Met The Untouchables, This Boy’s Life en Heat kunnensteracteur Robert De Niro en topproducer Art Linsonop een roemrijk gezamenlijk verleden terugblikken.Aan dat lijstje kan nu What Just Happened worden toegevoegd, een bijtende Tinseltownsatire met De Niro als Linsons getormenteerde alter ego. ‘In Hollywood moet iedereenzijn broek wel eens afsteken.’
De eighties waren producer Art Linson gunstig gezind. Hij was het brein achter Fast Timesat Ridgemont High, de hilarische high school-klassieker waarin het talent van Sean Penn voor het eerst werd geëtaleerd, en fungeerde als katalysator van The Untouchables en Casualties of War, Brian De Palma’s onvergetelijke variaties op de gangster- en de Vietnamfilm.
In de jaren 90 keerde het tij. The Edge, Great Expectations, Pushing Tin en Fight Club leden stuk voor stuk onder problematische (post)productieperiodes. Bovendien werden ze uitgespuwd door de critici en het publiek. Linson besloot zijn frustraties van zich af te schrijven. Het resultaat, What Just Happened? Bitter Hollywood Tales from the Front Line, groeide uit tot een bestseller.
‘Het is een fantastisch boek’, vertelt Robert De Niro wanneer hij en Linson zich neervlijen in de tuin van het chique Hôtel du Cap in de buurt van Cannes. ‘Art durfde het aan om de donkere kantjes van Hollywood bloot te leggen. Soms bijt hij cynisch van zich af, maar meestal hanteert hij een zalvend gevoel voor humor. Toen ik het uit had, opperde ik onmiddellijk dat hij het tot een scenario moest herwerken. Enkele weken later ontdekte ik tot mijn grote verbazing dat hij naar me geluisterd had.’
In de melancholisch-komische filmbewerking speelt De Niro een gefictionaliseerde versie van Linson, een Hollywoodproducer op retour die voortdurend met manische regisseurs, bebaarde acteurs, knettergekke agenten, fascistoïde studiobonzen en zijn ‘overspelige’ ex-vrouw in de clinch ligt. ‘Let wel: het is geen ‘Ballade voor de arme producer’ geworden’, zegt Linson. ‘Heel Tinseltown wordt in zijn hemd gezet. We maken immers allemaal deel uit van dezelfde mallemolen.’
Het valt op dat de film een stuk braver is dan het boek.Hollywoodspelers worden niet bij naam genoemd en de toon is een stuk humoristischer.
Art Linson: Het was inderdaad makkelijk geweest om het verhaal tot een bloedernstig drama om te vormen. Die piste leek me echter net iets te navelstaarderig.
Robert De Niro: We wilden het publiek een amusant kijkje achter de schermen van de filmindustrie gunnen. Als we het onderwerp – lees: onszelf – te ernstig hadden genomen, had de kijker ons ongetwijfeld als onuitstaanbare blaaskakenafgedaan.
Lijkt de filmversie van Art op de echte Linson?
De Niro: De protagonist bestaat uit een vleugje Art, een snuifje Barry ( Levinson, de regisseur; nvdr. ) en een beetje van mezelf. We hebben alle drie al heel wat Hollywoodavonturen achter de rug. Het filmwereldje heeft geen geheimen meer voor ons.
Jullie twee werken al sinds de jaren 80 samen. Wat is jullie geheim?
De Niro: In tegenstelling tot al de nitwits die dezer dagen een ‘ producer’s credit‘ eisen – managers van acteurs, liefjes van studiobonzen, noem maar op – is Art ‘ the real deal‘. Hij staat écht aan de basis van een filmproject. Hij laat scenaristen zijn ideeën uitwerken, spreekt regisseurs en acteurs aan en ontfermt zich over tijdschema’s, budgetten en locaties.
Linson: Onlangs zag ik een filmgeneriek met maar liefst zeventien producers. Zelfs de cast was kleiner! (Lacht) Maar goed, ik denk dat we van de vraag zijn afgeweken. Bob en ik geven om het eindresultaat, dat lijkt in het Hollywood van vandaag meer uitzondering dan regel. Veel jonge producers hebben de uiteindelijke bioscoopversie van hun recentste films zelfs niet gezien.
Stellen jullie de situatie in Hollywood niet onwereldser voor dan ze is?
Linson: Alles wat je in de film ziet, is me op een of andere manier overkomen. Natuurlijk heb ik situaties verdraaid en namen veranderd om onschuldigen te beschermen. (Lacht)
De Niro: Laat één ding duidelijk zijn: de feiten overtreffen altijd de fictie – zelfs in deze film. Art en ik hebben allebei al meermaals samengewerkt met figuren wiens gedrag je explosief, bizar of gestoord kan noemen. En dan druk ik het nog zacht uit! (Lacht)
Worden jullie het geworstel met aldie egotrippers nooit moe?
De Niro: Als je met getalenteerde mensen samenwerkt, is de kans groot dat hun ego op een of ander moment zal opspelen. Daar is niets mis mee. Op een bepaalde manier is dat zelfs gezond. Het zorgt ervoor dat je zonder gêne het beste van jezelf durft te geven. Begrijp me niet verkeerd: ik heb net zoals jij een rothekel aan verwaande diva’s die altijd in het middelpunt van de belangstelling willen staan.
