Waar vader was
Eerste zin We zeiden papa.
Erg happig is Monika Helfers kettingrokende stiefmoeder niet om meer informatie te geven over Monika’s zwijgzame vader: ‘Wacht tot ik dood ben, dan hoef ik me niet op te winden.’ Helfer graaft dan maar in haar eigen archief, vastbesloten het enigma te ontsluieren. Ze herinnert zich haar jeugd in een Oostenrijks herstellingsoord voor oorlogsslachtoffers, een idyllische plek waar haar vader de rol van huisbewaarder op zich nam. Hij was zelf ook verminkt door de waanzin van WO II: in de vrieskou had hij een been verloren en mankend probeerde hij zijn medeveteranen erbovenop te helpen. Weliswaar tussen het lezen door, want dat was zijn grote passie, een obsessie zelfs, die hem uiteindelijk zijn job zou kosten. Dat was het begin van het einde: een paar jaar later werd het gezin in stukken geslagen, de kinderen verspreid over familie, de vader spoorloos. Helfer pent het familiedrama met de nodige humor neer. Zelfs wanneer ze tussendoor vertelt over de dood van haar eigen dochter, blijft ze krampachtig het licht zoeken. Of ze polijst de duisternis op, want al in het gesprek met haar stiefmoeder waarschuwt ze de lezer: dit is deels fictie. Een boek als een boeket bloemen op het graf van een vader.
Waar vader was **
Monika Helfer, Nieuw Amsterdam (oorspronkelijke titel: Vati), 114 blz., ? 21,99.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier