‘WAT WILLEN WIJ MANNEN ALTIJD?’
Coke, rum, onenightstands, black-outs en blowjobs: er zit meer rock-‘n-roll in de nieuwe Sioen dan in zijn vier vorige platen samen. Daar is een simpele reden voor: ‘Single zijn is makkelijker op je dertigste dan op je twintigste.’
Het is er niet meteen aan te zien, wanneer ik hem in zijn thuisstad Gent ontmoet, maar Sioen (32) is gegroeid. Als muzikant, als songwriter en als performer komt hij op zijn vierde langspeler sterker over dan ooit. Zelfs als gastheer toont hij zich een stuk meer ontspannen. Dat de vooruitgeschoven singles van Sioen. (‘met punt, want dat is een statement!’) enorm goed door diverse radiozenders opgepikt zijn, zit daar wellicht voor iets tussen. ‘We hebben niet eens om media-aandacht moeten schreeuwen: sinds we Bad Bad World gelanceerd hebben, komt het vanzelf op ons af. Sterker nog: ik heb zelden zo snel zo veel complimenten gekregen van collega’s. Freebee, Kowlier, Lotti en Jef Neve: ze hebben allemaal al laten weten dat ze het een straffe single vinden. Dat is nieuw voor mij.’
Het moet een hele geruststelling zijn, want dit is een sleutelmoment in jouw carrière, niet?
SIOEN: Helemaal! Na drie pianoalbums ben ik met Calling Up Soweto halsoverkop in een project gedoken dat een hele nieuwe wereld heeft geopenbaard. Wat moest ik daarna? Weer een ander genre exploreren en met The Subs een danceplaat maken? Ik lach niet, ik heb er even aan gedacht. Of vijf ep’s tegelijk uitbrengen, telkens in een ander genre? Echt, ik had genoeg songs liggen. Of toch maar terugvallen op het imago dat ik met mijn eerste platen had opgebouwd en – zoals iemand me aanraadde – een tweede Novastar worden? Neen, me een imago laten opdringen was het láátste wat ik wilde.
Het klinkt als een identiteitscrisis.
SIOEN: Dat was het ook. Misschien zat mijn leeftijd er voor iets tussen? Ik stak de dertig voorbij, en mijn omgeving met mij. Plots zag ik goede vrienden hun hele leven in vraag stellen: hun relatie, hun job, hun woonplaats… alles. Het zette me óók aan het denken.
Hoe ben je eruit geraakt?
SIOEN: Er zijn twee beslissende momenten geweest. Sioen takes it to Motown tijdens Theater aan Zee was het eerste – zelden zo’n wild feestje beleefd als toen in Oostende. Achteraf wist ik het: ik zou me niet meer achter mijn piano verschuilen én ik zou een feelgoodplaat maken. Een plaat die de mensen even hun zorgen doet vergeten, is tenslotte net zo goed een geëngageerde plaat – dat is toch wat ik in Zuid-Afrika heb geleerd.
Het tweede moment was toen ik besloot om allianties aan te gaan met ervaren songschrijvers. Ik heb een tiental mensen opgezocht. Best confronterend: telefoneren, een afspraak maken, naar Berlijn, Hamburg of Stockholm trekken, aanbellen aan een wildvreemde deur, je demo’s laten horen… en commentaar afwachten. Als ze na zes nummers nog niets gezegd hebben, weet je waar je aan toe bent. (Lacht) En toch, na één zo’n ontmoeting wist ik: ‘Dit werkt! Geef mij nog input! Meer! Meer! Meer!’
Wat is de belangrijkste les die je hebt meegekregen?
SIOEN: ‘ Don’t bore us, get to the chorus.‘ Het is de titel van een Roxetteplaat en de favoriete richtlijn van de Zweed Peter Kvint. Van alle songwriters is hij diegene met wie ik het meest intens heb samengewerkt. Peter is een trippelende hobbit die in een petieterig flatje hokt, waar je over de muziekinstrumenten struikelt. Daar hebben we samen in geen tijd de basis gelegd van I’m Not Ready To Love You Like I Do. Voor de vocals stak hij me in een kruipkot van amper één vierkante meter. ‘Vorig jaar stond Britney Spears in die box’, zei hij lachend. ‘Nu heb ik een boot en een buitenverblijf. Dank u Britney!’
Je bent zeer openhartig op deze plaat. Bewust?
SIOEN: Ja. Omdat ik zo ben. Mijn vrienden herkennen me eindelijk. Vroeger hadden ze dat niet: de introverte performer die, verscholen achter zijn piano, melodramatische songs declameerde, dat was ik niet, vonden ze, dat was mijn alter ego. Het strookte niet met de Sioen die zij kennen. Dat is iemand die dansend de nacht in gaat en als laatste het café verlaat, veronderstel ik. Al negeren ze dan wel mijn donkere kantjes.
In ‘My way’ heb je het even over je vader. Welke relatie heb je met hem?
SIOEN: Ik heb mijn ouders nooit samen geweten: ze zijn gescheiden toen ik een jaar was. Ik zag mijn vader om de twee zondagen. Dan deden we een boswandeling. Muziek heeft ons uiteindelijk dichter bij elkaar gebracht. Ik zat eerst bij hem op de muziekacademie. Later kwam hij vaak naar optredens kijken, zo trots als een pauw. Ik heb hem gemist, ja. Dat uitte zich in een zekere geldingsdrang. Ik wilde belangrijk zijn. Nu ben ik rustiger. En heb ik leren communiceren.
Je hebt de plaat geschreven in een periode dat je single was. Dat is er ook aan te horen. ‘Blackout’ gaat over een onfortuinlijke onenightstand…
SIOEN: Klopt, maar dat is me maar één keer overkomen en ze was niet hélemaal onknap. ( Lacht)
… en je hebt een song zelfs simpelweg ‘Sex’ genoemd.
SIOEN: Wij mannen zitten toch gewoon zo in elkaar? Wij gaan uit en wat willen wij? Seks. We moeten daar niet over nadenken, we hebben daar geen poëtische gedachten bij, neen: wij willen gewoon van bil gaan. Single zijn op je dertigste is wat dat betreft veel aangenamer dan single zijn op je twintigste.
Vergis ik me, of kunnen vrouwen zich ook in die song vinden?
SIOEN: Tuurlijk. Omdat ik hem geschreven heb vanuit een, euh, underdogpositie. Mijn lief heeft mij verleid, hé. Enfin, ze heeft mij een duidelijk signaal gegeven dat ik haar kon en mocht verleiden. Zo gaat het toch altijd? Ik ken maar één uitzondering, een goede vriend van mij. Hij stapt op een vrouw af, verontschuldigt zich bij voorbaat en zegt: ‘Dit kan misschien grof zijn, maar ik vind dat je echt schone borsten hebt.’ En tien minuten later gaat hij ermee vandoor.
Slotvraag: in ‘Why Shouldn’t I’ zing je: ‘If I wanna give that Bono a call, why wouldn’t I?’ Wat zou je hem vragen?
SIOEN: Of hij geen goesting heeft om nog eens een voorprogramma te spelen. ( Lacht)
SIOEN.
Uit bij Warner.
DOOR KAREL DEGRAEVE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier