WENTELING****
Lies Van Gasse, Wereldbibliotheek, 63 blz., ? 15,90.
Wenteling XXVII
In dit land,
waar handen uit bomen groeien
en ik bloedend naast u lig,
geeft het richting
wie wij zijn.
Over ons komt een vlotte loomheid.
Ik draag u als een lastig vel.
U loopt over mijn graf.
Het ligt niet aan u
Dat zelfs het daglicht onoprecht is.
Waarom is me dat nooit eerder opgevallen, denk je soms bij het lezen van een boek. Het is een ervaring die ons bij het lezen van Lies Van Gasses nieuwste bundel meermaals overkwam. Neem bijvoorbeeld de titel, Wenteling. Bestaat er een woord dat beter de essentie van het leven samenvat? Alles stroomt, wist een oude Griekse filosoof al, en terwijl het stroomt, wentelt het, om zichzelf en om het andere heen. ‘Er zitten vreemde stromingen in ons, / die ons in hoogtes en dieptes trekken’, voegt Van Gasse eraan toe.
De bundel bevat drieëndertig wentelingen en twee intermezzo’s, Schot en Cirkel, en lijkt een ode aan het creatieve in de mens, zowel in daad als in gedachten – en op papier, natuurlijk. Van Gasse schrijft een bijzonder muzikale en associatieve poëzie die eerder op sfeer dan op betekenis lijkt te focussen en waarbij ieder gedicht als een pixel is die samen met de andere gedichten een suggestief beeld oplevert. Al moeten we daar meteen aan toevoegen dat die vergelijking serieus mank loopt, aangezien dat elektronische beeld in fel contrast staat met de organische wereld die Van Gasse oproept in deze bundel, waarin bomen in ogen groeien en ranken zich omheen stenen tafels slaan. Haar idioom doet meermaals aan dat van Peter Verhelst denken. Waar de eerste gedichten baden in een wereld van water, waar vissen in de buik van een schip op verlossing wachten en de vertelster weer door haar verdriet heen moet, ‘als door een sluis’, luidt de ‘grondvis’ de overgang naar de aarde in. En dan maken de katten hun opwachting. Ze spinnen tegen mensenbuiken aan en soms wordt een kater in een glasbak gelegd. De meest primaire wenteling is natuurlijk die van twee geliefden: het fluctueren tussen aantrekking en afstoting. ‘We hebben een wak te vullen in elkaar’, schrijft Van Gasse, maar ook: ‘Ik ben een mes. / Ik kan u niet meer schenken / dan een nacht huilen.’
Wenteling is een vrij gesloten bundel waar je als lezer je weg in moet zoeken en die meerdere keren gelezen moet worden, en iedere keer zie je andere zaken en vallen je weer nieuwe associaties op. Het is een bundel als het leven zelf dus. ‘Het midden is onvindbaar,’ schrijft Van Gasse, ‘het hart schiet alle kanten op.’
MARNIX VERPLANCKE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier