WAAROM… … DE STONES NOG STEEDS EEN VOORBEELD ZIJN

© ILLUSTRATIE SARAH VANBELLE

Keith Richards leeft, en zolang Keith Richards leeft, bestaan The Rolling Stones; en zolang The Rolling Stones bestaan, doen ze voort. Dat is al vijftig jaar lang de logica – en gelijk hebben ze, want in hun zog steken steeds meer overlevenden van de sixties (opnieuw) de kop op.

Vijf decennia vetes, schandalen, personeelswissels, foute carrièrekeuzes en ruzies, het heeft geen vat op de grootste rock-‘n-rollgroep in het universum. Want zolang de heren Watts (71), Jagger (69) en Richards (68) de wetten der vervaldata tarten, zijn ze dat, hoogbejaard of niet. De allergrootste. Vijftig jaar lang hebben ze elkaar en hun publiek overleefd, en wat de Stones kunnen, kunnen wij ook, schijnen veel van hun generatiegenoten te denken. En daar doen we allen ons voordeel mee.

Noem het zelfs gerust een trend: veteranen die opnieuw volle zalen en festivalweides trekken. De voorbije zomer traden oude reuzen als The Beach Boys (gemiddelde leeftijd: 70) en Leonard Cohen (78) op voor volle pleinen. In Londen en New York waren de peperdure tickets voor vier jubileumshows van de Stones in een wip uitverkocht. Maar ook zij die het zonder Good Vibrations, Hallelujah of (I Can’t Get No) Satisfaction moeten doen lokken verschillende generaties met gemak uit hun zetel. Denk maar aan de uitverkochte maar afgelaste show van Bobby Womack (68) op Gent Jazz, of de triomfantelijke doortocht van soulbroeder Charles Bradley (64), jongstleden Pukkelpop. En dan hebben we nog niks gezegd over jubelrecensies die kranige rockabillytante Wanda Jackson (75) en de door de mazen van de geschiedenis geglipte Lee Fields (62) de voorbije jaren te beurt vielen, én de onlangs in Engeland uit de vergetelheid opgediepte en net niet heilig verklaarde Bill Fay (69). Zelfs Tom Jones (72) wordt opnieuw au sérieux genomen!

Maar ook wie in tijden geen nieuwe release op de planken mikte, weet met succes de stilte te breken. Zo gingen onlangs in Londen toegangskaartjes voor Shuggie Otis (58) als zoete broodjes over de toonbank. Shuggie wie? Precies. De zoon van rhythm & blues-pionier Johnny Otis was lange tijd een goed bewaard geheim onder aficionado’s van psychedelische soul en funk. Midden jaren zeventig werd hij vanwege zijn gitaarkunsten zelfs benaderd door The Rolling Stones, een voorstel dat het voormalige wonderkind meteen van de hand wees. Liever speelde hij sessies bij Frank Zappa en Etta James, maar als soloartiest doorbreken deed Shuggie nooit. Tot David Byrnes Luaka Bop-label in 2001 zijn magnus opus Inspiration Information (1974) opnieuw uitbracht en hij een nieuw, jong publiek vond. Van een comebackalbum lijkt voorlopig geen sprake, maar met een nieuwe reissue op til vond de teruggetrokken Otis het toch stilaan tijd om zijn nieuwe fanbasis in levenden lijve tegemoet te treden. Op 26 november houdt zijn tournee halt in Trix.

Waarom vallen we bij bosjes voor de voeten van deze oud-strijders? Ze zijn de laatste der Mohikanen, het laatste, levende bewijs van tijden waarin muziek nog onbezoedeld was door Napster, YouTube of TheX-Factor. Tijden waarin performers larger than life waren, en niet via Twitter midden de mensen. Toen muzikanten de soundtrack bij de geschiedenis schreven – one nation under a groove en elke week een nieuwe revolutie, aan 33 toeren per minuut. Niet toevallig valt deze renaissance van levend erfgoed samen met de opflakkerende vinylcultuur. Die markt draait voor een groot deel op de glans van heruitgaven en special editions, het aantal labels dat zich exclusief toelegt op afgestofte klassiekers en in de plooien van de geschiedenis vergeten parels valt haast niet meer bij te houden.

‘The Beatles and The Stones / Made it good to be alone’, zong The House Of Love in 1990, en ze hadden het niet over een mp3’tje. Binnenkort kunt u van die eerste trouwens alles op vers gestanste elpee in huis halen. The Beatles of The Stones, het was ooit een statement. En wie niet kiezen kon of wou, had nog steeds The Kinks en The Who om op terug te vallen, ook twee bands waarvan de spilfiguren tegenwoordig nog steeds alive en enigszins kicking zijn.

We hebben ze nodig, die oldtimers. Om ons eraan te herinneren dat muziek ooit veel meer was dan ringtone of reclamedeun. Want als The Rolling Stones, samen met die andere overblijvers, er op een dag de brui aan geven, verliezen we in één klap niet alleen enkelen van de grootste artiesten die deze aardkloot ooit hebben bevolkt, maar meteen ook een hele tijdsgeest. Lang mogen ze leven.

DOOR JONAS BOEL – ILLUSTRATIE SARAH VANBELLE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content