Verwend maar niet verwaand, zo noemen ze zichzelf. Sarah Schueremans (19) en Marilyn Ambach (22), dochters van, stuurden samen een mail naar TMF en JIMtv met de vraag of beide zenders niemand zochten om de zomerfestivals te verslaan? Ze kregen allebei een kans. ‘Natuurlijk zit onze achternaam daar voor iets tussen.’ Door Tine Hens Foto’s Guy Kokken

TMF Report Vanaf 30/6, van ma tot do – 21.00 TMF Festivalitis Vanaf 30/6, van ma tot vr – 18.30 en 22.00 JIMtv

Sarah is een meisje met oer-Vlaamse wortels, Marilyn is een Europese mengeling. Haar grootmoeder langs vaders kant was een Griekse, haar grootvader langs diezelfde kant een Pool. Na de oorlog kwamen ze dankzij het Rode Kruis in België weer samen. Even later werd Paul geboren, hun tweede zoon. Terwijl Paul al druk met speelgoedauto’s en -treinen rondtoerde, zag ergens in het Vlaamse land Herman Schueremans het levenslicht. Beide heren zouden van Vlaanderen een draaischijf van internationale muziek maken. Jaren als concurrenten, sinds kort als gedwongen collega’s: den Amerikaan kocht beide muziekbedrijven op. Ondertussen werden ook hun kleine meisjes groot. Samen studeren ze communicatiewetenschappen in Antwerpen. Samen wilden ze wel iets met muziek op tv doen. ‘En dan zijn er twee mogelijkheden: JIMtv of TMF. We stuurden naar beide een mail en tot onze grote verbazing nodigden ze ons uit voor een gesprek. Eerst JIMtv, daarna TMF.’

Jullie beseffen dat zulke mails normaal in de prullenmand belanden?

Marilyn Ambach: Onze naam opent natuurlijk deuren. Maar daarna moeten we wel bewijzen dat we het kunnen, net als iedereen. En zelfs meer dan iedereen. We worden kritischer bekeken. Jij begint ook dadelijk over onze naam.

Het zal wel afgunst zijn. Wie wil er nu niet gratis naar concerten?

Sarah Schueremans:(gezucht en gesteun) Ik heb dat nooit als bijzonder beschouwd. Pas toen mensen er opmerkingen over maakten, besefte ik: het is wel speciaal wat mijn vader doet. Maar als kind? Je vindt dat normaal. Je kent niets anders. Mijn vader is mijn vader, mijn moeder mijn moeder en hun werk is hun werk. Stilaan dringt de waarde ervan tot me door. Het houdt ze jong en het maakt dat er een bepaalde band is tussen mijn ouders, ook al zijn ze gescheiden toen ik twee was. Professioneel vullen ze elkaar perfect aan.

Ambach: Als je ermee opgroeit, is het de normaalste zaak van de wereld. Ik heb altijd genoten van mijn leventje en van de zogenaamde privileges. Toch voelde ik dat het ergens ook wrong, dat het niet helemaal klopte. Op mijn achttiende ben ik naar Israël getrokken, niet met een vast en afgelijnd plan, maar ik wilde even weg uit dat beschermde milieu van thuis. Twee jaar heb ik in Tel Aviv muziek gestudeerd. Ik ben mezelf er meermaals tegengekomen. De eerste maanden had ik bijvoorbeeld vreselijke nachtmerries. Blijkbaar kwamen er allerlei dingen boven die ik tot dan verdrongen had. Ik was altijd een vrolijk en luchtig meisje, tot mijn achttiende dacht ik niet echt veel na. Dat is in Israël grondig veranderd. Ik viel op mezelf terug en moest het zelf maar uitzoeken. Ik heb er een fantastische tijd beleefd, maar het was ook keihard. Niets was nog vanzelfsprekend. Ik wilde ook bewijzen dat ik het alleen kon, zonder de connecties van mijn vader, zonder de hulp van anderen. Voor een stuk om de commentaar voor te zijn dat alles me in de schoot wordt geworpen.

Schueremans: Die kritiek kun je nooit helemaal vermijden, zeker niet van mensen die je niet kent. Binnenkort zien ze ons op tv en ik voorspel dat de eerste opmerking zal zijn: voor hen is het niet moeilijk. Maar je moet het toch maar doen, live voor die camera. Ik zou het spijtig vinden als ik dat van mijn vrienden moest horen. Maar zij steunen me. Van hen heb ik nog nooit jaloezie gevoeld. Ze vinden het tof dat ik die en die ontmoet heb of met die aan tafel heb gezeten.

Ambach: Van al die kritiek en jaloezie word je enkel sterker. Zeker als je jezelf kunt bewijzen tegen alle voordelen in.

Hebben jullie je toegang tot gratis tickets voor concerten en festivals ooit als een macht gebruikt?

Schueremans: Hoe bedoel je?

Dat je gratis kaarten uitdeelt aan mensen die, bijvoorbeeld, jouw scripties schrijven?

Schueremans:(geschokt) Absoluut niet. Het is nog niet eens in mijn hoofd opgekomen. Ik vind het ook geen macht. Het irriteert me eerder.

Ambach: Je kunt er wel je liefde mee tonen aan je vrienden.

Schueremans: Tuurlijk, aan mijn echte, ware vrienden – en die kan ik op een hand tellen – deel ik ze graag uit. Daar gaat het niet over, wel over mensen die je vaag kennen en daar misbruik van maken. Je kunt het zo voorspellen. De zomer komt eraan. Binnenkort krijg ik wel weer telefoon van iemand die ik al heel lang niet meer gezien heb en die graag nog eens zou afspreken.

Ambach: Op den duur weet je van wie je zulke trucs kunt verwachten. Je ontwikkelt er een zesde zintuig voor. Je ruikt het en raakt er getraind in.

Schueremans: Een keer hebben mijn eigen vrienden me ontgoocheld. Een kaart voor Werchter is uiteindelijk redelijk duur voor een student. Ik zei dat tegen mijn vader en hij gaf me een aantal pasjes voor mijn vrienden. Ik was dolblij dat ik ze kon helpen, maar achteraf moest ik vernemen dat ze die pasjes hadden doorgegeven om nog meer mensen gratis binnen te laten. Ik kon er echt niet mee lachen. Het was een slag in mijn gezicht. Echt pijnlijk. Achteraf heb ik er mijn lessen uit getrokken. Mijn vrienden weten nu dat ze het niet meer moeten vragen, voor de rest staat het onze vriendschap niet in de weg.

Ambach: Ik heb het geluk gehad op te groeien in het joodse milieu. We gingen naar de joodse school, de joodse jeugdbeweging. Niemand was echt geïnteresseerd in het werk van mijn vader. Ik had vaak de grootste moeite om iemand mee te krijgen naar een optreden. Dat probleem had ik dus niet.

Jouw moeder heeft zich tot het jodendom bekeerd, nietwaar?

Ambach: Uit liefde voor mijn vader. Met een katholieke Vlaamse trouwen was uit den boze voor een joodse jongen. Daarin speelde de oorlogsherinnering mee: België had zich niet echt verzet tegen de Duitsers. Mijn familie had geen hoge pet op van het land dat ze na de oorlog had ontvangen. Mijn moeder heeft zich dan bekeerd, voor een stuk voor de familie, ook voor ons: ze wilde ons een traditie meegeven. (lacht) Mijn ouders hebben elkaar leren kennen op de tolkenschool. Mijn vader was net afgestudeerd, mijn moeder zat in haar eerste jaar. Mijn vader trad op en mijn moeder viel voor zijn onweerstaanbare charme. Nu nog lijken ze soms een verliefd koppel.

Schueremans: Mijn ouders zijn in alles elkaars tegengestelde. Het verbaast me niets dat ze gescheiden zijn. In wezen ben ik bij mijn moeder opgegroeid. Als klein kindje herinner ik me wel dat mijn vader me af en toe meenam op weekend naar zee of de Ardennen, maar ik was vaker bij mijn moeder en mijn stiefvader. Mijn vader was nu eenmaal een drukbezet man: hij moest zijn bedrijf uit de grond stampen, vloog van hier naar daar. Wat niet betekent dat er geen band was of is. Naarmate ik ouder werd, zocht ik zelf meer contact. Ik wilde ook weten wie mijn vader was. Hij zag ook dat zijn dochter groter werd, hij nam me al vaker mee naar optredens en concerten. Zo heb ik via hem veel geleerd over wie ik ben. Al was het maar door te dineren met een interessant persoon. Daar leer je uit. Gewoon door te luisteren.

Je vader werd het gezicht van Rock Werchter, je moeder heeft altijd even hard achter de schermen gewerkt.

Schueremans: Professioneel is ze zeker zijn rechterhand. Toen ze pas gescheiden waren, heeft mijn moeder vijf jaar ergens anders gewerkt. Daarna is ze teruggekomen. Ik weet niet of ik dat mag zeggen, maar mijn vader heeft haar nodig. Mijn vader staat er door mijn moeder. Ik kijk enorm naar haar op. Wat mijn moeder bereikt heeft, als vrouw, vind ik fantastisch. Ze staat er, mensen hebben respect voor haar en ze weet wat ze wil. Zij is mijn voorbeeld. Absoluut. Ik zie mezelf dat ook doen. Niet dat ik de drang heb om me op te werpen als vrouw en eens te tonen wat ik allemaal kan. In mijn ogen is de wereld al voldoende geëmancipeerd. Ik voel me als vrouw niet onderdanig of bedreigd of beknot. Ik ben wie ik ben. En als mannen me daarvoor scheef bekijken, is dat hun probleem. Mij stoort het niet.

Ambach: Ik heb een grote bewondering voor mijn moeder, maar ze is niet mijn rolmodel. Ze heeft altijd genoegen genomen met een plaats in de schaduw. Het deerde haar niet. Ze moest al die aandacht en glitter niet. Ze was tevreden met een boek in de zetel. Jarenlang heeft ze les gegeven, echt vanuit een geloof en een passie. Ze had nog de naïeve opvatting dat haar leerlingen oprecht geïnteresseerd waren in haar lessen. Mijn moeder is ook niet autoritair en op den duur kreeg ze het er moeilijk mee. Ze heeft het opzijgezet en nu is ze dolgelukkig met haar vrijwilligerswerk. Ze gidst onder meer in het museum van Mechelen. Ik heb veel raakpunten met haar, maar ik lijk toch meer op mijn vader. We zijn allebei angstige mensen, die tegelijkertijd onze angst weglachen. Maar ik wilde het nog over iets anders hebben.

En dat is?

Ambach: Om op die emancipatie terug te komen. Ik heb het gevoel dat hoe meer de vrouw emancipeert, hoe meer de man de-emancipeert, als je begrijpt wat ik bedoel.

Leg eens uit?

Ambach: Ik heb zelf geen relatie, maar als ik om me heen kijk, zie ik alleen mannen die onder de sloef liggen, die bijna bang zijn voor hun vrouw. Ik begrijp waarom ik geen lief heb. Ik wil geen miet- je, ik wil een echte man. Iemand die initiatief neemt, iemand waarbij ik niet altijd de entertainer moet zijn, maar die mij aan het lachen brengt. Ik vrees dat de verzwakking van de man een psychologisch gevolg is van de sterkere vrouw.

Schueremans: Het is niet voor niets dat zowel Marilyn als ik op oudere mannen vallen. Als het te makkelijk is, is er niets meer aan. Je moet elkaar wederzijds aan- kunnen, er moet gelijkwaardigheid zijn.

Ambach: Je zoekt toch iemand die zelfzeker is, die weet wat hij wil, die niet totaal afhankelijk is van jou. Mijn ouders zeggen dat ik te veel imponeer, dat ik de mensen afschrik. Ik vind dat een man daar tegen moet kunnen.

Hebben jullie veel aandacht nodig?

Schueremans: Ik ben nooit een timide meisje geweest. Ik moet niet per se in het middelpunt staan, maar ik wil toch iemand zijn, ik wil gewaardeerd worden.

Ambach: Oké, ik zal het maar toegeven: mijn vrienden noemen me Marilyn Aandacht. Dat zegt genoeg, vermoed ik. Niet dat ik mezelf beschouw als het centrum waar alles rond draait, maar ik heb wel aandacht nodig. Alleen krijg je die aandacht vaak van de mensen waarvan het niet per se moet. Begrijp je? Het is een vicieuze cirkel. Jij krijgt aandacht die je niet wilt, en krijgt ze niet van de persoon naar wie je verlangt, enzovoort.

Even terug naar deze zomer: uiteindelijk zullen jullie elk op een andere zender de festivals verslaan. Marilyn op JIMtv en Sarah op TMF. Waarom?

Schueremans: We hebben met beide zenders gesprekken gevoerd. Al snel bleek dat mijn hart meer uitging naar TMF en dat van Marilyn naar JIMtv. Na drie weken hebben we dan de knoop doorgehakt: we doen het apart. De kans was te mooi om te laten voorbijgaan.

Ambach: Het was een verschil in aanvoelen. Ik was eerst van plan een zomer lang weg te gaan en stage te lopen in het buitenland. Als ik hier bleef om voor tv te werken, wilde ik er echt de hele zomer mee bezig zijn, anders vond ik het niet de moeite. JIM heeft een dagelijks festivalprogramma, TMF werkt met specials. Bovendien vond ik dat ze bij JIM experimenteler werken. Dat zint me wel.