Linson: Als je de roddelbladen moet geloven, zijn acteurs de moeilijkste mensen op aarde. Dat beeld strookt totaal niet met de realiteit. De meeste sterren met wie ik heb samengewerkt, waren uiterst coöperatief. Ze steunden de productie onvoorwaardelijk. Natuurlijk lopen er hier en daar uitzonderingen rond. Mij hoor je niet klagen: hun gedrag heeft me immers tot dit project geïnspireerd. (Lacht)
Is het voor jullie in dit tijdperk vandaverende comicadaptaties en duffe sequels moeilijker geworden omeen project van de grond te krijgen?
De Niro: Daar heb ik geen antwoord op. Het Hollywoodwereldje is altijd al een jungle geweest waarin iedereen op zijn manier probeert te overleven. Ik ben niet belangrijker dan een ander. Ik zou nooit een voorkeursbehandelingwillen krijgen.
Dat klinkt wel heel bescheiden.Hoe behoed jij je voor kapsones?
De Niro: Straks doe je me nog blozen. (Lacht) Eigenlijk is het heel eenvoudig: ik ben dolblij met de kansen die de filmwereld mij blijft bieden. Een nederige houding lijkt me op zijn plaats.
Linson: Bobs houding siert hem – hij is tenslotte een van de beste acteurs ter wereld. In Hollywood heerst een ‘ dog eat dog‘-mentaliteit. Het is ieder voor zich. Als iemand ontslagen wordt, staan er onmiddellijk tien mensen klaar die zijn baan willen overnemen. Dat Bob al zolang meedraait, bewijst zijn kwaliteiten als acteur.
Wat zijn de belangrijkste kwaliteiten van een goede producer?
Linson: Alle respect voor Bob, maar ik ga me die vraag toe-eigenen. Hij blijft immers Robert ‘ fucking‘ De Niro. Als hij een film wil produceren, heeft hij het veel makkelijker dan sukkelaars als ik. Voor een doodgewone Hollywoodproducer zijn de volgende tips van levensbelang: kweek zo snel mogelijk een dik, cynisch pantser; ga er steeds vanuit dat alles wat kan mislopen, zal mislopen; twijfel aan alles wat je verteld wordt; en besef dat iedereen in Tinseltown zijn broek wel eens moet afsteken.
Verliep het productieproces van’The Good Shepherd’, De Niro’simposante CIA-epos, net nietontzettend moeizaam?
De Niro: Nu is het mijn beurt, Art! (Lacht) Het was inderdaad een stevige les in nederigheid. Ik werd elke dag voor verschrikkelijke keuzes gesteld. Wanneer ik ’s avonds thuiskwam, voelde ik me helemaal leeggezogen. Er waren dagen dat ik vreesde dat we de film nooit zouden afkrijgen. De constante geld- en tijdproblemen zorgden voor een enorme druk. Ironisch genoeg inspireerden al die moeilijke momenten me tijdens het maken van What Just Happened.
Jullie nieuwe samenwerking start met een desastreuze ’test screening’. Hoe staan jullie tegenover dit proces waarbij de meningen van enkele onwetende bioscoopgangers ingrijpende gevolgen voor een film kunnen hebben?
Linson: Ik heb er lak aan. ‘Niemand weet niets’: dat is het enige waarvan je in Hollywood zeker kunt zijn. Zo scoorde Fast Times at Ridgemont High superslecht tijdens de test screenings. Het leek of iedereen de film haatte. Daarom besloot Universal Pictures hem niet aan de Oostkust uit te brengen. Hij speelde enkel in een paar honderden zalen in Californië en omstreken. Vreemd genoeg groeide de prent uit tot de grootste hit van de studio in jaren.
De Niro: Test screenings zijn de hel, simpel. Als je een film regisseert, wordt die je kind. Dat weet zelfs de grootste minkukel. Er is niemand die je in je gezicht zal vertellen dat je een verschrikkelijke prent hebt gemaakt. Als ze zich daarentegen anoniem kunnen uitdrukken, verandert zelfs de braafste tante in een onverbiddelijke criticus. Een gulden middenweg lijkt niet tebestaan.
Heb je ‘The Good Shepherd’ getest?
De Niro: Natuurlijk. Ik vrees dat elke hedendaagse Hollywoodproductie die helletocht moet doorstaan.
En hoe scoorde de film?
De Niro: Dat weet ik niet. Na het lezen van enkele antwoordkaartjes heb ik de torenhoge stapel snel opgeborgen. Mijn assistenten hebben hun uiterste best gedaan om me duidelijk te maken wat er volgens Joe Shmoe met de prent scheelde, maar ik heb aan mijn cut vastgehouden.
Linson:The Good Shepherd is nog een voorbeeld van zo’n productie waarin geen enkele Hollywoodbobo geloofde. En toch deed de film het zowel bij de pers als aan de kassa ongelooflijk goed.
Terug naar ‘What Just Happened’: als Bruce Willis – als zichzelf – met lange baard en dikke buik op een set arriveert, zorgt dat voor spanningen. Heb jij ooit zoiets meegemaakt?
De Niro: Niet dat ik me kan herinneren, neen.
Linson: Mensen die Bob tegenspreken, maakt hij in stilte van kant. (Lacht)
De Niro: Laten we zeggen dat ik mijn huiswerk grondig doe. Ik ken de films van de lui met wie ik in zee ga door en door. Dat vermindert de kans op onaangename verrassingen. Als er zich al creatieve meningsverschillen voordoen, leveren die meestal betereresultaten op.
WHAT JUST HAPPENED
Vanaf 25/3 in de bioscoop.
Door Steven Tuffin
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier