In The Hunger Games: Mockingjay – Part 2 tooit Stanley Tucci zich voor de laatste keer met de glamourpruik van Caesar Flickerman, de pompeuze presentator van de bloederige hongerspelen in kwestie. Op visite bij een van Hollywoods meest veelzijdige karakteracteurs. ‘Besparen op cultuur is even dwaas als besparen op gezondheidszorg. Cultuur geneest namelijk ook.’

‘Die ken ik, maar hoe heet hij toch?’ Het is een zinnetje dat zelfs de beste karakteracteurs vaker moeten horen dan hen lief is, zeker wanneer ze het in een film weer eens met hooguit vijf minuten schermtijd moeten doen, maar daarin wel meer talent en nuance etaleren dan de obsceen betaalde sterren die ze flankeren. Stanley Tucci (55) behoort al dik dertig jaar tot die categorie van unsungHollywood heroes, en toonde ondertussen zoveel verschillende gezichten in zoveel verschillende films en tv-series dat zelfs de online filmbijbel IMDb hem nauwelijks kan bijhouden.

Sinds zijn debuut in 1985 in John Hustons maffiakomedie Prizzi’s Honor – waarin hij even door het beeld floept als soldaat – verzamelde de New Yorkse kameleon al 116 credits en werkte hij met grote namen als Woody Allen, Sam Mendes, Robert Redford, Peter Jackson en – ook karakteracteurs moeten hun hypothecaire lening afbetalen – Michael Bay. Hij was te zien als dokter in de serie ER, als modenicht in The Devil Wears Prada, als suïcidale bankier in Margin Call, als wetenschappelijk genie in Captain America: The First Avenger, als Stanley Kubrick in The Life and Death of Peter Sellers en als pedofiele killer in The Lovely Bones, waarvoor hij een Oscarnominatie kreeg.

Maar de rol die Tucci, die tussendoor ook nog schrijft, regisseert en zowaar zelfs een kookboek uitbracht, ook bij de kids populair maakte, is die van Caesar Flickerman, de nichterige, over the top-presentator uit de Hunger Games-franchise. Zeg maar de Showbizz Bart van de heilstaat Panem, maar dan met nog wittere tanden. ‘Het moeilijkste aan Caesar was dat ik hem verschillende keren moest bovenhalen, soms met een jaar tussen. En toch moest het personage consistent zijn. Niet evident, ook niet omdat de eerste Hunger Games-film geregisseerd werd door Gary Ross en de andere door Francis Lawrence.’

Is Caesar op een specifiek iemand gebaseerd?

TUCCI: Hij is een amalgaam van invloeden en maniertjes, een Las Vegas-act op steroïden. Hij is Liberace, Elvis, Elton John, Mozart, Siegfried & Roy, Wayne Newton en Graham Norton in één persoon. Voeg daar een kinderlijk lachje aan toe en je hebt de ideale presentator voor The Hunger Games, zo leek me. Alleen al voor Caesar zou ik naar dat programma kijken.

Had je de boeken van Suzanne Collins al gelezen toen je gevraagd werd?

TUCCI: Nee. Maar mijn vrouw is literair agente en die zei meteen: doen! Ze wist dat ze niet alleen populair maar ook goed waren. Er zitten zoveel ideeën in over onze sensatiemaatschappij, onze angst voor dictatoriale regimes en Big Brother, over onze manier van opvoeden. Het is spannend spektakel, maar tegelijk is het ook akelig en brutaal. Het houdt je een spiegel voor. Die dubbele bodem vind je niet vaak in jeugdboeken, laat staan in mainstreamfilms.

Je hebt veel verschillende rollen gespeeld. Is Caesar je populairste?

