Weirdo-spotters
P.B. GRONDA, auteur van onder meer Wanderland, Straus Park en Onder vrienden, duikt elke week in de populaire cultuur.
Sommige mensen beweren dat we in oorlog zijn. Wij, de Belgen, de Europeanen. Ik zat laatst op een warme avond bij mijn grootouders en we keken naar Switch, een quiz die Blokken op een vale herinnering van voor de perestrojka doet lijken. En dan was er een herhaling van FC De Kampioenen, waarin de ouders van Marcske onaangekondigd op bezoek kwamen. Dat was natuurlijk weer aanleiding tot heel wat humoristische situaties, maar op het einde liep alles goed af. Ik dronk nog eens van mijn glas fris bruiswater en dacht: best draaglijk, deze oorlog.
Zelfmedelijden is een erg westers iets, omdat het een opgeblazen luxe is. We kunnen en durven te zeggen: kijk naar ons, wij zitten hier wel met een oorlog tegen de terreur, terwijl we chips eten en cava drinken.
Op het dak van onze nationale luchthaven staan tentjes van het leger en om er binnen te raken moet je door een soort viptent-achtige checkpoint. Erg veilig, zeker omdat je vanwege de maatregelen met je auto door een bottleneck moet om dan in een lage betonnen parking bumper tegen bumper elkaar te gaan vergassen. Leefde Orwell nog, hij had niet geweten waarover eerst te tweeten.
In Syrië is er oorlog. En in Nigeria. In Oud-Heverlee daarentegen ratelen de tanks nog niet door de dreven. Ook in Hasselt is voorlopig alles vrij rustig. Nu ja, ‘rustig’.
Het was omstreeks één uur ’s nachts, ergens aan het begin van deze maand, in een rustig stadje. Plots liepen drie jongeren over het midden van de straat met telefoons strak voor hen uitgestrekt. Een auto gooit de remmen dicht. Langs de andere kant komen twee andere jongens aangelopen, ook met telefoons als vizier, en grijpen een virtueel beestje omdat ze voelen dat de hype alweer bijna voorbij is en de klok dus tikt.
Samen met die rare bus in China, de zelfrijdende auto en de campagne van Donald Trump zijn dit de voorboden van een nieuwe tijd, waar media en technologie zolang onder elkaar blijven vogelen tot er alleen nog maar inteelt overblijft. Een beetje zoals voorvoeld in een van mijn favoriete films, Paul Verhoevens Starship Troopers, waarin trouwens ook iedereen een uniform draagt.
Want wat ook aan het veranderen is door de huidige angstpsychose, is onze omgang met bepaalde uiterlijkheden die tot laat in mijn jeugd tot de normaliteit behoorden. Ik las dat er ‘weirdo-spotters’ worden ingezet op festivals om ‘mensen met abnormaal warme kleding’ en andere potentiële massamoordenaars uit de gewone brave middenklassesnobs in ontbloot bovenlijf te halen.
Misschien is dat intussen veranderd, maar toen ik nog naar festivals ging, was het net om bij de andere weirdo’s te zijn. Ik droeg combat shoes waarvan de nagels uit de versleten zool staken, een afgeknipte jeansbroek, een oversized T-shirt met de bekende terrorist Che Guevara erop en droeg haar tot ver voor mijn ogen. Omdat dat cool was in de aftermath van de grungepiek, had ik toen ook een slordige wollen trui mee. Naar een zomerfestival.
Kortom, arresteer me alsnog en sluit me op. Want als we al in oorlog zijn, dan wel met onszelf.
P.B. GRONDA
In Syrië is er oorlog. En in Nigeria. In Oud-Heverlee daarentegen ratelen de tanks nog niet door de dreven. Ook in Hasselt is alles vrij rustig. Nu ja, ‘rustig’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier