De Aussies doen het goed in Hollywood. De nieuwste infiltrant is Hugh Jackman, die in ‘Van Helsing’ onder meer Dracula, de weerwolf en het monster van Frankenstein te lijf gaat. Wij stellen hem alvast zo goed mogelijk aan u voor. ‘Ik vond het spijtig dat mijn blote kont er werd uitgeknipt.’ Door Dave Mestdach

VAN HELSING

VANAF 5/5 IN DE BIOSCOOP

Kreeg Hugh Jackman de avond tevoren nog een lade vrouwenslipjes naar zijn masculiene en fotogenieke kop geslingerd op Broadway, dan krijgt hij vandaag een batterij van nieuwsgierigheid kolkende journalisten over zich heen. Het moge duidelijk zijn: Jackman is hot. En dat heus niet alleen door zijn flink bezoldigde hoofdrol als macho monster-jager Gabriel Van Helsing in de nieuwste, peperdure en door weidse special effects aangejaagde film van The Mummy-regisseur Stephen Sommers. Jackman (36) wordt immers ook op Broadway, waar hij momenteel dartel over de planken van de populaire musical The Boy from Oz huppelt, overstelpt met lovende kritieken en hordes zwijmelende fans.

2004 wordt voor Jackman dan ook allicht hét jaar van de absolute doorbraak. Zijn stoere kop siert nu al de metershoge reclamepanelen voor Van Helsing op Times Square. Binnenkort begint hij ook met de opnames voor The Fountain, de langverwachte nieuwe film van het goudhaantje onder het Amerikaanse regisseursgild Darren ‘ Requiem for a Dream‘ Aronofsky. Geen wonder dat de rijzige, goedlachse en welbespraakte Australiër nu al openlijk solliciteert naar een betrekking als de volgende James Bond.

Troeven heeft Jackman daarvoor alvast bij de vleet: de looks om eenzame meisjeskamers en de cover van glossy damesbladen mee op te fleuren, een gevarieerde CV met prima rollen in X-Men, Swordfish en een rist Broadway-musicals, een universitair diploma in de journalistiek (altijd handig om vervelende perslui mee af te wimpelen) én – want daarvoor zitten we hier tenslotte – de hoofdrol in Van Helsing. In deze avonturenfilm duikt Jackman, zijn gezwarte haren fier over de brede schouders wapperend, onvervaard de donkerste krochten van Transsylvanië in om er, gewapend met kruisbeeld, wijwater en een middeleeuws machine- geweer, zowat alle iconische monsters uit de Universal-cataloog op hun ondode donder te geven. Hit it, Hugh.

Druk, meneer Jackman?

Hugh Jackman: Ik heb nooit eerder zo hard gewerkt. Mocht ik minder gedisciplineerd zijn, dan ging ik er misschien wel aan onderdoor. Weet je dat mijn zoontje me tegenwoordig zelfs ‘opa’ noemt, omdat ik het laatste jaar de gewoonte heb aangekweekt om tussen repetities en opnames door snel een dutje te doen. Misschien is hij gewoon nog steeds kwaad op me omdat ik in het echte leven geen metalen klauwen zoals Wolverine blijk te hebben. Je had zijn ontgoocheling moeten zien.

En je agenda is kennelijk nog niet vol, want je gaat straks ook je eigen cd uitbrengen?

Jackman: Binnen enkele weken geef ik een miniconcert in de Metropolitan in New York waar ik enkele klassieke Broadway-songs ga zingen. Maar ik vrees dat mijn eigen soloplaat een vijftienjarig project wordt. Nochtans had ik mezelf voorgenomen de nummers dit voorjaar nog in te blikken, maar met de geweldige aandacht voor Van Helsing en de musical The Boy from Oz is het er simpelweg niet van gekomen. Bovendien wil ik ondertussen ook een andere plaat maken dan diegene die ik oorspronkelijk in gedachten had. De paar songs die ik al opgenomen heb, worden dus allicht gedegradeerd tot bonustracks. Wat het uiteindelijk moet worden? In elk geval geen kerkhymnes.

In ‘Van Helsing’ speel je samen met Richard Roxburgh en David Wenham, terwijl Mel Gibson en Nicole Kidman tegenwoordig doorgaan als koning en koningin van Tinseltown. Zijn de Aussies een coup aan het plegen in Hollywood?

Jackman: Het lijkt erop, niet? Persoonlijk heb ik daar allerminst bezwaar tegen natuurlijk, maar ik kan me wel voorstellen dat de Britse acteursbond daar al heel anders over denkt. Nicole Kidman woont in elk geval vlak bij ons om de hoek en wipt regelmatig binnen. Het blijft nu eenmaal comfortabeler werken en omgaan met landgenoten omdat je hen misschien wat makkelijker aanvoelt en omdat je in het buitenland bovendien gezamenlijk een soort underdog-gevoel aankweekt. Wij tegen de rest, weet je wel. Toen ik hoorde dat Richard Roxburgh Dracula ging vertolken in Van Helsing, kon ik mijn geluk alvast niet op. Roxburgh is altijd al een van mijn grote voorbeelden geweest en als student ging ik in Sydney altijd kijken als hij er op de planken stond. Wie me op mijn 21e vroeg wat ik later wilde worden, kreeg allicht zelfs ‘Richard Roxburgh’ als antwoord. En nu mag ik een kruisbeeld door zijn borstkas jagen. Het kan verkeren.

‘Van Helsing’ bulkt van de special effects. Voel je je dan niet gedegradeerd tot een vleespopje met je klassieke acteeropleiding en je ervaring op Broadway?

Jackman: Mijn vrouw omschreef Van Helsing als de meest opwindende pretpark- attractie die ze ooit had gezien. En als acteur draag je daar simpelweg je steentje toe bij. Tenslotte staat de CGI nog steeds in functie van het verhaal dat je als acteur staat uit te beelden. In wezen blijft het hetzelfde. Toegegeven, het is geen Tsjechov. En ook toen ik voor het eerst het scenario uitvlooide, zat ik niet meteen te zoeken naar de pagina’s met de intieme slotmonoloog van Van Helsing. Bij een blockbuster als deze komt het er gewoon op aan een stabiel evenwicht te vinden tussen de menselijke emoties en de digitale trukendoos. En daar is Stephen Sommers prima in geslaagd.

Maar had je tijdens de opnames nog wel enig idee hoe het er ging uitzien?

Jackman: Ik begrijp wel wat je bedoelt. Maar het zit zo: bij dit genre film is het ritme en het tempo uiteindelijk het belangrijkste. Als je aan touwen bungelt voor een actiescène, heb je wel een idee hoe het er later op het witte doek gaat uitzien, maar of het ook een goede scène zal worden, wordt pas achteraf bepaald bij de montage. Het is geen kwestie van groter, wilder en luider, maar van het vinden van het juiste ritme waarin het verhaal wordt verteld. CGI is slechts een katalysator.

Van Helsing behoort tot een geheime oecumenische organisatie die de creaturen van Satan, zoals Dracula, moet bestrijden. Tegenwoordig teren wel heel veel mainstream-blockbustersop een dualistisch wereldbeeld, nietwaar?

Jackman: Het is een interessante denkpiste. En ik geef toe dat er in veel actiefilms misschien wel een politieke subtekst schuilt. Maar ik ken Stephen, die deze film ook heeft geschreven, en ik kan je verzekeren dat hij enkel de bedoeling had om een spannend en modern ogend verhaal te vertellen, gebaseerd op de ouwe monsterfilms van Universal waar hij zo veel van houdt. Natuurlijk denk je bij het monster van Frankenstein tegenwoordig ook al eens aan die hele discussie over klonen, de mens die voor God wil spelen. Maar uiteindelijk vertelt Stephen gewoon een kampvuurverhaal, geen filosofisch traktaat over de concepten van ‘goed’ en ‘kwaad’. Trouwens, ik vind dat deze film archetypische slechteriken als Dracula ook eindelijk eens wat genuanceerder in beeld brengt. Want wat verwacht je nu eigenlijk van die kerel? Hij heeft uit lijfsbehoud ooit een pact gesloten met de duivel, maar hij moet er wel vierhonderd jaar voor boeten, hij kan nooit eens luieren in de zon en als hij al eens zijn tombe verlaat, wordt hij meteen door een woedende volksmeute achternagezeten die kruisbeelden door hem wil spietsen. In zijn plaats zou ik ook behoorlijk pissed zijn. ( lacht)

Over politieke subtekst gesproken. In ‘X-Men 2’zat er toch een erg dubieus pro-Amerikanisme?

Jackman: We hebben het mogen horen. Ik vond het een boeiende discussie. En inderdaad: je kunt een film, zelfs een zomerblockbuster, nu eenmaal nooit helemaal uit zijn maatschappelijke context lichten, maar als sommige critici je als acteur daarom met een scheef oog bekijken en je een politiek profiel aanmeten, haak ik af. Het is entertainment, jongens. Relax and get laid!

Kan je je nog herinneren wat je als Australische theateracteur het moeilijkst vond om aan te wennen toen je in 1998 naar Hollywood trok?

Jackman: Het heeft vier weken geduurd vooraleer iemand me hier als ‘Hugh’ in plaats van als ‘mister Jackman’ durfde aan te spreken. Niet omdat ik zo’n intimiderende blik heb, wel omdat de filmindustrie zo’n enorm groot wereldje is waarin iedereen met zijn eigen ding bezig is. Op die manier worden ook de mentale afstanden groter. En dat is iets waar je moet aan wennen als je gewoon bent met een kleine crew of cast te werken. Je moet leren dingen uit handen geven. Toen ik voor het eerst op de set van X-Men stond, was ik bij elke take aanwezig tot iemand die ongeveer even groot was en hetzelfde postuur had plots naar me toe kwam en vroeg: ‘Wat doe je hier eigenlijk? Ik ben je stand-in. Je weet toch dat je rustig naar huis kunt. We roepen je wel wanneer we je nodig hebben.’ Plots voelde ik me Australischer dan ooit ( lacht). Er heerst niet dezelfde teamgeest, maar aan de andere kant gaat het er wel op en top professioneel toe. Als acteur word je enorm in de watten gelegd. In Australië was ik gewoon zelf met apparatuur te zeulen, mijn medespelers te coachen en – als het even kon – ook nog koffie te zetten voor de regisseur. ( lacht)

Is er dan een gebrek aan solidariteit in Hollywood?

