Een kaars doen branden, fanatiek gospels zingen of paternosters bidden tot zijn vingers blauw zagen: die kelk heeft regisseur Ron Howard wellicht aan zich voorbij laten gaan. Als de wereldwijde hype, heisa en controverse gerespecteerd worden en de meer dan veertig miljoen mensen die Dan Browns ‘The Da Vinci Code’ inmiddels gekocht hebben ook naar de film gaan kijken, heeft hij de kaskraker van zijn carrière vanzelf binnen. ‘Ik weet dat de film heel kritisch bekeken zal worden en ik maak me er zorgen over, maar ik slaap goed de laatste tijd.’

Ron Howard staat niet meteen bekend als Hollywoods meest eigenzinnige of controversiële filmmaker. Van hem moeten we dus geen buñueliaans venijn verwachten bij zijn adaptatie van Browns The Da Vinci Code. Een soort moderne Hitchcock-achtige mysteriethriller, zo omschrijft de regisseur van Oscarlaureaten als Apollo 13, A Beautiful Mind en Cocoon zelf zijn bewerking van de zoektocht van symbologist Robert Langdon (Tom Hanks) en cryptologiste Sophie Neveu (Audrey Tautou) naar de Heilige Graal. Begin maart – toen de film met een geschat budget van 125 miljoen dollar ingeblikt was – verwelkomde het Louvre de internationale pers voor een preview van 36 minuten en interviews met Howard en Frankrijks bestbetaalde acteur, Jean Reno (politiekapitein Bézu Fache). Het is uiteraard moeilijk om een film in te schatten waarvan je slechts een dik halfuur ruw bij elkaar gesprokkelde scènes hebt gezien, maar je krijgt wel een idee van het productiedesign en het locatiefilmwerk.

Op het eerste gezicht lijkt The Da Vinci Code een vrij klassieke, verzorgde Frans-Britse krimi, met Hanks, Tautou en vooral Jean Reno getypecast in rollen die weinig ruimte laten voor de psychologische ontwikkeling van de personages. Drie dingen vallen op. De film heeft een authentieke flair dankzij het prestigieuze locatiewerk (van het Louvre tot het indrukwekkende barokke Burghley House in Lincolnshire). De actie daarentegen – als we ons tenminste mogen baseren op een niet al te geloofwaardige en wat onbehouwen achtervolging in nachtelijk Parijs met een Smart – oogt niet altijd even vinnig of bedwelmend spectaculair, en de visuele drive komt vooral voort uit de historische flashbacks en CGI-effecten bij het oplossen van de codes en cryptogrammen. En vooral het personage van Paul Bettany als de getormenteerde albino Silas is huiveringwekkend, onder meer door pijnlijk realistische flagellatiescènes.

Howard zelf blijft rustig en ontspannen onder al die Da Vinci-drukte. Zijn guitige Richie Cunningham-blik uit Happy Days heeft hij nog altijd niet verloren. En Howard interviewen in de prestigieuze salle des États, knal voor de Mona Lisa, het is eens iets anders dan een suite van een chic vijfsterrenhotel.

Hoeveel keer heb je het boek ondertussen gelezen?

Ron Howard: Een keer of vier denk ik. Tijdens het filmen heb ik er voortdurend naar teruggegrepen. Voor elke scène nam ik de betreffende passage in het boek nog eens door, en telkens pikte ik een nieuw detail of idee op dat we uit de adaptatie hadden gegooid en vervolgens opnieuw in de film inbouwden.

Was de adaptatie een zware klus?

Howard: Verschrikkelijk moeilijk, omdat je niet heel het boek kan verfilmen. Sommige dingen heb ik nogal persoonlijk geïnterpreteerd, maar hoe meer ik met mensen sprak die het boek gelezen hadden, hoe meer ik daarnaar teruggreep. We zijn de roman als een biografie gaan gebruiken. Het is natuurlijk fictie, maar toch voelde het alsof we een waargebeurd verhaal verfilmden, waarbij je zoveel mogelijk feiten, nuances en details in de film probeert te krijgen.

Wat bedoel je met je eigen persoonlijke interpretatie?

Howard: De conclusies die ik uit het boek getrokken heb, wil ik voor mezelf houden. Ze zijn persoonlijk en ik wil niet dat de toeschouwer de film door mijn persoon ervaart. We hebben in het verhaal een soort code in de code ingebouwd: symbolen in de sets, scènes, decors en composities. Die volgt op een symbolische manier de reis van Langdon en Neveu. Heel esoterische stuff. Ik heb niet echt een schitterende geest voor het oplossen van codes, maar Dan Brown heeft ze me geleverd. In het begin van de film, en dat is de enige sleutel die ik geef, zie je in Langdons notaboekje iets in potlood in plaats van met inkt geschreven en dat begint met ‘ Led‘. Op een bepaald moment kun je ook Venus zien. Dat heeft ook een betekenis in onze code. Wie van symbolische spelletjes houdt, kan ze vinden.

Ben je zelf gelovig?

