Van het met vele intriges en nog meer plotwendingen bezaaide parcours dat Wilco aflegde, kan de gemiddelde dramaturg nog wat opsteken.

Even rehabiliteren, pardon, recapituleren. Toen het Amerikaanse countryrockgezelschap Uncle Tupelo het in 1994 voor bekeken hield, gingen de frontmannen Jay Farrar en Jeff Tweedy elk huns weegs. Farrar richtte het rechtstreeks naar de eeuwige vergetelheid doorstotende Son Volt op, Tweedy hevelde de rest van Uncle Tupelo – drummer Ken Coomer, bassist John Stirrat en multi-instrumentalist Max Johnston – over naar zíjn nieuwe groep, Wilco. De groepsnaam, een afkorting van ‘Will comply’, verwijst naar een term die militaire piloten bezigen in hun radiocommunicatie en betekent zoveel als ‘Roger’ of ‘gesnopen’. Met gitarist Jay Bennet als vijfde groepslid liet Wilco in ijltempo kleine en grote meesterwerken als A.M. en de dubbelaar Being There – naar de gelijknamige film met Peter Sellers – op de wereld los. Uncle Tupelo werd langzamerhand slechts een vage herinnering, want met Wilco turnde Tweedy zichzelf om tot een meester-songschrijver, wiens pareltjes de genreaanduidingen country, alt. country en americana ver overstijgen.

Nadat Max Johnston de groep verliet om bij zus Michelle Shocked te gaan spelen, sloegen Wilco en de Britse protestzanger Billy Bragg de handen in elkaar voor een gewaagd project. Onafgewerkte teksten van Woody Guthrie voorzagen ze, op instigatie van diens dochter Nora, van eigengereide melodieën. Die ‘nieuwe’ Guthriesongs verschenen onder de naam Mermaid Avenue (Vol. 1 & 2).

Ene Bob Dylan was daar niet bijster gelukkig mee. In zijn autobiografie Chronicles beweert de song & dance man dat die onafgewerkte songteksten eigenlijk hém toekwamen. Op zijn sterfbed, zo betoogt Dylan, zou Guthrie hem hebben opgedragen na zijn dood alle notities die hij ooit maakte bij hem thuis te gaan ophalen. In Chronicles beschrijft Dylan hoe hij na een ware pelgrimstocht naar het ouderlijke huis van Guthrie wandelen wordt gestuurd door de aldaar dienstdoende babysitter.

Tweedy Towers

Nadat Wilco’s derde plaat, Summerteeth, niet de verhoopte verkoopcijfers haalde, lieten de verzamelde maatpakken bij Reprise Records weten dat ze de daaropvolgende plaat niet zouden uitbrengen als Tweedy en de zijnen geen artistieke toegevingen deden en hun muziek een commerciëler geluid aanmaten. Tweedy zag zichzelf verplicht de opnamebanden af te kopen – voor maar liefst 50.000 dollar – en de plaat uit te brengen via Nonesuch Records, ironisch genoeg een zusterlabel van Reprise. Uit de bloedstollende documentaire I Am Trying To Break Your Heart die Sam Jones in strak zwart-wit draaide over de totstandkoming van Yankee Hotel Foxtrot, wordt pijnlijk duidelijk welke diepe wonden die turbulente periode geslagen heeft. Behalve de koortsige migraine- en paniekaanvallen van Tweedy valt in de docu vooral de vete tussen de frontman en zijn gitarist Jay Bennet op. Bennet werd nog vóór de release van Yankee Hotel Foxtrot op straat gegooid.

Toen de plaat in het voorjaar van 2002 in de winkels terechtkwam, werd er op de koop toe stennis gemaakt over de hoesfoto, waarop de twee Marina City Towers afgebeeld staan die de skyline van Chicago domineren. Velen zagen daarin een weinig subtiele verwijzing naar de Twin Towers in New York, die slechts enkele maanden voordien naar beneden waren gekomen. Niettemin werd Yankee Hotel Foxtrot met ruim een half miljoen verkochte exemplaren de grootste commerciële hit van Wilco tot nog toe.

Met Tweedy zelf ging het helaas van kwaad naar erger. Tijdens de opnames van Wilco’s vijfde album, het nog steeds onvolprezen A Ghost Is Born, raakte hij verslaafd aan de pijnstillers die zijn migraine- en paniekaanvallen moesten bezweren. Gelukkig zei Tweedy geen ‘no-no-no’ tegen rehab en herstelde hij van zijn verslaving. In de biografie Wilco: Learning How To Die van rockjournalist Greg Kot gaat Tweedy openlijk in op zijn moeizame rehabilitatie. Na A Ghost Is Born, dat met liefst twee Grammy Awards werd bekroond, bracht Wilco de weergaloze live-cd en -dvd Kicking Television uit, de registratie van een optreden in Chicago die door fans en critici werd ingehaald als een van de beste liveplaten aller tijden. Vanaf 11 mei ligt Sky Blue Sky in de winkels, Wilco’s zesde studioplaat en alweer van een zelden in de natuur voorkomende schoonheid.

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content