Midden jaren 50 trok Wanda Jackson als zestienjarig meisje mee op tournee met Elvis Presley en jaagde ze conservatief Amerika op de kast met haar uitdagende outfits en losbandige liedjes als Let’s Have A Party. Het leverde de Queen of Rockabilly eeuwige lof van onder meer Elvis Costello, Bob Dylan en zelfs Jack White op. ‘Jack heeft iets met oudere dames.’

Toen Wanda’s entourage Jack White enkele jaren geleden voor een duet polste, veegde die het aanbod meteen van tafel. De donkere prins van de hedendaagse rock had een beter idee: hij zou een compleet album voor het 73-jarige icoon producen. In zijn eigen Third Manstudio’s nog wel en met de hulp van zijn maatjes bij The Raconteurs en My Morning Jacket. Op The Party Ain’t Over staan uiteindelijk elf covers – van countryklassiekers over Amy Winehouse, tot calypso, Bob Dylan en de onversneden rock-‘n-roll van Eddie Cochran en Little Richard.

Had u al gehoord van The White Stripes voor u met Jack White in zee ging?

Wanda Jackson: Ik kende The White Stripes wel van naam, maar hun muziek had ik eerlijk gezegd nog nooit gehoord. Toen mijn manager voor het eerst contact opnam met Jack was dat op basis van Van Lear Rose, het uitstekende album dat hij in 2004 maakte met Loretta Lynn (78-jarige countrylegende; nvdr. ). Jack heeft blijkbaar iets met oudere dames. (Giechelt)

Bob Dylan noemde u ooit ‘een atoombom met lippenstift’.

Jackson: Dat zal wel als een compliment bedoeld zijn, maar ik vind Dylan maar een vreemde snuiter. Zijn teksten houden geen steek! Bovendien zijn ze heel moeilijk om te onthouden. Toen we zijn Thunder On The Mountain opnamen, heb ik gevloekt als een dokwerker. Zoveel woorden! Ik word nu al zenuwachtig als ik bedenk dat ik die wirwar op een podium moet brengen.

U stelt uw nieuwe album voor in de Grand Ole Opry, het mekka van de countrymuziek in Nashville. Wordt het een blij weerzien?

Jackson: Dat zal niet. De eerste keer dat ik er speelde, was meteen de laatste keer. Ik was zestien jaar en mijn moeder had speciaal een jurk gemaakt, heel erg zedig naar hedendaagse normen. Vlak voor ik op moest, kwam de promotor me vertellen dat ik een andere outfit diende aan te trekken. Blote schouders waren namelijk niet toegelaten in de Grand Ole Opry! Dus trok ik maar een jasje aan, Amerika was blijkbaar niet klaar voor een zangeres die een beetje bloot vel liet zien. Ik zwoer dat ik nooit zou terugkeren, woest was ik! Wat dachten die ouderwetse boerenkinkels wel? (Lacht) Trouwens, Elvis is daar ooit ook boos opgestapt, ik ben dus in goed gezelschap.

U hebt Elvis Presley van nabij gekend. Waren jullie gewoon vrienden of was er meer aan de hand?

Jackson: (Diplomatisch) Elvis was een echte gentleman. Zijn reputatie van losgeslagen vrouwengek klopt van geen kanten, en naïef was hij evenmin. Ik leerde hem kennen in 1955, het jaar waarin hij doorbrak. Elvis was een jongeman die zich graag amuseerde en plots volop in de belangstelling stond. Het succes bracht zijn hoofd aan het duizelen, maar hij stond wel degelijk met zijn twee voeten op de grond. ‘Wanda, meisje,’ zei hij, ‘je moet rockabilly zingen, dat is wat de nieuwe generatie wil horen en vandaag zijn het vooral de kids die platen kopen.’ Gelijk had hij. Elvis wist verdomd goed waarmee hij bezig was.

Nochtans raakte u moeilijk aan een platencontract. Ze geloofden niet in een vrouwelijke rockabillyzangeres.

Jackson: ‘Girls don’t sell records’, zei een producer bij Capitol Records tegen me. De meeste zangeressen uit die tijd waren niet meer dan een mooi uithangbord. Poppetjes op een podium en achter de schermen trok het manvolk aan de touwtjes. Pas toen Kitty Wells in 1954 een nummeréénhit te pakken had, zagen de platenfirma’s brood in vrouwelijke soloartiesten. Bij Capitol promootten ze me als een countryzangeres, maar ik bleef toch koppig rockabillynummers op de B-kant zetten. De muziekbusiness was in mijn tijd een echt mannenbastion, ik werd er als een opstandig kind behandeld.

Hoe voelt het om na al die jaren door jonge mensen op handen gedragen te worden?

Jackson: Beste jongen, op mijn leeftijd is nostalgie niet meer aan de orde, maar ik begrijp hun fascinatie met dat tijdperk wel. Het leven was minder gejaagd in de fifties, mensen namen nog de tijd om te genieten. Het waren relatief onschuldige tijden en de muziek weerspiegelt dat gevoel. Rock-‘n-roll is simpele en eerlijke muziek, zoiets raakt nooit uit de mode. Hey, ik ben het levende bewijs!

Vertelt u eens eerlijk: bestaat er een waterkansje dat Elvis nog in leven is?

Jackson: Dat lijkt me erg onwaarschijnlijk. Het is oneerlijk van de tabloids om zulke troep te schrijven en mensen aan het twijfelen te brengen. (Zwijgt). Elvis leeft voort in zijn muziek, die is onsterfelijk.

Wat zou The King vinden van ‘The Party Ain’t Over’?

Jackson: Hij zou zeggen: well done, Wanda baby! (Lacht) Er staat één Elvissong op de plaat, Like A Baby. Het is mijn eerbetoon aan hem, want zonder Elvis had ik hier niet gezeten.

THE PARTY AIN’T OVER

Uit op 21/1 bij Third Man Records/Warner Music.

DOOR JONAS BOEL

‘De songs van Bob Dylan houden geen steek.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content