‘Wij zijn de redding van de live-tv’, zo vertelde Twitter-CEO Dick Costolo enkele maanden geleden in Barcelona. Misschien had hij wel gelijk, alleen is dat niets om enthousiast over te worden.

Lachende gezichten afgelopen april in Las Vegas op de conventie van de National Association of Broadcasters, de vereniging van de grote Amerikaanse tv-zenders. In de Verenigde Staten is het publiek dat tv-programma’s bekijkt op het moment dat ze worden uitgezonden de afgelopen jaren steeds kleiner geworden, dankzij de opmars van digitale televisie en digicorders. Nu wordt er overal ter wereld, ook in Vlaanderen, steeds meer uitgesteld gekeken, maar in de VS – waar je veel gemakkelijker series via iTunes of websites als Hulu.com kunt bekijken – heeft de trend zich scherper doorgezet dan elders. In de herfst van 2002 werd de populairste reeks van dat moment – CSI – bijvoorbeeld nog wekelijks door 26 miljoen mensen live bekeken; de populairste serie van dit najaar – NCIS haalt nog zowat 19 miljoen, of een daling met meer dan 25 procent.

Dat er in Las Vegas toch gelachen werd, kwam niet door de kwaliteit van de ‘shrimp cocktail’ of het geluk aan de blackjacktafel, maar door de kijkcijfers: in het voorjaar van 2011, op een moment dat bijna één Amerikaans gezin op twee een digicorder heeft, waren die voor het eerst in jaren namelijk weer gestegen. De reden: sociale media. Twitter, en in mindere mate Face- book, geven aan mensen de kans om tijdens het kijken commentaar te geven bij tv-programma’s, en dat gebeurt in de VS meer en meer. Tijdens grote sportmatchen als de Super Bowl of belangrijke uitzendingen als de finale van American Idol kan het aantal tweets oplopen tot vijftig keer meer dan het gemiddelde. Wie met de conversatie wil meedoen, moet natuurlijk wel live kijken, want niets is zo slecht voor je hipsterimago als een grapje over een onderwerp dat een halfuur daarvoor de revue is gepasseerd. ‘Tv-programma’s worden evenementen’, vertelde Twitter-CEO Dick Costolo in het voorjaar tijdens het Mobile World Congres in Barcelona, en hij voegde eraan toe dat zijn bedrijf ‘de redding van live-tv zal zijn’.

Ook in Vlaanderen, waar drie gezinnen op vier digitale televisie in huis hebben, staat live tv-kijken onder druk, zeker bij jongeren. De trend leidde er al toe dat vtm voor dit najaar geen telenovelle meer bestelde, omdat net dat soort series met een jonger profiel vaak wordt opgenomen. Aangezien tijdens het bekijken de reclame wordt overgeslagen, zijn dergelijke programma’s vanuit financieel oogpunt steeds minder interessant. Zeker voor commerciële zenders kan Twitter dus een zegen zijn, temeer omdat uit Amerikaans onderzoek blijkt dat mensen die tijdens het tv-kijken zitten te ’tweeten’ meer geneigd zijn om de reclameblokken te volgen. Maar ook de VRT kan er zijn voordeel mee doen, want wie niet live kijkt, blijft veel minder trouw aan één zender: vandaar dat de één-omroepsters sinds maanden de hashtag voor een programma (een ‘#’ gevolgd door de – al dan niet ingekorte – titel) meegeven, zodat je alle tweets errond kunt volgen en desgewenst kunt meedoen.

De vraag is alleen of we er blij mee moeten zijn dat Twitter televisie ter hulp schiet. Tv-kijken en tegelijk op het internet commentaar geven, is niet meteen bevorderlijk voor de concentratie. Toen in de VS aan tieners die tegelijk de computer of smartphone en de televisie aan hebben staan, werd gevraagd welk apparaat het gros van hun aandacht kreeg, antwoordde bijvoorbeeld slechts elf procent dat de televisie in de bovenste schuif lag. Om ervoor te zorgen dat jongeren weer meer live tv-kijken, zullen zenders dus steeds meer programma’s moeten uitzenden die je met een half oog kunt bekijken en waarop je gemakkelijk commentaar kunt geven zonder dat je per se alles tot in de puntjes moet volgen. De uitzendingen waar in Vlaanderen het meest rond getweet wordt, zijn ook net dat soort reeksen: Komen Eten (zoals iemand het op Twitter onlangs beknopt samenvatte: ‘Hopelijk wordt #komen- eten ooit zo leuk als de tweets over #komeneten’) of Mijn Restaurant, waar elke wending of nieuwigheid zo vaak wordt herhaald dat zelfs iemand die pas na het laatste reclameblok inschakelt nog meekan. Voor wie tv-kijkt met niets meer in de handen dan een kop thee of een blikje frisdrank, ziet de toekomst er dus niet bepaald rooskleurig uit.

STEFAAN WERBROUCK – ILLUSTRATIE SARAH VANBELLE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content