Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Vanuit het graf blijft Roberto Bolaño indruk maken. Deze keer met een borgesiaans getinte anthologie vol verzonnen schrijvers die hun broek scheurden aan het hakenkruis.

De geschiedenis heeft ze ongenadig verslonden, de schrijvers en intellectuelen die dachten dat het nog wel iets zou worden met die Hitler en zijn Derde Rijk. Lars von Trier is er met zijn verkeerd begrepen grap nog redelijk mee weggekomen, een zelf opgelegd spreekverbod niet te na gesproken, de auteurs uit Naziliteratuur in de Amerika’s is het minder goed vergaan.

Neem het tragische leven van Luz Mendiluce Thompson (Berlijn, 1928 – Buenos Aires, 1976). Als baby werd ze gewiegd door Adolf zelve en een foto van het ontroerende moment zal haar leven lang in haar woonkamer prijken. De omstandigheden verbloemt ze naargelang van het gezelschap, maar haar sympathie voor de Führer verwerkt ze openlijk in haar gedichten. Het komt haar duur te staan: haar man betrapt ze in een bordeel, de fles staat haar nader dan de pen, en wanneer ze na een verblijf in enkele inrichtingen halsoverkop verliefd wordt op de veel jongere Claudia Saldaña, is haar lot bezegeld. Claudia is de damesliefde niet toegenegen, hun politieke ideeën konden niet verder uit elkaar liggen en erg stabiel is Luz niet. Ze trekt haar conclusies en rijdt zich stijlvol – in een Alfa Romeo – te pletter tegen een benzinestation.

Alle auteurs die Roberto Bolaño in zijn fictieve anthologie heeft verzameld, waren op een gegeven punt het nationaalsocialisme, Mussolini of Franco genegen. Allemaal betalen ze een tol voor hun extreemrechtse sympathieën, temeer omdat het ook allemaal hoogstens mediocre schrijvers zijn die desondanks koppig in hun talent blijven geloven. Bolaño maakt er geen karikaturen van, en wie denkt dat een resem verzonnen schrijversportretten repetitief dreigt te worden, gaat voorbij aan Bolaño’s grandioze talent. Tussen de saillante opsommingen duiken vaak briljante zinnen op die Naziliteratuur op zich al de moeite maken. Het einde van Luiz Fontaine da Souza (Rio de Janeiro, 1900-1977) bijvoorbeeld. Na een waanzinnig schrijversleven waarin de filosoof immer dikkere weerleggingen van Sartres L’être et le néant publiceert, komt Magere Hein hem eindelijk halen in Rio ’terwijl hij, luisterend naar een plaat van de Argentijnse componist Tito Vázquez, door het grote raam staat te kijken naar het vallen van de avond over de stad, de auto’s, de mensen die met elkaar discussiëren op het trottoir, de lichten die aan- en uitgaan, de ramen die gesloten worden’.

Dichters, filosofen, publicisten, journalisten, romanschrijvers, sciencefictionadepten, semifascisten en gelovers in het Vierde Reich, ze komen allemaal aan bod bij Bolaño en hij gunt hen allemaal een momentje weg van de vergetelheid. Maar Bolaño ontsnapt vooral zelf aan de vergeetput: bijna hadden we Naziliteratuur, na het ietwat mindere detectiveverhaal De IJsbaan, ongelezen terzijde laten liggen. Onterecht, zo blijkt. Waar wat vakantie niet allemaal goed voor is.

NAZILITERATUUR IN DE AMERIKA’S ***

Roberto Bolaño, Lebowski (originele titel: La literatura nazi en América), 254 blz., ? 19,90.

RODERIK SIX

CENTRALE ZIN En dan zijn er geen gedichten meer of gebroken glazen advocaat, is er alleen een religieuze, doodse stilte tot aan het graf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content