De Amerikaanse technogod Jeff Mills etaleert op zijn dvd ‘Exhibitionist’ hoe hij zijn minimalistische beuktechno in mekaar bokst. Handig voor aspirant-deejays, maar ook geschikt voor projecties in clubs. ‘Voor het publiek maakt het weinig uit dat ik me laat vervangen door een projectie van mezelf.’ Door Eva Weyn.

Exhibitionist Cd en dvd uit op 4/02 (News)jeff mills @ the cinema1: exhibitionist + a conversation with Op 11/02, 20.00, Sphinx (Gent)

Jeff mills @ the cinema2: metropolis Op 11/02, 22.30, Sphinx (Gent). Aansluitend: deejayset in Decadance (Gent)

Het idee ontstond ruim acht jaar geleden, toen Jeff Mills dag in dag uit de wereld rondvloog om voor duizenden clubbers te spelen. Op zoek naar een manier om dat moordende tempo aan te houden en af en toe toch eens in de zetel van zijn appartement in Chicago weg te zakken, vroeg hij enkele technologische wizards om een hologram van hem in elkaar te knutselen. ‘Als er een dubbele boeking zou binnenlopen of ik even geen zin had om naar de andere kant van de wereld te reizen, had ik maar een pakje op te sturen met daarin een dvd van mezelf, een hologram en een nieuwe mix incluis. Helaas bleek dat de technologie nog lang niet op punt stond om zoiets te verwezenlijken. De hologram leek net niet echt genoeg, en het aanwezige licht in een club zou ‘m negen op de tien keer weggeblazen hebben.’

Dat het Nederlandse elektronicaduo Arling & Cameron ook al een tijdje met het idee rondloopt om zich op het podium te laten vervangen door twee geanimeerde robots terwijl ze zelf van thuis uit de plaatjes aan elkaar plakken, verbaast Mills niet. ‘Het is de toekomst, zonder twijfel. Waarom niet? Voor een artiest gaat er natuurlijk niets boven een liveset. Het publiek in de ogen kunnen kijken, zien hoe ze volledig uit de bol gaan, daar doe je het voor. Maar voor het publiek maakt het weinig uit of ik daar zelf sta of niet.’

Twee jaar geleden nam de technopionier de proef op de som in de Liquid Room in Tokio. Hij stapte midden in zijn set op en liet een vooraf opgenomen projectie de boel draaiende houden. Het publiek had aanvankelijk niets door en danste lustig verder. ‘Pas toen ik weer opdook en meteen in interactie trad met het op grote schermen geprojecteerde beeld, begrepen ze wat er aan de hand was. Ze reageerden gelukkig ontzettend enthousiast. Jeff Mills die plaatjes mixt met zijn tweedimensionale zelf, het publiek ging uit zijn dak. Ze hadden twee Jeffs voor de prijs van een.’

Na het experiment in Japan besloot Mills het procédé verder te ontwikkelen en meteen ook op de markt te brengen. Op Exhibitionist vind je vier volledige sets van de deejay, geen klassieke liveregistraties, maar studio-opnames. Mills staat voor een zwarte achtergrond en maakte een selectie uit zijn eigen werk. De dvd toont het genie van de man vanuit drie verschillende camerastandpunten: handig voor aspirant-deejays, maar ook geschikt voor projecties in clubs.

‘Het is de eerste dvd in zijn soort en er komen er nog’, zegt Mills trots. ‘Bedoeling is om in totaal met vier verschillende schijfjes uit te pakken die de technodilettant een blik moeten gunnen onder mijn hersenpan. Op dit moment ben ik bezig met het tweede deel waarin ik het productieproces blootgeef. Hoe begin ik eraan? Waar komen de ideeën vandaan? Wanneer is een song volledig af? In mijn studio heb ik overal camera’s opgehangen die alles registreren wat ik doe. Als ik bijvoorbeeld een uur voor televisie ga zitten, word ik dan beïnvloed door wat ik zie? Speelt het weer een rol in hoe een productie evolueert? Het zijn vragen die ik mezelf ook stel en waarop ik op deze manier een antwoord probeer te vinden.’

Over de twee laatste delen moet Mills nog even nadenken, maar hij is in elk geval vastberaden om het technogenre verder open te breken. ‘Het zit in een te strak keurslijf. Ik heb het nu niet alleen over de muziek, maar ook over de manier waarop ze wordt gepresenteerd. Een party ziet er overal hetzelfde uit. Ik draai bijna tweehonderd keer per jaar, dus ik kan het weten. Het principe is om een internationale deejay in te huren, hem te koppelen aan nationale talenten, eventueel nog een liveact eraan toe te voegen en ten slotte wat visuals in te schakelen. Op zich is dat natuurlijk allemaal oké, maar het zou niet slecht zijn mochten sommige clubs net iets meer ambitie hebben. Er zijn voldoende aanknopingspunten met andere kunstvormen om het eens over een andere boeg te gooien. Waar wachten we op?’

Aan het visuele aspect van de doorsnee party kan volgens de technoproducer ook nog flink gesleuteld worden. ‘Begrijp me niet verkeerd, er zijn veejays genoeg die verdomd goed weten waar ze mee bezig zijn, maar er zijn nog te veel knoeiers. Clubs hebben blijkbaar moeite om het kaf van het koren te scheiden. Slechte deejays pikken ze er zo uit, slechte veejays niet. Het probleem is dat veel veejays gewoon niet naar de muziek luisteren. Of ze kunnen het niet, of het interesseert hen niet. In elk geval zitten ze er vaak volledig naast. Ze denken dat ze goed bezig zijn, maar ze missen elke beat, elke ritmeverandering, alles. Het is storend wanneer je zelf op het scherp van de snee staat te draaien en je merkt dat de visuals het ritme niet volgen, of zelfs niets te maken hebben met wat je daar staat te doen. Let wel, goede veejays kosten veel geld en dat hebben sommige clubs er nog altijd niet voor over. Op dat vlak moet er wellicht eerst een mentaliteitsverandering komen.’

Niet enkel visuals liggen Jeff Mills nauw aan het hart. Hij experimenteert al jaren met beeld en blikte zelfs al een film in. ‘Ik ben helaas nooit verder geraakt dan de eigenlijke opnames’, lacht Mills. ‘Ze slingeren nog altijd ergens bij mij thuis rond. Ik vond geen tijd meer om ze te monteren.’ Een ander avontuur bracht de man intussen wel tot een goed einde. Hij schreef een nieuwe score voor Fritz Langs sciencefictionklassieker Metropolis en zette daarvoor zelf de schaar in de film. De versie van Jeff Mills duurt welgeteld een uur, anderhalf uur minder dan het origineel. ‘Al lopen de meningen daarvoor uiteen. De ene geschiedkundige klokt af op ruim drie uur, de andere houdt het bij twee uur. Ik heb me nergens iets van aangetrokken. Ik heb hem helemaal uit elkaar gehaald en van begin tot einde opnieuw ineen gestoken. Ik wou een ritme creëren dat het best bij mijn muziek aansloot. Begrijp me niet verkeerd, de muziek staat in functie van het beeld. Ik kon het gewoon niet laten om ook het beeld naar mijn hand te zetten. Anders was de uitdaging minder groot geweest. Aan de boodschap en het visionaire karakter van de film heb ik in elk geval niet geraakt.’ l

Door Eva Weyn

‘Jeff Mills die plaatjes mixt met zijn tweedimensionale beeltenis? Het publiek ging uit zijn dak.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content