Waarom Tim Van Aelst ook dit jaar de strafste gast in de media is

WAT ALS? is ook alweer aan tien landen verkocht. 'Nochtans heb ik nooit gedacht aan het buitenland veroveren. Ik wil gewoon mensen aan het lachen brengen.'

Hij is de baas van een bescheiden productiebedrijf dat tot nu amper drie comedyprogramma’s heeft gemaakt, maar won wel al twee Emmy Awards, in amper vier jaar tijd. Geen enkele Belgische tv-maker deed het hem voor. Maak kennis met het wonderlijke brein van Tim Van Aelst (36).

Als hij niet naarstig schrijft aan de bioscoopversie van Safety First, de populaire VTM-sitcom over een klungelige bewakingsfirma, dan verblijft Tim Van Aelst in New York. Eind november nam hij daar met cast en crew van Wat als? een Emmy in ontvangst in de categorie best comedy, een prijs die hij in 2011 ook al in de lucht mocht steken, toen voor Benidorm Bastards. Maar naast die internationale prijsbeeldjesstorm valt vooral het succes van zijn programma’s in vele buitenlanden op. Benidorm Bastards is verkocht aan 55 landen, voor Wat als? staat de teller op tien. Sinds Matroesjka’s van Marc Punt is geen Belgische tv-hotshot zo succesvol in het buitenland als Tim Van Aelst. Bovendien slaagt hij er wonderwel in tweede seizoenen van zijn programma’s even scherp te houden als de eerste. Dat lukte met Wat als?, dat lukt nog beter met Safety First. En voorlopig lijkt hij ook de kunst te begrijpen om te stoppen op een hoogtepunt. Van Wat als? 3 is nog geen sprake.

Zijn uitvalsbasis is Shelter, een productiehuis in de schaduw van het Antwerpse Museum voor Schone Kunsten. Van Aelst is niet alleen medeoprichter, maar ook hoofd, hart, armen, benen, ellebogen en schouders van het bedrijfje.

‘Tim is een harde werker en een autodidact’, zegt Tom Waes. Samen met Van Aelst maakte hij Tomtesterom en Trigger Happy voor Toreador, het productiehuis dat onderdeel was van het ter ziele gegane D&D. ‘Ik bedoel: hij studeerde af in de geschiedenis, nota bene met een thesis over de Antwerpse stadskas. Daarna is hij als runner aan de slag gegaan bij D&D – echt cassettes ronddragen. Zo ben ik zelf ook begonnen bij Woestijnvis. In dat opzicht lijken we wel op elkaar. Ik denk dat hij vooral heel goed zijn oren en ogen heeft opengetrokken.’

‘Tim heeft een neus voor alles wat goed is’, zegt Ruth Beeckmans, Ingrid in Safety First. Zij stondsamen met Van Aelst op het podium in New York. ‘Heel plezant’, geeft ze toe. ‘Daar zie je ook dat Tim sterk is in het onderhouden van internationale contacten. Hij is erg op zijn gemak tussen mensen die misschien al langer in de business zitten dan hij. Tegelijk heeft hij ook die Belgische nederigheid over zich om te blijven beseffen dat het elke keer iets wonderlijks is.’

‘Ik hoor hem in interviews vaak zeggen dat hij aan zijn plafond zit’, aldus Waes. ‘Shelter is een klein bedrijf, en ik denk dat hij dat bewust zo houdt. Heel vaak wordt hem gevraagd om nóg een reeks van Safety First te maken, en misschien nog een derde Wat als? Ik denk dan: “Man, je gaat moeten kiezen.” Als hij wat beter kon delegeren, zou hij sterker groeien.’

‘Delegeren?’ lacht Tim Van Aelst. ‘Ja, dat wordt me wel vaker geadviseerd. Maar ik sta gewoon veel te graag op een set, en ik zit veel te graag in een brainstorm of in de montage. Zowel voor Benidorm als Wat als? heb ik een deal gesloten met de Duitse distributeur Red Arrow. Die is ons internationaal aanspreekpunt. Voilà, een voorbeeld van delegeren. Als er mensen uit gelijk welk land aankloppen, dan verwijzen wij hen naar Red Arrow, dat de deal voor ons afrondt.’

‘Ik heb Tim leren kennen toen ik programmadirecteur was bij Medialaan, het moederbedrijf van VTM waar ook Shelter een onderdeel van is’, zegt Jan Segers, nu creatief directeur bij productiehuis TV Bastards. ‘Ik geloofde toen al zo hard in zijn talent dat we besloten hem een eigen huis te geven. Zijn grootste kracht? Hij is een all-in-onepakket. Iemand met uitstekende ideeën, die zeer gedisciplineerd te werk gaat, leiding kan geven, mensen kan overtuigen van zijn verhaal en dat verhaal ook nog eens kan verkopen. Hij vindt het ook belangrijk dat een idee kan reizen, en loskomt van de Vlaamse klei. Hij wil een zo breed mogelijk publiek aanspreken. En dus logischerwijs ook het buitenland.’

‘Ik heb er nooit aan gedacht het buitenland te veroveren, nee’, zegt Van Aelst. ‘Ik heb het filmen wel meegekregen. Mijn vader had een super 8-camera en nam ons geregeld mee naar de zolder, waar we samen familiefilmpjes bekeken. Later begon mijn oudste broer trouwvideo’s te maken. Pas toen ik programma’s als In de gloria en Vaneigens zag, kreeg ik de microbe te pakken: “Dat wil ik ook graag doen, met filmpjes mensen aan het lachen brengen.” Daar draait het uiteindelijk nog altijd om.’

Vanwaar die thesis over de Antwerpse stadskas, vraagt een mens zich dan toch af. ‘Oh, ik wilde zoals mijn oudste broer Peter een job aan de universiteit versieren. Ik heb dan maar een thesis geschreven waarmee vooral professoren heel erg blij zijn.’

ANDREAS ILEGEMS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content