‘VEEL BETER KAN HET NIET WORDEN’

Sinds de succesvolle update van Sherlock Holmes door de BBC behoort Benedict Cumberbatch in thuisland Groot-Brittannië tot de absolute acteertop. Dit jaar dwingt hij met rollen in Steven Spielbergs drama War Horse, spionagethriller Tinker Tailor Soldier Spy en de in België opgenomen prestigereeks Parade’s End de rest van de wereld op de knieën. ‘Wijsheid komt niet met de jaren.’

Soms kan het snel gaan, heel snel. Voor 2010 was Benedict Cumberbatch (35) zelfs in zijn geboorteland een nobele onbekende. Ondanks zijn meer dan degelijke vertolkingen in biopic Hawking, oorlogsmysterie Atonement en kostuumdrama The Other Boleyn Girl bleef de grote doorbraak uit voor de zoon van acteurskoppel Timothy Carlton en Wanda Ventham.

In het jaar dat hij zijn 34e verjaardag vierde, keerde het tij. Aanleiding: zijn titelrol in Sherlock, de BBC-reeks waarmee Sir Conan Doyles meesterdetective een update van jewelste kreeg. Cumberbatch vertolkte Holmes op verrukkelijke wijze als een quasi-autistische speurneus, die gebruik maakt van hedendaagse hulpmiddelen als een smartphone en het internet om de hem voorgelegde misdaden op te lossen.

Een jaar later schakelde het succesverhaal van de acteur naar een nog hogere versnelling. Samen met Jonny Lee Miller kroop Cumberbatch op de bühne voor Danny Boyles theaterbewerking van Frankenstein. Dat de acteurs elke vertoning van rol wisselden – ze speelden zowel wetenschapper als creatuur – deed de National Theatre voorstelling na voorstelling uitverkopen.

Ook ’s mans prestatie als sidekick van George Smiley, de door Gary Oldman vertolkte spionnenjager in de onderkoelde Oscarfavoriet Tinker Tailor Soldier Spy – die bij ons op 8 februari in de zalen komt – ging niet onopgemerkt voorbij. En met de aanvang van het tweede Sherlock-seizoen op de BBC op de eerste dag van het nieuwe jaar werd zijn status van ‘Britain’s hottest actor’ helemaal bevestigd.

Internationale interesse kon niet uitblijven en het aantal producties waarin Cumberbatch de komende tijd te zien zal zijn, groeit exponentieel. Later dit jaar duikt hij op in Parade’s End, de grotendeels in België opgenomen coproductie van HBO, BBC en VRT naar de literatuurklassieker van Ford Madox Ford. En nadien volgen rollen in onder meer The Hobbit, Peter Jacksons tweedelige The Lord of the Rings-prequel, en het vervolg op J.J. Abrams’ populaire Star Trek-reboot.

Eerst op de agenda: War Horse van Steven Spielberg. In het WO I-drama speelt Cumberbatch een van de vele mensen die in aanraking komen met Joey, het wonderlijke paard dat van het idyllische Engelse platteland naar de Europese loopgraven verscheept wordt en getuige is van de waanzin van de ‘Great War’. Hoewel het om een niet al te grote rol gaat, zet de rijzende ster duidelijk alles op alles als majoor van het Britse leger.

‘Bedankt voor het compliment’, lacht Cumberbatch tijdens ons gesprek in het imposante Claridge’s Hotel in Londen. ‘Laurence Olivier – toch nog altijd het grote voorbeeld van alle acteurs, mag ik hopen – zei destijds: ‘There’s no such thing as a small part.’ Die stelling treed ik volmondig bij. Alleen met zo’n houding kun je het maken als acteur. Geloof me: tijdens mijn eerste jaren op de planken en voor de camera voelde ik me vaak niet meer dan een stuk bewegend decor. Toch heb ik altijd het beste van mezelf gegeven.’

Je nederigheid siert je. Heeft het feit dat je pas op je 35e bent doorgebroken iets met die bescheidenheid te maken?

BENEDICT CUMBERBATCH:Goh, komt wijsheid met de jaren? Ik betwijfel het. Mijn ouders waren acteurs, dus ik kén het klappen van de zweep. Bovendien heeft mijn toneelleraar me op jonge leeftijd meermaals voor de valkuilen van het succes gewaarschuwd. Roem kan bedwelmend en verwarrend werken, maar het is aan jou om eraan te weerstaan. Eerlijk gezegd interesseert al die aandacht me weinig. Ik acteer in de eerste plaats omdat ik zelf een grote toneel- en filmliefhebber ben.

