U VRAAGT, U KRIJGT

GRANDADDY: bouwen aan morgen.

Indieknuffelbeer Grandaddy brengt voor het eerst in dik tien jaar weer een plaat uit, en zie: Last Place biedt alles waar de fan op hopen kan.

Electric Light Orchestra dat Pavement covert, met Neil Young op zang. Onder die hoedanigheid wipte het Californische vijftal in 1997 het internationale toneel op. Nestelde debuutplaat Under the Western Freeway zich al hoog in vele eindejaarslijstjes, dan deed opvolger The Sophtware Slump (2000) nog beter. Iemand toeterde: ‘De nieuwe Radiohead is opgestaan.’ Maar op zijn eentje schopt men het doorgaans moeilijk tot wereldgroep.

Songschrijver, producer, gearhead en multi-instrumentalist Jason Lytle werd het gaandeweg beu om vrijwel alleen aan de kar te trekken. Na twee wat onevenwichtiger platen trok hij de stekker eruit, solo-avonturen tegemoet. Maar verbrand was de brug niet, en na de onvermijdelijke reünie vijf jaar geleden leek het slechts een kwestie van tijd vooraleer Grandaddy zijn discografie verder zou zetten.

Net omdat Lytle er zich met volle goesting op heeft gegooid, is Last Place een volbloed Grandaddy-plaat geworden. Eentje gemaakt voor de fans, met alle gekende ingrediënten. U vraagt en krijgt aldus: fluweelzachte spacerock, fuzzgitaren en analoge synths die lepeltje-lepeltje liggen, én een bezopen robot. Yep, in Jed the 4th ritselt Lytle een weerzien met de humanoïde die al in andere Grandaddy-songs figureerde. Meer zelfs, hij geeft nu ook toe dat die Jed gewoon een projectie van zichzelf is, onder specifieke omstandigheden: ‘You know, it’s all a metaphor/ For being drunk and on the floor.’

Meer feestjes van herkenning barsten los in de slaapdronken rockers Way We Won’t, Evermore en Check Injin. Of in de soezerige, bijzonder openhartige ballades That’s What You Get for Gettin’ Outta Bed, I Don’t Wanna Live Here Anymore en het aangrijpende, eveneens op Lytle’s echtscheiding zinspelende This Is the Part. Helemaal karakteristiek is ten slotte A Lost Machine, een suite die zich spiegelt aan het zeventien jaar oude He’s Simple, He’s Dumb, He’s the Pilot, toch nog altijd een van Grandaddy’s meest memorabele fabricaten.

Met andere woorden: Last Place kon niet tegenvallen. Nog een laatste voorbeeld van Lytle’s welwillendheid? Dankzij de stijlvol gepimpte, akoestische overpeinzing Songbird Son snap je perfect wat hij bedoelt wanneer hij in interviews zegt: ‘Met die synthesizers boots ik gewoon natuurgeluiden na die ik op mijn wandeltochten hoor.’ Er moet die dag iets vrolijk kwetterends langs zijn hoofd zijn gescheerd.

GRANDADDY ****

Last Place

indiepop

30th Century Records

DOWNLOAD

Evermore

A Lost Machine

Songbird Son

KURT BLONDEEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content