Een beetje seks, géén drugs en heel veel rock-‘n-roll: Larry Clark laat een troep latino-kids uit South Central los in beverly hills.

Wassup Rockers ****

LARRY CLARK

MET JONATHAN VELASQUEZ, FRANCISCO PEDRASA,

MILTON VELASQUEZ

Larry Clark – je kent hem van controversiële tienerkronieken als Kids, Bully en Ken Park – trekt dit keer richting Beverly Hills, met in zijn kielzog een stel skatende, in strakke jeans en t-shirts gehesen en aan punkrock verslingerde latino’s uit de achterstandswijk South Central. Meer heeft deze neorealistische variant op A Hard Day’s Night op het eerste gezicht niet om het lijf en bovendien duurt het niet erg lang vooraleer Clark zijn tienerprotagonisten weer eens met fetisjistisch genoegen in hun blote bast zet.

Toch is de sfeer véél minder grimmig of seksueel getint dan we van Clark gewend zijn en wat begint als een documentair ogend tranche de vie over pubers van Puertoricaanse en Mexicaanse komaf, muteert in het tweede deel zelfs tot een surreëel sociaal sprookje wanneer Jonathan, Spermball, Porky, Kico en co gaan skaten in Beverly Hills en er enkele paradijsvogels ontmoeten, waaronder een wapengevaarlijke acteur, een vereenzaamde pronk-echtgenote en enkele geile blanke burgertrutjes.

Met dit à l’improviste ineengeknutseld en vanuit de losse pols geschoten docudrama brengt Clark niet alleen hommage aan ‘de Mexicaanse Ramones’, zoals de kids worden genoemd; hij toont al spottend en spelend ook een racistische, in mono- etnische wijken opgedeelde klassenmaatschappij die de latino-rockers naar de marge van de Amerikaanse Droom heeft verdreven en hen voortdurend beschimpt om hun afwijkende identiteit.

Grote dosissen geweld, drugs of vrolijk in het rond spattende hormonen heeft Uncle Larry daarvoor niet nodig: de weliswaar af en toe sputterende motor van deze pseudo-documentaire farce wordt aangedreven door de energieke punkrock, scheuten puberale sitcom en vooral: de ongedwongen charme van de kids die Clark enkele jaren geleden per toeval tegen het – allicht half ontblote – lijf liep tijdens een fotoshoot in LA.

‘Ridicuul, oppervlakkig en amateuristisch’, zeuren sommige van onze collega’s. ‘Levensecht, raak geobserveerd en inspirerend’, menen wij, aangezien we nu eenmaal duizend keer liever geconfronteerd worden met subversieve, tot sociale parabels uitvergrote skate-video’s dan met de blote domheid van de glibberige bourgeois-brij die we wekelijks vanuit Hollywood over de nek gekletst krijgen. De Ramones zeiden het al: ‘Hey, Ho, Let’s Go!’

BACKSTORY – TEENAGE LUST

Voor Larry Clark (62) zijn camera richtte op skatende latino-rockers uit LA, had de rebelse Vietnam-veteraan er al een hele carrière opzitten als tienerchroniqueur. Die begon in 1972 met het taboedoorbrekende fotoboek Tulsa, waarin hij het marginale leven van zijn junkievrienden documenteerde, en werd in 1983 verdergezet met het autobiografische Teenage Lust, met weinig verheffende familiekiekjes, drugsfoto’s en beelden van tienergigolo’s. Hoewel steevast controversieel en door sommigen bestempeld als grenzend aan kinderporno, hangen Clarks foto’s in tal van beroemde musea.

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content