Je carrière heeft momenteel iets van een sprookje – je hebt zelfs fans die zichzelf ‘Cumberbitches’ noemen. Is het allemaal rozengeur en maneschijn?

CUMBERBATCH: Je merkt het niet aan me, maar diep vanbinnen heb ik een hemelse schrik voor de Grote Muur. Ik heb regieaanwijzingen van niemand minder dan Steven Spielberg gekregen. De shoot van Parade’s End in jullie land was een fantastische ervaring. En straks werk ik samen met toptalenten als Peter Jackson en J.J. Abrams. Veel beter kan het niet worden. De kans dat ik volgend jaar flink moet terugschakelen, is gigantisch. Maar laten we ons nu vooral op het positieve focussen – en dan heb ik het niet alleen over mijn ‘bitches’. (Lacht)

Vertel dan maar over je samenwerking met Steven Spielberg.

CUMBERBATCH:Het was een droom die werkelijkheid werd. Indiana Jones and the Raiders of the Lost Ark was een van de eerste films die ik in de bioscoop heb gezien. Het moment waarop de Ark des Verbonds geopend wordt en al die demonen vrijkomen, zal ik nooit vergeten. Natuurlijk stond ik de eerste opnamedag met knikkende knieën op de set. Steven stelde me onmiddellijk op mijn gemak. Zijn intensieve voorbereidingswerk doet je inzien dat hij nooit ofte nimmer de controle over de productie zal verliezen. Hij werkt al jaar en dag met dezelfde crew, waardoor hij tijd heeft om zelf de lastigste vragen van zijn acteurs te beantwoorden. Hij is simpelweg de geknipte generaal voor een project als War Horse.

Het was je eerste megaproductie. Liep je nooit verloren op de set?

CUMBERBATCH: Vreemd genoeg niet. Het heeft geen zin om te beweren dat alles organisch verliep – daarvoor was het een te grote onderneming. Toch voelde ik me op geen enkel moment een radertje in een zielloze machine. Dat is volledig te danken aan Stevens talent als regisseur. Hoewel hij alles tot in de details gepland heeft, laat hij voldoende ruimte voor spontaniteit. Dat moet ook wel. Anders krijg je nooit shots zoals die prachtige zonsondergang op het einde van de film.

Als dat tijdens de opnames niet gelukt was, had hij nog steeds zijn CGI-trukendoos kunnen opentrekken.

CUMBERBATCH:Bullshit! Ik begrijp dat Steven bekendstaat als de peetvader van de popcorncinema, maar je kunt hem onmogelijk met de Michael Bays van deze wereld vergelijken. Goed, in films als Minority Report en War of the Worlds maakte hij gebruik van digitale effecten – zonder had hij die klussen nooit kunnen klaren – maar de shoot van War Horse stond geheel in het teken van ‘old school filmmaking’. Het project is zijn eerbetoon aan de cinema van klassieke Hollywoodlegendes als John Ford en Michael Curtiz. Dezer dagen is iedereen zo gewend aan cgi dat ze het in elk shot menen op te merken. Verschrikkelijk voorbeeld: de sequentie waarin ik samen met driehonderd bereden soldaten ten strijde trek. ‘Wow, ze hadden je hoofd perfect op het lichaam van je stuntjockey geplakt’, vertelde een Amerikaanse makker me na het bekijken van de film. En dat terwijl ik ter voorbereiding maandenlang in het zadel heb gezeten.

Viel die training een beetje mee?

CUMBERBATCH: Niet echt, het was een van de grootste uitdagingen uit mijn carrière. Ik had voordien nog nooit op een paard gezeten. Of wacht, ik lieg. Toen ik een jaar of twaalf was, heeft mijn moeder me een paar keer naar een manege meegenomen. Ik heb doodsangsten uitgestaan op de rug van dat beest- en dat was tijdens de eerste trainingssessies niet anders. Ik leek wel een klungel uit een cowboykomedie genre Blazing Saddles en City Slickers. Het duurde een eeuwigheid voor ik me in het zadel op mijn gemak voelde. Pas na enkele weken begon ik mijn draai te vinden. Daarna ging het pijlsnel. Paarden zijn ontzettend slimme dieren. Ze voelen je perfect aan. Mijn exemplaar wist dat het steeds verder kon gaan. Op den duur ben ik er echt verslaafd aan geraakt. Op een galopperend paard zitten: dichter bij vliegen kun je als mens niet komen.