Schueremans: Ik heb altijd naar TMF en MTV gekeken. JIM kwam er pas later bij en richt zich in mijn ogen tot een jonger en commerciëler publiek. TMF paste meer bij de dingen waarmee ik ben grootgebracht, de muziek, de stijl. Waarschijnlijk zit het tussen mijn oren, maar het was toch bepalend.

En waar kwam de drang vandaan om ‘iets op tv te doen’?

Ambach: Het is veeleer de drang om iets met muziek te doen. Het is onze passie voor muziek die ons leidt.

Schueremans: Het maakte ons ook niet uit of het tv of radio werd. We doen allebei communicatiewetenschappen, maar in Antwerpen heb je geen stagejaar. Ik vind dat spijtig omdat je leert door ervaring, door te kijken wat mogelijk is. Dit televisieavontuur is niets anders.

Ambach: We hebben het niet andersom gedaan. De muziek was er al en vandaaruit kwam de vraag: wat kunnen we ermee? Als je dan op tv kunt komen: des te beter.

Waarin zit die passie voor muziek?

Schueremans: Ik ben er van kindsbeen af in ondergedompeld. Ik adem en spreek muziek. It makes my world go round.

Ambach: In tegenstelling tot Sarah speel en schrijf ik ook zelf muziek. Na mijn humaniora was ik ervan overtuigd dat mijn weg in de muziek lag. In Israël heb ik gemerkt dat dat niet klopt. In die zin lijk ik weer op mijn vader: ik moet iets bij de muziek doen. Een hele dag achter de piano zitten: ik kan het niet. Soms denk ik: ik ben te normaal om tussen de arties- ten te zitten en te veel artiest om tussen de normalen te zitten. Op de universiteit mis ik toch een beetje de emotie.

Schueremans: Communicatiewetenschappen is gelukkig een richting waar je alle kanten mee op kunt. Ik wist ook niet goed wat ik wilde, maar ik wist wel dat ik eerst een diploma wilde halen om er daarna een jaar of twee op uit te trekken. Veel van mijn vriendinnen hebben na de humaniora een sabbatjaar genomen, ik vond dat ik eerst dat diploma moest halen. Dan zou ik me vrijer voelen. Ik ben twee jaar jonger dan Marilyn, in principe moet ik nog twee jaar aan de universiteit zitten en dan ben ik weg. Zeker weten. Reizen, duiken, wat dan ook. Alleen of met twee. Daar ben ik nog niet uit. Ik heb nu wel een vriend, maar hij woont aan de andere kant van de oceaan. Ik zie hem een keer om de drie maanden. Het is niet makkelijk, maar het bevalt me ook wel. Ik kan goed alleen zijn. Een tijdlang heb ik samengewoond met mijn beste vriend. ‘Jij kunt niet zonder jezelf’, zei hij altijd. ‘Je zit op je wolk en zweeft weg met je gedachten.’

Hebben jullie nog idealen?

Ambach: Ik hou van de jaren zestig. Dat hoort bij de emotionele romanticus die ik ben. Maar idealen? Leven de mensen nog volgens bepaalde idealen?

Schueremans: Ik denk het niet. Vroeger werden die idealen opgelegd, door de religie, de gemeenschap, nu steekt het individualisme de kop op en heeft ieder zijn eigen ideaal. Is dat dan nog een ideaal of is het meer een visie op hoe je je leven graag zou zien verlopen? Ik heb geen ideaalbeeld. Ik zie wel waar ik uitkom. Ik heb wel een beeld van hoe ik de dingen zie. Maar ik kan dat niet koppelen aan een geloof of een religie. Niemand legt me dat op. Dat ben ik.

Ambach: Is jezelf zijn een ideaal?

Schueremans: Waarom niet?

Ambach: De vraag is ook: in welke mate verkopen we onszelf?

Bijvoorbeeld door op tv te komen?

Ambach: Bijvoorbeeld. Of nog: in welke mate kun je consument zijn van platte commercie en dingen kopen die gemaakt zijn uit economisch winstbejag, en toch kritisch blijven? Ik zou zeggen: dat is de uitdaging. Afspraak na de zomer.

Sarah Schueremans: ‘Ik adem en ik spreek muziek. It makes my world go round.’

Marilyn Ambach: ‘Soms denk ik: ik ben te normaal om tussen de artiesten te zitten en te veel artiest om tussen de normalen te zitten.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content