TUCCI: Met voorsprong. Dankzij The Devil Wears Prada werd ik een ster bij modebewuste vrouwen tussen de dertig en veertig. Nu ben ik ook een tieneridool. Op mijn 55e. Move over, Justin Bieber! (lacht) Dankzij Caesar doe ik niks anders dan poseren voor selfies met tienermeisjes. Caesar zou dat geweldig vinden. Ik minder. Ik hou er niet van om op het trottoir te staan en aan de overkant plots een klas tienermeisjes het handgebaar uit The Hunger Games te zien maken. Scary. Tegen zoveel hormonen kan ik nooit op. (lacht) Ik overdrijf wel. Het is leuk dat mensen je herkennen en je een compliment geven. Maar ik heb liever dat ze vragen of ze een foto mogen nemen. Gelukkig hoefden James Dean en Marlon Brando die Twitter- en Instagram-bullshit niet meer mee te maken.

Caesar Flickerman heeft iets gays. Je personages in The Devil Wears Prada en Burlesque waren openlijk homoseksueel. Je zit er, in tegenstelling tot veel van je collega’s, dus niet mee om van seksuele voorkeur te wisselen.

TUCCI: Ik heb daar nooit een probleem mee gehad. Ik ben hetero, anderen zijn gay en de wereld is rond. Klaar. Het is vreemd dat er in Hollywood, dat zichzelf graag ziet als progressief en open-minded, nog altijd amper openlijk homoseksuele acteurs zijn. Of kale acteurs. Je moet geen Sherlock Holmes zijn om te weten dat dat niet klopt. En nee: ik ga niet onthullen wie een pruik draagt. (lacht) Het is jammer. Ik hoop echt dat daar verandering in komt. Maar die macht zit, zoals steeds in Amerika, in de portemonnee van het publiek. Als morgen blijkt dat het publiek massaal bereid is om films met homoseksuele personages te zien, dan heb je meteen een gay superheld. Geen twijfel mogelijk. De conservatieve krachten zijn machtig, maar de dollar nog net iets meer.

Sinds je huwelijk met Felicity Blunt, de oudere zus van actrice Emily, woon je in Londen. Mis je New York niet?

TUCCI: Niet echt. Ik vlieg regelmatig op en af. En ik ben verliefd geworden op Londen. Op Felicity. Op de musea. De parken. De restaurants. Op The Queen. Londen is een paradijs voor kunstliefhebbers, zeker in vergelijking met de States. In Amerika gaat er jaarlijks 150 miljoen dollar subsidie naar alle verschillende kunstinstellingen samen. En dat voor een land van 320 miljoen inwoners. In Groot-Brittannië gaat er alleen al naar The National Theatre 17 miljoen pond. Ik weet dat er de jongste jaren flink bespaard wordt, maar besparen op cultuur is even dwaas als besparen op gezondheidszorg. Cultuur geneest namelijk ook. Het inspireert, het verbindt, doet nadenken, het houdt je jong en fris, het houdt mensen uit het ziekenhuisbed. En dus spaar je op termijn geld. Cultuur is voor iedereen en van iedereen. Het is geen product van de maatschappij, het is een vitaal orgaan ervan.

Je klinkt als de vakbondsman van een culturele instelling.

TUCCI:(lacht) Ik klink als een cultuurliefhebber. Mijn vader was kunstleraar. En als tiener heb ik met mijn ouders een jaar lang door Europa gereisd, ook even in Firenze gewoond en zo ongeveer alle belangrijke musea gezien. Ik was altijd al gek op kunst. Ik ga nu trouwens een film regisseren over de beeldhouwer Alberto Giacometti, een absoluut genie, met Geoffrey Rush in de hoofdrol.

Dat klinkt niet als iets dat Caesar Flickerman zou interesseren.

TUCCI: Dat weet ik niet. Hij heeft er tenslotte mee voor betaald. (lacht)

THE HUNGER GAMES: MOCKINGJAY – PART 2

Vanaf 18/11 in de bioscoop.

DOOR DAVE MESTDACH

‘ALS MORGEN BLIJKT DAT HET PUBLIEK MASSAAL BEREID IS OM FILMS MET HOMOSEKSUELE PERSONAGES TE ZIEN, DAN HEB JE METEEN EEN GAY SUPERHELD.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content