In tegenstelling tot Maradonna liep Paul Van Himst nooit over de rode loperin Cannes. Onze Polleke Gazon speelde echter wel mee in de film ‘Escape to Victory’. Koen Meulenaere blikt terug op ‘een merkwaardig document’.
Speelfilms over voetbal zouden bij wet moeten worden verboden. Niet alleen is de kwaliteit ervan steevast zo bedroevend laag dat er geen peilstok bestaat om ze te meten, bovendien zorgen ze soms ook voor gevaarlijke verwarring. Ter illustratie van deze op het eerste gezicht onzinnige stelling, keren wij terug naar het Omroepcentrum aan de Reyerslaan, toen wat daar huisde nog BRT heette en principes had. Het is lang geleden.
Op de sportredactie van de televisie hadden ze het prima idee gehad om hun eindejaarsoverzicht te larderen met fragmenten uit Escape tot Victory, de film van John Huston waarin krijgsgevangenen een voetbalwedstrijd spelen tegen de Duitsers. Die match eindigde op 4-4, de krijgsgevangenen zagen nog een goal afgekeurd voor vermeend buitenspel en in de laatste minuut kregen de Duitsers zoals gewoonlijk een penalty, meesterlijk gepakt door Sylvester Stallone. Na affluiten gaan enkele krijgsgevangenen lopen. Wij vatten het nu een beetje rudimentair samen.
In de cast zaten dus Sylvester Stallone, en Michael Caine, maar ook enkele meer ervaren acteurs zoals de Braziliaanse voetbalgod Pelé, de captain van het Engelse wereldkampioenenelftal Bobby Moore, de draaischijf van de Argentijnse wereldkampioen Osvaldo Ardiles, en onze eigen Paul Van Himst, die met verve de rol van Michel Fileu vertolkte. En aan iedereen die het horen wilde, vertelde dat zijn personage eerst Michel Filou heette, maar dat hij had geweigerd om voor Michel Verschueren te spelen.
De match werd gefilmd in het stadion van Boedapest, en om het hartverscheurende niveau van de wedstrijden in FC De Kampioenen of Team Spirit te overstijgen, werden de andere voetbalspelers geleverd door het toenmalige fanionteam van FC Ipswich. Ook voor Escape to Victory moest je – hoe zullen we het zeggen – welwillend van ingesteldheid zijn, maar dat doet er nu niet toe.
De sportredactie van de BRT had bij de producent twee minuten gekocht, en twee redacteurs zaten in een montagecel te ‘visioneren’ om er voor die prijs en tijd de meest geschikte fragmenten uit te kiezen. En toen kwam Lucien Boussé door de gang gekuierd. Lucien was de legendarische hoofdredacteur van de BRT-nieuwsdienst. Eén van de, want er is geen enkele hoofdredacteur van de BRT-nieuwsdienst die nadien niet om een of andere reden legendarisch geworden is. Zelfs Leo De Bock, al was het in zijn geval dan om zijn uitzonderlijk korte diensttijd.
Boussé had zelf nog het Journaal gepresenteerd, nog voor het woord ‘ anchorman‘ was uitgevonden, en was altijd op z’n best wanneer hij de eerste paasbloemen mocht aankondigen, met een speciale vermelding voor de trotse teler uit Lochristi. Na een tijdje werd hij hoofdredacteur, zoals dat ging, en werd hij ondergedompeld in de aan die functie verbonden administratieve rompslomp die hem niet gelukkiger maakte.
Toen hij op een ochtend terug kwam gesjokt van weer eens een ellendige bestuursvergadering, waren ze in de montagecel net de beelden uit Escape to Victory aan het selecteren. Lucien bleef verwonderd staan: ‘Is dat in een concentratiekamp?’
‘Ja, het speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog.’
‘Maar die zwarte daar, is dat niet die voetballer, hoe heet hij weer? Die Portugees.’
‘Een Braziliaan, Pelé.’
‘Pelé, juist. Ik wist niet dat die in een concentratiekamp heeft gezeten. Was dat bekend?’
‘Ja maar, het is een film.’
‘Ja, dat zie ik ook dat het een film is. Een foto is het niet, hé jongens. Dit lijken mij unieke beelden. Zijn jullie daarmee op de algemene redactie geweest? Want als ge op de sport iets hebt waarvan ge denkt dat het in het algemene nieuws zou kunnen zitten, dan moogt ge dat gerust gaan vragen. Ge moet geen schrik hebben van die mannen. De tijd dat ze daar op de sport mochten neerkijken, is definitief afgesloten toen ik hoofdredacteur ben geworden.’
‘Ja maar Lucien, het is een film.’
‘Jaja, dat hebt ge al gezegd. Hebben ónze mannen dat gefilmd? Want dan verkoop ik het aan de BBC. En aan Rijsel. Wat een merkwaardig document.’
En in zichzelf mompelend zette Lucien zijn weg naar zijn kantoor verder. Om al snel op zijn passen terug te keren. ‘Zeg eens, die Pelé, die heeft toch nog meegespeeld op de wereldbeker in Mexico? Die lobbal was toch van hem. Dat was toch 1970? Hoe oud was die dan al, als hij nog in een concentratiekamp heeft gezeten?’
‘Jamaar Lucien, dit is nadien opgenomen. Pelé moet ergens rond 1940 geboren zijn.’
‘En zo jong al in een concentratiekamp? Maar dat maakt het toch nog des te unieker. Wat een merkwaardig document.’
‘Het is een spéélfilm, Lucien. Wacht even, we spoelen een stukje door. Kijk hier: Paul Van Himst.’
‘Paul Van Himst!!? Heeft die ook in een concentratiekamp gezeten? Maar dat wist ik ook al niet. En in hetzelfde als Pelé? Hoe is dat toch mogelijk, nietwaar. En dan zeggen de mensen dat toeval niet bestaat. Jongens, jongens, wat jullie te pakken hebben gekregen, is niet meer of niet minder dan een document van groot historisch belang. Daar gaat de hele wereld van spreken. Weet Maurice De Wilde dit?’
‘Nog niet, we zullen het hem straks tonen.’
‘Doe dat jongens, doe dat. En vergeet de algemene redactie niet in te lichten. Wat een merkwaardig document.’
Hierna verliet Boussé hoofdschuddend de montagecel, en wandelde in gedachten verzonken naar zijn bureau. In het sportjaaroverzicht hebben ze uiteindelijk maar de badpakkenspecial van Sport International als rode draad gebruikt. Op de Reyerslaan gingen ze toen nog uit van het idee dat ze geen verwarring mochten stichten bij de kijker. Die tijd is jammer genoeg voorbij.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier