Het gaat goed met de cinema, dank u. Met 350.000 entreekaartjes tijdens zijn openingsweek heeft ‘Pirates of the Caribbean 3’ het Belgische jaarrecord van ‘Spider-Man 3’ zopas gekelderd. En straks hopen ‘Ocean’s Thirteen’, ‘Shrek the Third’ en Harry Potter de Vijfde hetzelfde te doen. Wordt de film-met-inhoud definitief de grond in geboord door het blockbustergeweld? Als het zover komt, wéét dan dat het uw schuld is.

Vraag aan exploitanten, verdelers en iedereen die beroepshalve blikken pellicule verorbert of het nu goed of slecht gaat met de cinema en je krijgt vooral veel getreuzel en gemaar te horen. Wat sterk doet vermoeden dat de resultaten, ondanks alle onheilstijdingen, best meevallen. En inderdaad: wie er de naakte cijfers van de jongste jaren op naslaat, merkt dat het aantal entrees in België ongeveer status-quo is gebleven en vorig jaar zelfs met 7 procent is gestegen. Dat de bioscoopcultuur op sterven na dood is door de exploderende home-entertainmentmarkt (dvd, betaal-tv, HD-screens, videodownloads etc.) en een alsmaar diverser vrijetijdsaanbod is met andere woorden je reinste flauwekul. En als er in de geglobaliseerde multimediajungle überhaupt al een schuldige kan worden aangewezen, lijken de vingers ook meer te wijzen richting Caribische dan internetpiraten.

CEO’s of the Caribbean

Wie de cijfers nader bestudeert, merkt dat de box office alsmaar afhankelijker wordt van enkele megakaskrakers die voor het gros van de inkomsten zorgen (20 procent van het aanbod haalt 80 procent van de opbrengsten binnen), waarbij obsceen dure spektakellawines als Spider-Man, Shrek of Pirates voor de Amerikaanse majors de door barnumreclames voortgestuwde vlaggenschepen vormen. Dat die films – bijna allemaal sequels of remakes – niet bepaald uitblinken in originaliteit, is logisch. Wie zet tenslotte het voortbestaan van zijn bedrijf op de helling door 200 miljoen dollar – de gemiddelde kostprijs van zo’n blockbuster (en alweer het dubbele van tien jaar terug) – te investeren in een vernieuwend of gedurfd project? Zeker nu die grote studio’s allang niet meer geleid worden door klassieke filmmogols à la Louis B. Mayer (van Metro-Goldwyn-Mayer) maar door mercantiel aangelegde CEO’s die meestal uit andere sectoren komen en even vlot sinaasappelen als films aan de man brengen.

McCinema

We weten het: ook het filmbedrijf kan natuurlijk nooit aan de cynische wetten van de globalisatie ontsnappen. Waardoor fenomenen als het marginaliseren van de zogeheten arthousefilm (dé arthousehit van het jaar, Das Leben der Anderen, staat pas 52e in de kassarangschikking), het roofbouweffect van blockbusters die in hun eerste week records breken om daarna spectaculair snel ineen te zakken en al na enkele weken weer uit roulatie te worden gehaald én de McDonaldisering van het multiplexaanbod (risicoschuwe sequels en varianten op succesformules die op twaalfjarigen met het verstand van achtjarigen mikken) nauwelijks een halt toe te roepen vallen. Daarbij dreigt het toekomstvisioen dat het bioscooplandschap binnen tien jaar maar uit twee, mijlenver uiteenliggende polen meer bestaat: gesubsidieerde cultuurhuizen voor bebaarde intello’s aan de ene kant waarin je naast traditionele auteursfilms als Still Life ook het betere commerciële werk zoals The Good Shepherd zult kunnen bekijken. En aan de andere kant evenementenhallen waarin de nieuwe Spider-Man in 3D op zes schermen tegelijk wordt geprojecteerd, een liveconcert van Clouseau doorgestreamd en de nieuwste games voorgesteld.

Debiel vertier

‘The horror, the horror!’, horen we de échte, naar diversiteit hongerende cinefiel al janken, maar die mag dan wel dringend de hand in eigen boezem en desnoods ook in wekere delen steken. Niet de grote massa die decennia geleden ook al in dichte drommen stond aan te schuiven bij Star Wars en andere hypes laat het de jongste jaren immers afweten, zoals de statistieken aangeven. En ook ‘de MTV-kids die door de grote studio’s als Pavlovhondjes zijn gekweekt om hun debiele vertier te slikken – we citeren Paul ‘Taxi Driver’ Schrader – kunnen bezwaarlijk de schuld krijgen, zeker als ze nooit wat anders hebben geslikt dan fast lane-producten die niet de minste artistieke pretentie hebben. Vergelijk de laatste opperblockbusters Titanic en Lord of the Rings qua ambitie en technische innovering met die piratenleut uit de Bruckheimerfabriek en u begrijpt wat we bedoelen.

Het neefjeseffect

Als de ‘betere film’ – met excuses voor ons Pater Versteylenbravado – steeds meer onder druk komt te staan, dan is dat omdat de bioscoopganger die minstens een paar keer per jaar naar de cinema trekt, zich vooraf over het aanbod informeert en de meeëters al enkele jaren achter zich heeft – het zogeheten middenveld dus – het alsmaar vaker laat afweten. Kennelijk is hij – u? – niet in staat om aan de lokroep van de de hype- en pretcultuur, het anti-intellectualisme of de op Johnny Depp en Keira Knightley verliefde neefjes en nichtjes te weerstaan. Néé, op zich is er niks mis met een portie hersenloze ontspanning, maar wat als er straks niks anders overschiet en u in de bioscopen alléén nog krijsende travestiepiraten of rondslingerende spinnenventen kunt gaan zien?

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content