Binnenkort waag je je kans in Amerika. Heeft ‘Tinker Tailor Soldier Spy’-collega Gary Oldman je gewaarschuwd voor de eventuele gevaren van de Hollywoodfabriek?

CUMBERBATCH: Gary heeft sinds onze samenwerking nog amper geheimen voor me. ‘Als je dan toch met de crème de la crème samenwerkt, kun je het best zo veel mogelijk tips vragen’, had ik mezelf voorgenomen. Over zijn verhuis naar de Verenigde Staten hebben we het nooit gehad. Je mag niet vergeten dat Gary de grote plas is overgestoken op het moment dat de Britse filmindustrie op sterven na dood was. Dat is nu helemaal anders. Natuurlijk zie ik het zitten om een paar maanden per jaar in Hollywood te vertoeven. Dan heb ik eindelijk nog eens contact met de zon. (Lacht) Maar me helemaal overgeven aan de Amerikaanse manier van leven. No fucking way.

Dat je onlangs nee zei tegen de rol van het door en door Britse sciencefictionicoon ‘Dr. Who’, lijkt er toch op te wijzen dat je het hebt gehad met het Verenigd Koninkrijk.

CUMBERBATCH: Helemaal niet. Dat aanbod afslaan, was ongelooflijk moeilijk. Niet alleen omdat ik zelf een verwoede fan ben, maar ook omdat hij – naast James Bond en Harry Potter – een van de weinige écht Engelse tv- en filmpersonages is die men overal ter wereld kent. De reden dat ik geweigerd heb, is simpel: ik wil niet dat mijn gezicht onlosmakelijk met één personage verbonden is. Natuurlijk besef ik dat veel mensen me vereenzelvigen met Holmes, maar Dr. Who is toch een ander paar mouwen. Als je die rol aanneemt, komt je gezicht op T-shirts, brooddozen en andere hebbedingen te staan. Daar heb ik absoluut geen zin in.

Geekprojecten als ‘The Hobbit’ en ‘Star Trek 2’ zullen toch ook gepaard gaan met allerlei merchandising?

CUMBERBATCH: Oei, nu moet ik oppassen. Over die films mag ik eigenlijk nog niet praten. Over The Hobbit maak ik me alvast geen zorgen. Daarin neem ik twee rollen voor mijn rekening: die van Smaug de draak en de mysterieuze Necromancer. De eerste is een computergeanimeerd personage zoals Gollum in de The Lord of the Rings-trilogie. Voor het tweede doe ik alleen het stemmenwerk. Het zou me dus verbazen als een van beiden op mij zou lijken. Over Star Trek los ik geen woord. J.J. houdt ervan om de bioscoopbezoeker in het ongewisse te laten. Waarom zou ik die aanpak saboteren?

Tot slot: heb je aan de opnames van ‘Parade’s End’ bijzondere Belgische herinneringen overgehouden?

CUMBERBATCH: Zoals ik al zei: Parade’s End was een bijzondere ervaring. Het personage dat ik vertolk (een door de liefde en de Eerste Wereldoorlog ve rscheurde statisticus; nvdr.) lag me ontzettend na aan het hart. Voor het eerst had ik het gevoel dat ik een zielsverwant speelde. Draaien in België vond ik trouwens uniek. Ondanks jullie communautaire besognes voelde ik geen spanningen tussen de Nederlands- en Frans- talige crewleden. Eigenlijk stond ik versteld van het gemak waarmee die twee zogenaamd compleet verschillende culturen samenwerkten.

WAR HORSE

Vanaf 1/2 in de bioscoop.

DOOR STEVEN TUFFIN

BENEDICT CUMBERBATCH

‘DRAAIEN IN BELGIË VOND IK UNIEK. IK VOELDE NIETS VAN DE SPANNING TUSSEN DIE ZOGENAAMD COMPLEET VERSCHILLENDE CULTUREN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content