Al tijdens zijn leven oversteeg Charles Dickens de literatuur. Hij was mediafiguur, sociaal hervormer, bedenker van het witte kerstmis-ideaal en uitvinder van fenomenen die tweehonderd jaar na zijn geboorte enkel in vorm en naam veranderd zijn. Een overzicht.

DAN MAAKTE HIJ SOAPS EN REALITY-TV

‘Ik schrijf om gelezen te worden’, zei Dickens (1812- 1870). De smaak van de massa proefde voor hem niet klef of belegen. Soms hield hij rekening met die smaak, maar even vaak schotelde hij minder hapklare brokken voor. Hij sneed taboes aan en stille rampen. Al zijn verhalen verschenen in wekelijkse afleveringen. Het gaf hem de mogelijkheid zijn plotwendingen aan de verkoopcijfers aan te passen. Iedere week eindigde met een cliffhanger en er werd reikhalzend naar het vervolg uitgekeken. Toen Dickens in 1840 aan The Old Curiosity Shop werkte en het stilaan duidelijk werd dat de in goedheid gedrenkte Nell zou sterven, zorgde dat voor opstootjes aan de krantenstallen. ‘Alsjeblieft Dickens, laat haar leven’, schreven mensen hem in tranerige brieven. Ze verdient het niet, werd er gezegd. Alsof ze een kind van vlees en bloed was. Hij zat de realiteit zo dicht op de huid dat de grens tussen echt en onecht vloeibaar werd. En dus stonden mannen op straat te snotteren de dag dat ze lazen dat Nell dood was. ‘Ik moest haar laten sterven’, zei Dickens. ‘Er is te veel dood op de wereld.’ Dode kinderen waren de realiteit van de dag in het victoriaanse Engeland en de realiteit van de dag was waarover Dickens het had.

DAN WAS HIJ EEN SUPERSTER

Dat hij populair was in eigen land, wist hij sinds de publicatie van de Pickwick Papers in 1836. Tussen de twintig- en vijftigduizend mensen legden wekelijks een shilling op de toonbank voor de nieuwste aflevering. Maar wat hij in 1842 in de Verenigde Staten meemaakte, zou later enkel Hollywoodsterren overkomen. Zodra hij zich alleen op straat vertoonde, sloeg de hysterie toe. ‘Ze eten hem hier op’, schreef men. Vrouwen wilden een stukje van zijn bontmantel en sloegen elkaar bijna tegen de vlakte voor een lok van zijn haar, schilders en beeldhouwers verdrongen elkaar om zijn beeltenis te vereeuwigen. Minstens twee uur per dag schudde hij de hand van wildvreemden. ‘Vijfhonderd waren het er vandaag’, noteerde hij.

Zijn roem zou tijdens zijn leven niet meer tanen. Als 19e-eeuwse voorlopers van Brangelina verhuisden Dickens en zijn vrouw hun steeds groeiende kroost geregeld over heel Europa. Dickens tekende ook voor de eerste grote en schandaalrijke publieke scheiding. Omstreeks 1858 worstelde hij met een knoert van een midlifecrisis: het huwelijk dat hem al lang beknelde, leek hem nu – na tien kinderen – helemaal te verstikken. Zijn kennismaking met de achttienjarige Nelly Ternan was daar niet vreemd aan. Hij verbande Catherine eerst van hun slaapkamer naar zijn kleedkamer, uiteindelijk verliet hij het huis. Met veel zin voor dramatiek verbrandde hij hun brieven in de tuin. ‘We scheiden’, kondigde hij in zijn eigen weekblad Household Words aan.

DAN TRAD HIJ OP ALS STAND-UPCOMEDIAN

Dickens schreef hardop. Hij probeerde iedere stem, elke grimas van zijn personages uit voor de spiegel. Om het effect van een scène in te schatten, las hij die voor aan zijn vrouw of aan zijn beste vriend en latere biograaf John Forster. Toen hij de moord van bedelaar Bill Sikes op Nancy in Oliver Twist beschreef, trok zijn vrouw bleek weg en bleef ze sprakeloos achter. Ook zijn kerstverhalen las hij ieder jaar voor aan zijn gasten. Ze lachten, weenden of staarden stil voor zich uit. ‘Plots besef ik wat macht betekent’, schreef Dickens na een van die privélezingen.

Een tijdlang liep hij rond met het idee om betaalde voorstellingen te geven. Onemanshows. Om de band met het publiek aan te halen, om het schitteren van zijn eigen ster te voelen en om de performer in hem los te laten. Forster vond lezen voor geld te min voor zo’n gewaardeerd schrijver, maar Dickens beleefde er intens plezier aan om zijn eigen personages voor een publiek te spelen. De laatste jaren van zijn leven reisde hij tegen een hels tempo Groot-Brittannië en de Verenigde Staten door om dagelijks shows te geven. De jonge Henry James trachtte in Boston een kaartje te bemachtigen. Om 7 uur ’s ochtends stonden er tweehonderd mensen in de rij, twee uur later waren dat er duizend.

