Sinds 2002 brengt Cinematek haar eigen dvd’s uit met piekfijn gerestaureerde klassiekers of archiefmateriaal van eigen bodem. Een gesprek met ‘editor in chief’ Erik Martens over onze eigen Criterionvariant.

Vierentwintig dvd’s heeft het Koninklijk Belgisch Filmarchief – vorig jaar omgedoopt tot Cinematek – nu al in fraaie edities op de markt gebracht. De cataloog varieert van vakkundig gerestaureerde Vlaamse klassiekers als De Witte, Mira en Brussels by Night, tot docu’s en archiefmateriaal rond thema’s als Expo 58, de Zoo van Antwerpen en – hun nieuwste release – de geschiedenis van vliegtuigmaatschappij Sabena. De jongste uitgave in de nu twaalf titels tellende Kroniek van de Vlaamse film is dan weer de dubbel-dvd rond Vlaams filmpionier Emile Degelin. Die haalde in 1960 de officiële competitie van Cannes met zijn poëtische langspeelfilmdebuut Si le vent te fait peur, maakte in 1966 de komedie Y Manana en stond mee aan de wieg van de Nederlandstalige filmschool RITS in Brussel. Beslist de moeite waard om te (her)ontdekken dus, vindt ook Erik Martens, die de dvd-releases van Cinematek superviseert.

Hoe is Cinematek met dat dvd-label begonnen?

Erik Martens: In 2002 kregen we voor het eerst subsidie om een reeks van tien Vlaamse klassiekers uit te brengen. Die moest alle belangrijke titels, regisseurs en periodes bevatten, opdat het een panorama van de Vlaamse film zou zijn. Na veel discussie zijn het uiteindelijk elf films geworden, maar toen was het geld helaas op. Voor het digitaliseren of uitbrengen van dvd’s heeft het Filmarchief geen budget, zodat we voor elk nieuw project weer naar partners op zoek moeten. Voor de dvd van Emile Degelin is dat bijvoorbeeld het Fonds Myriam Garfunkel, dat zich buigt over de restauratie van Belgische films.

Is dat ook het verhaal achter die non-fictie-dvd’s?

Martens: Inderdaad. We wilden al langer iets doen met dat deel van de collectie dat nooit wordt vertoond – bedrijfsfilms, wetenschappelijke films en noem maar op. Vandaar dat we telkens op zoek gaan naar historische thema’s die relevant zijn voor het onderwijs of voor mensen binnen een bepaalde branche. Neem nu die Sabena-dvd. Die zal niet iedereen interesseren, maar wel de mensen die ooit iets met Sabena te maken hadden – en dat zijn er toch verschillende duizenden. Idem voor die dvd rond Expo 58, die we met de steun van de Koning Boudewijnstichting hebben gemaakt. Met de vijftigste verjaardag was de expo opnieuw actueel en van die dvd hebben we veertienduizend exemplaren verkocht, onze grootste hit. Voor ons zijn die thema-dvd’s unieke kansen om een deel van het archief te digitaliseren en te restaureren én om mensen te bereiken die anders moeilijk naar Cinematek te lokken zijn.

Welke projecten staan er nog in de steigers?

Martens: We willen allang iets doen rond André Delvaux. Alleen is dat project moeilijk te financieren. De gemeenschappen willen hooguit één film ondersteunen als die in hun kraam past, maar het is duidelijk niet hun prioriteit. Gelukkig hebben we nu geld gevonden bij de Triodos Bank, zodat we de komende jaren de integrale Delvauxcollectie kunnen uitbrengen. Plus: er komt een dvd over de Belgische spoorwegen, die zelf bij ons kwamen aankloppen, om hun 175-jarige bestaan te vieren. Vroeger moest ik zelf de hort op om geld te vinden. Nu komen geïnteresseerde partners alsmaar vaker zelf met voorstellen omdat ze zien dat we kwaliteit brengen.

Hoeveel kost zo’n project eigenlijk?

Martens: Dat varieert. Aangezien we producten maken die vaak wat toelichting vereisen, willen we niet besparen op de verpakking en steken we er steeds een mooi boekje bij. Onze dvd’s zijn ook altijd in het Frans, het Nederlands en het Engels ondertiteld, wat niet goedkoop is. Voor de rest is het een kwestie van de kosten zoveel mogelijk te drukken. We proberen altijd een deal te sluiten met de rechtenhouders door hen met een deel van de verkochte dvd’s te betalen. Als er dan niets verkocht wordt, hebben we tenminste geen put gedolven. We gaan ons zeker niet blauw betalen aan auteursrechten. Ik denk dat het Expo 58-project zestigduizend euro heeft gekost. Andere projecten kosten dan weer minder dan dertigduizend. Veel hangt af van de relaties met de rechthebbenden, én van de staat waarin het materiaal zich bevindt. Voor de Degelin-dvd hebben we bijvoorbeeld heel wat moeite gehad om de kortfilm Dock te restaureren omdat die op een type Gevaert Color is gedraaid dat volledig verkleurd is. Digitaal kun je veel rechtzetten, maar het tikt wel aan.

Jullie dvd’s bevatten vaak zeldzaam bonusmateriaal, zoals die ouwe Cannesreportages bij de Degelin-dvd. Waar halen jullie die?

Martens: Vaak uit het VRT-archief, een onwaarschijnlijke schatkamer. Van de jaren 50 tot aan de komst van VTM screende de publieke omroep echt alles wat er op cultureel gebied te beleven viel. Er waren meerdere filmprogramma’s en over elke Vlaamse film werden interviews en reportages uitgezonden, zelfs van pure kunstfilms. Nu is dat ondenkbaar. Als we binnen dertig jaar een dvd moeten maken van pakweg (N)Iemand van Patrice Toye zullen we al blij zijn met een fragment-je uit De Rode Loper. Net nu men alsmaar vaker over erfgoed spreekt, lijkt de openbare omroep niet meer in zijn archiveringstaak geïnteresseerd te zijn. Een gemiste kans.

FOCUSKNACK Trakteert op FOCUSKNACK .BEWin 5 exemplaren van De Kroniek van de Vlaamse film (twaalf dvd’s!). Zie pagina 8.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content