Vergeten meesters ****

Eerste zin Raf De Kesel was zo groot als een extra lange lucifer, zijn glimmende kale hoofd de zwavelkop die ieder moment kon worden afgestreken.

Raf is het hoofd Communicatie, Cultuureducatie en Pers van het Amsterdamse Dumas, het Rijksmuseum Dutch Masters. Het is een naam die boekdelen spreekt. Hier wordt met veel allure aan de toekomst gewerkt, aan een plek waar beleving en een persoonlijke invalshoek vooropstaan. Tijdens de nieuwjaarstoespraak voor het personeel van het Dumas jongleert Raf met kunstwerken, maakt hij een dansje en stelt hij Claudioguide voor, het nieuwste van het nieuwste op audioguide-gebied, pure AI natuurlijk. Raf, een Vlaming die in kapitalen spreekt, alsof de capslockfunctie van zijn stembanden geblokkeerd geraakt is, en om het zacht te zeggen nogal vol is van zichzelf, zou zo weggelopen kunnen zijn uit Tom Lanoyes België-trilogie.

Tegenover die Raf plaatst Daniël Rovers in Vergeten meesters de realiteit in de vorm van vijf museumgidsen die iets meer, maar daarom niet meteen steviger met hun voeten op de grond staan. Pina lijdt bijvoorbeeld aan angsten. Wallerand, wiens gezicht getekend wordt door roodheid en schilfers en in wie zijn Fennelien eerder een zaaddonor en een grote broer ziet dan een geliefde, durft nog met moeite in contact te komen met mensen. Heribert is een homoseksueel die treurt omdat hij zijn geliefde naar Amerika heeft laten vertrekken en nu te veel drinkt. En dan zijn er nog Margreet, al twintig jaar gescheiden en hunkerend naar seks, en Rehab, die een voorbeeldig huwelijk lijkt te leiden, maar twijfelt of haar Hent een gebrek aan emotie dan wel intelligentie vertoont. Wanneer het brandalarm van het Dumas om onbekende reden afgaat, komt alles in een stroomversnelling terecht.

Rovers zet zijn personages met een paar trekken neer, ontwikkelt van daaruit hun specifieke identiteiten, en borstelt zo een gediversifieerd, maar ook altijd droogkomisch beeld van de Nederlandse maatschappij. Op de achterflap van het boek staat niet voor niets ‘Een Great Dutch Novel’. De schrijver wil hier immers niet minder dan de staat opmaken van onze huidig tijdsgewricht, waarin de kleine mens met al zijn gebreken aan de kant wordt geschoven voor glitter, holle retoriek en amusement. Het hedendaagse museum als metafoor voor de wereld dus, en Rovers toont de essentie daarvan op een grandioze manier, scherp, maar altijd met mededogen en begrip.

Daniël Rovers, Wereldbibliotheek, 480 blz., ? 24,99.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content