Voor niets hoort wat

P.B. GRONDA, auteur van onder meer Wanderland, Straus Park en Onder vrienden, duikt elke week in de populaire cultuur. © © MAURO MAIOLO
Paul Baeten
Paul Baeten Columnist bij Knack Focus

Veel mensen hebben goede herinneringen aan een bibliotheek. Volgens mij vooral omdat veel mensen goede herinneringen hebben aan hun kindertijd en dat naar de bibliotheek gaan daar deel van uitmaakte, net zoals Sinterklaas, kermis, schaatsen, een goede jas, een kus op de wang en hun mama.

Maar misschien ook wel omdat ze er boeken ontdekten, wat voor sommigen het begin betekende van een leven als lezer en wat voor anderen misschien de enige periode in hun leven was waarin ze boeken lazen. Omdat het moest van de school en niks kostte.

Het zou dus ook absurd zijn om iets tegen het bestaan van bibliotheken te hebben. Wij geloven in onze cultuur dat boeken lezen goed is voor de geest en die verrijking tot zo veel mogelijk mensen brengen, is dus zinvol.

Als het bestaan van bibliotheken betekent dat mensen die thuis weinig culturele of intellectuele stimulering krijgen, of om economische redenen weinig lectuur ter beschikking hebben, toch geprikkeld worden om hun talent te ontwikkelen, dan is het nut natuurlijk meer dan bewezen.

Al is het natuurlijk een beetje een Spotify-deal. De lezer betaalt een klein bedrag voor iets wat lijkt op een abonnement, en dat volstaat eigenlijk enkel omdat de organisatie die dat kleine bedrag ontvangt een heel slechte deal sluit met de makers van hun product. Namelijk dat ze hen niet betalen.

Nu heb ik daar persoonlijk niet zo’n probleem mee. Ik moet niet leven van de boekenverkoop, en als ik dat wel zou moeten doen, dan kwam het waarschijnlijk niet op die paar honderd mensen die je boek ontlenen.

Al herinner ik me dat iemand van een stedelijke bibliotheek me acht jaar geleden zei dat ze een hele stapel exemplaren van mijn boek op voorraad hadden, maar dat ze voortdurend allemaal weg en gereserveerd waren. Maar je moet al een redelijk kille kapitalist zijn om dat als puur inkomstenverlies in de plaats van als een mooi compliment te beschouwen.

Al zou het ook wel weer leuk zijn dat je er ergens iets voor krijgt. Zoals in, ik zeg maar wat, Nederland. Ik krijg meer leenrechten uitbetaald vanuit Nederland, waar ik tot op heden ongeveer zeven boeken verkocht heb, dan uit Vlaanderen, waar ik er toch een stuk of drie meer kon kwijtspelen. ‘Meer’, zijnde nét genoeg voor een fles wijn om dit haast ondraaglijke onrecht weg te drinken.

Komt daar nog eens bij dat de bibliotheken zich hard opstellen ten opzichte van de boekenwinkels die hen bedienen. En denk nu niet aan Standaard Boekhandel maar aan mensen van de onafhankelijke boekhandels die veel en extra moeite moeten doen, meer gedreven door overtuiging dan door enig winstbejag, om de bibliotheken te mógen bedelen, vaak met lachwekkende marges.

Ik wil als schrijver het maatschappelijke nut van bibliotheken ver boven mijn kleine commerciële belangetjes verheffen. Anders was ik wel autoverkoper geworden. Maar dan wil ik wel dat dezelfde mensen die van die laksheid gebruikmaken ook correct omgaan met hun eigen partner: de boekhandels. Anders moeten ik en mijn collega’s maar bij Sven Gatz gaan zeuren tot we geld krijgen voor elk boek dat wordt meegenomen in ruil voor een stempel.

P.B. GRONDA

Ik wil het maatschappelijke nut van bibliotheken ver boven mijn kleine commerciële belangetjes verheffen. Maar dan wil ik wel dat die bibliotheken ook correct omgaan met hun eigen partner: de boekhandels.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content