‘We zijn vrolijke jongens’

Karl Hyde (links). 'Drum & bass hip? Wij waren er midden jaren negentig al mee bezig.'

In de muziekindustrie bestaat er wellicht geen groter cliché dan een band die zegt dat hij zichzelf heeft heruitgevonden. Dus doen wij het maar in zijn plaats: Mesdames, messieurs, le nouveau Underworld est arrivé!

Underworld mag dan al lang niet meer de meest grave dance-act zijn, de twee Britten staan ook dit jaar – voor de zoveelste keer – boven aan de affiche van I Love Techno. Meer nog: op Kraftwerk en Daft Punk na zijn er weinig elektronische liveacts die hen de eerste plaats in de rangschikking zouden kunnen of durven te ontzeggen. Om nog maar te zwijgen over het kleine mirakel dat nodig is om hun tijdloze knaller Born Slippy te onttronen in The Greatest Switch, waarin de luisteraars van Studio Brussel en het elektronicaprogramma Switch elk jaar op zoek gaan naar de beste dansplaat aller tijden. De voorbije twee jaar reten Underworldbezielers Karl Hyde en Rick Smith de concurrentie uiteen, op 16 oktober weten we of ze er een hattrick van maken.

Of dat ook voldoende is om Barking, het achtste album van de groep, tot boven aan de hitlijsten te loodsen, is iets anders. Hun vorige wapenfeit Oblivion With Bells verbleef hier één week in de top dertig – op nummer 27, om precies te zijn. In de Britse charts deed de plaat het zowaar nog slechter. De kritieken waren evenmin opbeurend: ‘Underworld leunt te veel op de redelijk idiote beatpoëzie van Hyde,’ schreef on- lineherder van de goede smaak Pitchfork, ‘en de beukende beats van Smith klinken al sinds 1997 niet opwindend meer.’

Nu moet u weten dat Pitchfork graag overdrijft. Niet dat Oblivion With Bells een memorabele plaat was, maar er stonden wel een paar goede nummers op, waarbij Underworld voor het eerst in lange tijd een wat ander geluid liet horen. ‘We hadden toen net muziek geschreven voor de film Break- ing and Entering van Anthony Minghella,’ vertelt Karl Hyde, ‘met als resultaat dat Oblivion With Bells – euhm – atmosferischer klonk dan onze vorige albums. Op zich geen probleem, als onze livesets daardoor tenminste niet ouder hadden geklonken. Uit pure ellende zijn we tijdens onze tournee met het publiek beginnen te jammen: we joegen constant nieuwe geluiden door de speakers, en als we zagen dat de fans erop inpikten, sloegen we ze op in onze laptops. Zo zijn heel wat tracks uit Barking ontstaan.’

Feit is dat het nieuwe album opmerkelijk vrolijker en sneller klinkt, met dank ook aan de producers met wie de twee samenwerkten: High Contrast, Dubfire, Mark Knight, D. Ramirez en – iedereen maakt fouten – Paul Van Dyk. Het was van het vertrek van Darren Emerson in 2000 geleden dat Hyde en Smith nog eens met drie of vier in de studio hadden gezeten. ‘Erg hebben we dat nooit gevonden. We maken al meer dan dertig jaar muziek samen – eerst als de newwaveband Freur, daarna als Underworld. Na zo’n lange tijd weet je perfect wat je aan elkaar hebt.’ En dan dringt een triootje zich op, om de passie weer aan te wakkeren? Hyde lacht. ‘Ik zou niet durven te zeggen dat het hoogdringend was, maar we speelden toch al een tijd met het idee om weer iets intensiever met anderen samen te werken. De reden is simpel: de voorbije jaren kregen we steeds meer remixes van onze songs toegestuurd waarvan we vonden dat ze beter waren dan de versies die wij op plaat hadden gezet. Misschien is ‘beter’ niet het juiste woord: ze waren ‘interessanter’ omdat ze een ander Underworldgeluid lieten horen.’

Een beetje kwatong zou dat vertalen als ‘Underworld heeft een schare hippe namen ingehuurd om zelf ook weer voor hip versleten te worden’. Dat ware niet eens zo’n slechte omschrijving geweest, mochten de twee pakweg Crookers en David Guetta hebben gevraagd om mee samen te werken. In plaats daarvan kozen ze voor een handvol gereputeerde producers, wier geluid in essentie veelal in het verlengde ligt van dat van Underworld. ‘Mensen vertellen mij dat ze verbaasd zijn om ons drum & bass te horen maken,’ zegt Hyde over de samenwerking met High Contrast, ’terwijl een nummer als Pearl’s Girl – uit 1996! – daar volledig van doordrongen is. Toegegeven: drum & bass klonk toen donkerder dan nu én het genre was een pak introspectiever. Sindsdien hebben producers als High Contrast er een blijere toets aan gegeven en klinkt het allemaal opvallend meer uplifting. Voor ons niet gelaten: we zijn vrolijke jongens.’

Zoals het er nu naar uitziet, zal Hyde dat nog wel even blijven. Verschillende nummers uit Barking vinden gretig hun weg naar de – om maar eens een verrukkelijk ouderwets woord te gebruiken – dansvloer, en op het net maken de eerste recensies gewag van de herrijzenis van Underworld. Nog meer goed nieuws: van het album komt ook een speciale editie uit met een rist frappante videoclips. Ze staan op naam van het door Underworld uit de grond gestampte kunst/reclamecollectief Tomato, dat ook verantwoordelijk is voor het bonte artwork van het album. De band schreef trouwens ook de muziek voor het toneelstuk Beautiful Burnout dat momenteel in Groot-Brittannië toert; en wie de komende weken in Tokio vertoeft, kan er naar de eerste grote solotentoonstelling van Karl Hyde, getiteld What’s Going On In Your Head When You’re Dancing? Voor de duidelijkheid: Hyde schildert ook, is fotograaf én maakt installaties. Naar verluidt, rijdt hij soms zelfs het gras af.

Rest finaal enkel de vraag op welke plaats Born Slippy volgende maand eindigt in The Greatest Switch. Hyde: ‘Je bedoelt dat er concurrentie is?’ Wie hem niet kent, zou denken dat het succes hem naar het hoofd is gestegen. Maar in werkelijkheid is hij inderdaad gewoon een vrolijke jongen. Barking

Uit op 13/9 bij V2.

Door Ben Van Alboom

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content