Hampstead Heath staan wachten omdat de flikken er een wielklem op onze auto hadden gezet. Plots kwamen er allerlei lelijke en slecht geklede mensen buiten. Bleek dat zijn zus die dag trouwde, in het meest wansmakelijke roze kleed dat ik ooit heb gezien. Zijn huis was ook apart: nogal gotisch. (lacht)
Al eens aan een biografie van Luc Janssen gedacht?
Demey: Ik zou er meteen aan beginnen!
Gallagher: Weet je trouwens dat het maanden heeft geduurd voor Luc Janssen wist wie wij waren? Op een bepaald moment zei hij op de radio zelfs dat Raymond van het Groenewoud er godverdomme maar beter niet achter kon zitten. Hij was zichtbaar opgelucht toen hij ons uiteindelijk te zien kreeg.
Ben Van Alboom
‘Nid & Sancy klinkt gewoon goed. Achter een idiote naam als Queen zoek je toch ook geen dubbele bodem meer?’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier