Tuva – Zwart zout

Eerste zin Er ligt een Volvo in de greppel en volgens mij ligt hij daar al een tijdje.

Tuva Moodyson werkt voor een lokale krant in het afgelegen Zweedse dorpje Gavrik, waar de drop- en de pulpfabriek de grootste werkgevers zijn. Op een dag klimt de directeur van de dropfabriek op een toren en springt hij naar beneden. Niet veel later wordt een van zijn werknemers met doorgesneden keel teruggevonden. Auto’s worden gesaboteerd, schuren in brand gestoken en iemand laat angstaanjagende sneeuwbalmannetjes achter. Tuva , volgens haar chef ‘een opgewonden, lichtgeraakte, dove, biseksuele meid uit Stockholm’, gaat op onderzoek uit maar moet daarvoor niet alleen het ijskoude februariweer trotseren. De familie van de directeur gedraagt zich uiterst bizar, ze wordt door Jan en alleman tegengewerkt en als klap op de vuurpijl verliest ze haar hart aan een nieuwe politie-inspecteur. Will Dean groeide op in de Britse East Midlands en emigreerde voor de liefde naar Zweden, waar hij diep in de bossen woont. Hij heeft ondertussen al drie misdaadverhalen geschreven waarin de dove Tuva de hoofdrol speelt. Zwart zout is de tweede die vertaald wordt en lost alle hoge verwachtingen na De jacht in: een ingenieus, sfeervol en ijzingwekkend verhaal met complexe personages.