Het publiek juichte alles toe wat hij deed – ook al was dat wat flauwtjes, zoals diezelfde Henry James schreef. Dickens gaf zich helemaal op een podium. Hij bulderde, fluisterde, snauwde, joeg het publiek de stuipen op het lijf om het dan te troosten, schoot van humor naar pathos en weer terug. Een dokter noteerde: ‘Zijn polsslag verdubbelt als hij speelt.’ Drie maanden voor zijn dood trad hij een laatste keer op. Het was maart 1870. Zijn voeten brandden, zijn arm deed pijn, zijn hoofd bonsde. Zijn oudste zoon zat op de eerste rij. ‘Als hij valt, dan duw je hem weer recht’, had die als opdracht gekregen.

DAN BEZETTE HIJ WALL STREET

‘Hij is een van ons’, zeiden zijn lezers, die hem daarom bleven lezen. Dickens was in zijn boeken een van de ’99 %’. Altijd koos hij de kant van het zwakke kind, de onderdrukte en de vernederde. Het vuil in de straten van Londen, de mist, de klungelige en inefficiënte bureaucratie: hij kaartte ze aan in Oliver Twist, David Copperfield, Nicholas Nickleby en A Tale of Two Cities. Maar net als de Bono’s, Clooneys en Jolies van de 21e eeuw, ontpopte hij zich ook tot de keizer van de liefdadigheid. Hij zamelde geld in voor weeskinderen, onderhield zijn hele familie, zette zijn schouders onder een opvangtehuis voor ‘meisjes van de straat’ en bezocht op zijn eerste reis door Amerika vooral fabrieken, opvoedingstehuizen, blindenscholen en instellingen voor verwaarloosde kinderen.

Sociale verontwaardiging was zijn drijfveer. Twee keer werd hij gevraagd in de politiek te gaan. Twee keer weigerde hij. Als schrijver kon hij meer betekenen, vond hij. Als schrijver schuurde hij dichter bij de geruisloze massa aan. Toen hij in 1843 zijn eerste kerstverhaal schreef, A Christmas Carol, deed hij dat uit liefde en respect voor de Londense arbeidersklasse. Het was crisis. Mensen hadden het geld niet om boeken te kopen. Hij perste zijn herinneringen aan zijn jeugd in Camden Town in een verhaal, en drong aan op een ‘mooi uitgegeven boek met gouden letters’, dat niet meer dan vijf shilling mocht kosten. Dickens geloofde in boeken als haardvuur. Net zo oprecht was zijn afkeer voor alles wat naar onrecht en uitsluiting rook. Die borrelde op uit de jaren dat hij als kind in een atelier voor schoenblink had gewerkt, omdat zijn vader door schulden in de gevangenis zat. De woede, de gevoelens van absolute verlatenheid en van pure onmacht die toen in hem raasden, zouden de kern van veel van zijn verhalen vormen.

DAN WAS HIJ EVEN NAAR HOLLYWOOD VERHUISD

Zelfs toen de film nog niet bestond, was Dickens misschien wel meer filmmaker dan schrijver. Hij was geboeid door alle voorlopers van het bewegende beeld waarmee hij in contact kwam. In de roman Dombey and Son heeft Solomon Gills rooddoorlopen ogen van het lange turen door de optische instrumenten in zijn winkel. Dickens experimenteerde ook een tijd met ‘spoorwegverhalen’, precies omdat hij gefascineerd was door het voorbijflitsende landschap in de trein.

In Dickens, Griffith and the Film Today, een beroemd essay dat de Russische regisseur Sergej Eisenstein in de jaren 40 publiceerde, riep hij Dickens uit tot de ongekroonde vader van de cinema. Volgens Eisenstein haalde die andere zogenaamde vader van de cinema, D.W. Griffith, zowat al zijn visuele mosterd bij Dickens. Close-ups, uitfaden, parallelle verhaallijnen: niemand had ze zo minutieus toegepast als hij. Griffith verfilmde in 1909 The Cricket on the Hearth van Dickens en het verhaal wil dat de cameraman tureluurs werd van Griffiths montagegeweld. ‘Waarom spring je zo heen en weer?’, vroeg die. ‘Wel, is dat niet de manier waarop Dickens schrijft?’, zou Griffith geantwoord hebben.

In ieder geval: geen schrijver werd vaker verfilmd dan Dickens. Volgens het British Film Institute staat de teller nu op vierhonderd film- en televisiebewerkingen. Inclusief de persiflage op A Christmas Carol door de Muppets en het eerbetoon aan Pip en Great Expectations in South Park.

CHARLES DICKENS AT 200

Musea, filmarchieven en plaatselijke Dickensgenootschappen halen in Groot-Brittannië alles uit de kast om de literaire superman te herdenken.

Info: dickens2012.org.

DOOR TINE HENS

CHARLES DICKENS ‘IK SCHRIJF OM GELEZEN TE WORDEN’, ALDUS DE BONO VAN 1800.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content