Howard: ‘Ik heb mijn eigen spiritualiteit en geloofssysteem, maar opnieuw, ik ga het niet over mijn conclusies hebben in verband met de samenzweringstheorieen uit het boek. Ik wil dat de mensen de film zelf interpreteren. Ken je de I Ching, waarbij je teerlingen werpt en het Boek der Veranderingen leest? ( Het beschrijft in 64 hexagrammen het oude systeem van kosmologie en filosofie dat centraal staat bij Chinese geloven als taoïsme, confucianisme en boeddhisme, al beschouwen anderen het als pure waarzeggerij, nvdr. ) Het briljante eraan is dat je altijd met je eigen antwoorden voor de dag komt. Hier is het net hetzelfde. Het boek stimuleert de geest en het mengt sommige geïdealiseerde elementen van onze moderne wereld met dingen die in het verleden gebeurd kunnen zijn op een spannende manier tot een provocerende brok entertainment. Volgens de theologen met wie ik gesproken heb, zet The Da Vinci Code de mensen aan om over hun spiritualiteit en God te spreken.

Welke vragen over religie of spiritualiteit roept de film volgens jou op?

Howard: De impact van institutionele interpretaties en dogma’s, de graad waarin je naar het verleden kan blijven kijken en je afvragen wat nu juist de echte regel van deze godsdienst was. Hoe zijn die ideeën gepredikt en gevormd door de geschiedenis? Hoe zijn ze veranderd en welk verband hebben ze nu? Het feit dat mensen ze soms geinterpreteerd hebben voor hun eigen broodwinning en soms uit inspiratie, levert voortdurend zowel positieve als negatieve dingen op. Een van de vragen die de film oproept, is die over het tijdloze: dat onze persoonlijke geschiedenis niet zo sterk verschilt van die van de wereld. Het wordt allemaal een kwestie van interpretatie en geheugen. Maar hoe juist is het geheugen? Visueel heb ik nogal met dat idee gespeeld – het budget voor de speciale effecten is dan ook hoog opgelopen. Maar er waren elke dag interessante discussies op de set. Het boek stimuleert de discussie. Sommigen zullen het gewoon een cool mysterie vinden, maar anderen zullen na de film op het internet gaan surfen en meer willen weten over bijvoorbeeld het Concilie van Nicea.

Er zijn enorm veel reacties geweest, van Russische orthodoxen en Opus Dei tot drukkingsgroepen die zich zorgen maakten over de stereotiepe voorstelling van albino’s. Was het niet te veel diplomatiek laveren?

Howard: Ik heb veel respect voor mensen die toegewijd zijn aan hun geloof en religie. Maar ik ben gaan geloven in wat het boek promoot: de idee dat je open moet staan, dat je moet blijven exploreren en proberen te begrijpen dat we waarschijnlijk niet alles over de geschiedenis van ons bestaan weten en over wat er in de toekomst mogelijk is. Een van Gods grootste geschenken is onze geest. En we worden verondersteld die te gebruiken. De Da Vinci Code lokt dat op een onderhoudende manier uit.

Voor de opnamen verbleef je bijna een jaar in Europa. Heeft die afstand je iets over Hollywood en de VS geleerd?

Howard: Ik woon in Connecticut, dus ik zit sowieso op een gezonde afstand van Hollywood. Maar vanuit politiek oogpunt was het heel interessant. Alleen al om te zien hoe de media in andere landen werken. Eerlijk gezegd: voor het eerst in mijn leven was ik niet bij machte om de Amerikaanse regering te verdedigen als ik opmerkingen kreeg over het VS-beleid. Ik ging niet altijd akkoord met mijn regering, maar vroeger vond ik tenminste nog een argument om mij te verdedigen: onze individualiteit, de persoonlijke vrijheid, de vrijheid van onderneming. Het wordt heel gênant als mensen je op het matje roepen over je leiders en je alleen kunt antwoorden: ‘Sorry, ik heb niet voor Bush gestemd.’

Maar het heeft geen invloed op de film gehad?

Howard: Een Amerikaans perspectief moet je achter Langdon niet gaan zoeken, neen. Het is een heel internationale film. Ik heb maar één dispuut met de Sony-studio gehad. Toen ze zagen hoeveel scènes er in het Frans gesproken waren, vroegen ze me om die scènes ook in het Engels te draaien om ondertitels te vermijden voor het Amerikaanse publiek. Maar ik kon de Fransen toch geen Engels met elkaar laten spreken? Die vlieger gaat niet meer op voor een modern publiek. Dat was mijn enige twist met de studio. En ik heb mijn slag thuisgehaald. l

THE DA VINCI CODE: VANAF 17/5 in de bioscoop.`

THE REAL DA VINCI CODE: Tweedelige documentaire, vanaf 15/5 – 22.05 Canvas (Zie ook tv-pagina’s)

THE DA VINCI CODE: Het geïllustreerde filmscenario. Vanaf half mei in de winkel (Luitingh), e 19,95

FOCUSTRAKTEERT

WIN exemplaren van ’the da vinci code’ EN SOUNDTRACKS VAN DE FILM. ZIE PAGINA 6.

EXTRA OP WWW.FOCUSKNACK.BE op de set van ’the da vinci code’.

Door Luc Joris

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content