Jackman: Dat zou ik niet durven te stellen. Tenslotte begrijp ik ook wel dat je een enorme set als die van Van Helsing enkel kunt runnen als je strikt georganiseerd werkt en iedereen een welomschreven taak meegeeft. Wat ik wel merk, is dat men de neiging heeft om alles te hiërarchiseren. Hoe dichter je trailer bijvoorbeeld bij de set staat, hoe meer aanzien je geniet. En dat zie je ook in de manier waarop de crew met je omgaat. Gelukkig gaat het er bij Stephen Sommers heel egalitair toe, al wil ik wel opmerken dat mijn trailer niettemin dichter stond dan die van Richard Roxburgh en Kate Beckinsale. ( lacht)

Straks staat je trailer zelfs op de set wanneer je de volgende James Bond bent.

Jackman: Daar heb je dat gerucht weer. Ik heb zelf ooit aan een journalist gesuggereerd dat ik wel wat voor die rol voel. Blijkbaar is men dat vergeten, hebben anderen het opgepikt, is men hier en daar aan mij beginnen denken en nu wordt ik plots met mijn eigen wensdroom geconfronteerd. Ach, het is allemaal hypothetisch. Ik ben allicht nog te jong en bovendien: als er nog een even succesvolle episode van X-Men volgt, wordt het allicht moeilijk om nog in dat profiel te passen. We zien wel.

Anders heb je toch al ‘The Fountain’ van Darren Aronofsky.

Jackman: Yep. Brad Pitt heeft uiteindelijk voor die rol afgehaakt en ik moet zeggen dat ik het hem geenszins kwalijk neem. Aronofsky is een van mijn favoriete regisseurs. Hij is me komen scouten op Broadway en dacht meteen dat ik geknipt zou zijn voor zijn film.

En dat terwijl veel topacteurs hun neus ophalen voor Broadway.

Jackman: Dat begrijp ik niet. Het is niet alleen reuzeleuk om te doen, het blijkt ook het ideale uitstalraam. Natuurlijk deed ik The Boy from Oz niet om filmcontracten binnen te rijven, maar daar kwam het in mijn geval wel op neer. Ik heb wel een lijstje opgemaakt met een twintigtal regisseurs waar ik ooit nog eens mee wilde samenwerken en heb hen een uitnodiging gestuurd. Sommigen kwamen, anderen niet.

Je zingt, danst en acteert niet alleen. Uit ‘Van Helsing’blijkt dat je ook graag over bruggen springt, aan luchters zwiert en onder koetsen duikt.

Jackman: Het is erg leuk om je eigen stunts te doen, al horen producenten dat natuurlijk niet graag. Al moet ik wel zeggen dat ik bepaalde stunts uit Van Helsing nooit meer wil doen. Zo lig ik in een bepaalde scène op een stuk metaal terwijl ik voortgesleept wordt door zes galopperende paarden. Toen ik plots opkeek, besefte ik dat ik wel dood kon zijn mocht het metaal plots onder mijn rug doorglippen. En bovendien: wat als die beesten het in hun kop haalden om elk een andere richting uit te stuiven, wat uiteraard heel goed mogelijk was. Achteraf zag ik dan ook lijkbleek. De stuntcoördinator – die nochtans al jaren ervaring heeft en tientallen acteurs gecoacht heeft – kwam naar me toe en zei: ‘Man, ik had echt nooit gedacht dat een acteur dat zou durven.’ Ik kon hem wel villen, de geestigaard. Gelukkig voor de geloofwaardigheid van Van Helsing ben ik soms niet al te snugger ( lacht).

Wat verwacht je van deze film?

Jackman: It’s a funfilled action movie. En de reacties bij de test screening waren erg enthousiast: de mensen lachten waar ze verondersteld werden te lachen, ze schrokken op in hun stoel wanneer het spannend hoorde te zijn en ze juichten toen Van Helsing eindelijk prinses Anna kuste. Ik ook trouwens, want welke vent wil Kate Beckinsale in dat strakke korset van haar niet kussen? Wat ik wel spijtig vond, was dat mijn blote kont er werd uitgeknipt. Heb ik voor niets staan bibberen hartje winter in Praag, waar we de film hebben opgenomen. Trouwens, ik vond het ook jammer voor Kate. Om mijn edele delen te bedekken, moest ze in die scène immers haar been tegen me aanwrijven en allicht een van de akeligste momenten uit haar carrière ondergaan ( lacht).

Ben je geïnteresseerd in ‘Van Helsing’?

Jackman: Contractueel moet ik wel geïnteresseerd zijn ( lacht). Met deze film heb ik me in elk geval erg goed geamuseerd en ik hoop straks van het publiek hetzelfde.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content