TOTALE ZEVER MAAR GOED OPGEBOUWD
Ze moeten beroepsmatig andere mensen aan het lachen brengen, maar welke tv-serie heeft henzelf in het verleden het vaakst laten schateren? Drie stand-upcomedians over de grappigste reeksen aller tijden. ‘Vingers afzagen of afbijten, dat werkt bij mij altijd.’
THE ROYLE FAMILY, DE GRAPPIGSTE TV-SERIE VOLGENS NIGEL WILLIAMS
‘Een typevoorbeeld van de understatementhumor die zo kenmerkend is voor vele Britse comedyseries. The Royle Family gaat over een arbeidersfamilie, onderuitgezakte couchpotato’s die voortdurend voor tv zitten en niets anders doen dan commentaar geven op de programma’s én op elkaar. Geen enkele scène speelt zich buitenshuis af, het enige decor is de living van de Royles, die er dan ook nog eens erg antiek uitziet. Geen pruiken of rare hoedjes, maar rechttoe rechtaan situation comedy, daar ben ik wel voor te vinden.
‘Spectaculair kun je The Royle Family natuurlijk niet noemen. De algemene teneur van elke aflevering is: vader en moeder Royle zitten in de zetel, hun dochter en haar vent – een lamme trees en een domme idioot – komen binnen, en vervolgens voeren ze een half uur aan een stuk inhoudsloze gesprekken over dagdagelijkse dingen. Die banter vind ik fucking funny. Maar The Royle Family is niet alleen lachen lachen lachen, er zitten ook sentimentele stukjes in, en dat hoort zo in een humorreeks, vind ik.
‘De acteerprestaties zijn ronduit subliem. Elk personage wordt geloofwaardig neergezet. Die mensen zijn écht, ze overdrijven niet, en dat maakt het allemaal heel herkenbaar. Vader Jim en moeder Barbara Royle worden vertolkt door Ricky Tomlinson en Sue Johnston. Dat zijn eigenlijk heel ernstige acteurs – Johnston speelt bijvoorbeeld ook een psychologe in Waking the Dead -, maar in The Royle Family tonen ze zich van hun grappigste kant. Wat ook ongelooflijk is, is dat Caroline Aherne en Craig Cash – die dochter Denise en schoonzoon Dave Best spelen – de serie geschreven hebben. Je zou het hen écht niet meegeven, zo’n domme kloten! (lacht)‘
SCÈNE À RIRE
‘Het is onmogelijk er één scène uit te lichten, er gebeurt namelijk niks! Wat wel grappig is, is dat je voortdurend denkt ‘zie die onnozelaars daar nu voor tv zitten’, maar dat je als kijker precies hetzelfde aan het doen bent. Wie naar The Royle Family kijkt, is eigenlijk de hele tijd met zichzelf aan het lachen.’
The Royle Family (1998-2000) is een sitcom, in de meest letterlijke betekenis van het woord, over een familie couchpotato’s in Manchester. De laatste jaren werden ook nog vijf kerstspecials gemaakt. De serie heeft 22 televisieprijzen gekregen, waaronder enkele Bafta’s en British Comedy Awards.
BOTTOM, DE GRAPPIGSTE TV-SERIE VOLGENS BERT GABRIËLS
‘Zeker niet de beste humorreeks ooit gemaakt – dat is in mijn ogen The Simpsons, waar alles in zit: slapstick, politieke satire, typetjes en goeie scenario’s -, maar Bottom is wél de serie die mij het hardst heeft doen lachen. Wat die twee gasten, Rik Mayall en Adrian Edmondson, gemaakt hebben, had ik op dat moment – ik was toen een jaar of 18 – nog nooit gezien. Het is humor van het meest onvoorspelbare soort, vermengd met keiharde slapstick. Vingers afzagen en afbijten, dat werkt bij mij altijd. Dat iemand van de trap gaat vallen, zie je nog aankomen, maar dat hij daarbij ook een been verliest nét niet. Het gegeven dat een van de hoofdpersonages Hitler heet, is ook fantastisch. En als ze hem dan om te lachen vragen: ‘Are you a relative?’ antwoordt hij heel droog: ‘Yes.’ Dat is niet eens een mop, hé, er is geen punchline, maar het komt zo onverwacht dat ik er keihard mee moet lachen.
‘Ik droomde in die tijd van acteren, ik wilde het theater in. Bottom heeft mij dus niet voor comedy of tv doen kiezen, maar de reeks heeft later ongetwijfeld een invloed gehad op mijn werk. Voor mij was dat grensverleggend. Bottom heeft mijn opvatting van humor verbreed.
‘Dat betekent niet dat ik hetzelfde soort absurde humor ben gaan maken. Op de verrassing spelen, ik doe dat eerlijk gezegd te weinig. Mijn grappen hebben eerder een logische opbouw, voor zover je daar in comedyland van kunt spreken, natuurlijk. Ik vertrek altijd vanuit een set-up, waarbij je de kijker achtergrondinformatie aanreikt. De uiteindelijke punchline, de grap, ligt in het verlengde daarvan. Ik weet het, ik zou mijn logisch denken soms wat meer moeten loslaten, dúrven te freewheelen. Misschien moet ik ter inspiratie gewoon nog eens naar Bottom kijken!’
SCÈNE À RIRE
‘Richie krijgt op een gegeven moment een gasinspecteur over de vloer. Die mocht hoe dan ook het huis van Richie niet verlaten, omdat hij niet mocht zien wat er zich buiten afspeelde. Dus zegt Richie: ‘You can’t leave’, waarop die inspecteur vraagt: ‘Why not?’ Richie kan niets beters bedenken dan: ‘Because I love you!’ Je verwacht allerhande stomme uitvluchten, maar krijgt een haast romantische scène voorgeschoteld – Bottom goes Romeo & Juliet.(lacht) De reeks staat bol van dat soort drastische wendingen. Het is geweldig geschreven.’
Bottom (1991-1995) is een nihilistische en ietwat gewelddadige britcom van en met Rik Mayall en Adrian Edmondson – tevens de bedenkers van The Young Ones in de jaren tachtig. Ze vertolken respectievelijk Richie Richard en Eddie Hitler, twee domoren uit de Londense Hammersmith-wijk die aan de onderkant van de maatschappij leven. Uit Bottom groeiden meerdere theatertournees en de langspeelfilm Guest House Paradiso (1999).
FATHER TED, DE GRAPPIGSTE TV-SERIE VOLGENS GUNTER LAMOOT
‘Graham Linehan, een van de scenaristen van Father Ted, is iemand die ik heel erg bewonder – hij heeft later onder meer nog de geweldige sketchshow Big Train en de al even hilarische sitcom The IT Crowd geschreven. Zijn scenario’s voor Father Ted zijn enorm absurd. Totale zever eigenlijk, maar heel goed opgebouwd. Het surrealisme van het alledaagse, daar houd ik wel van.
‘De personages zijn trouwens onmenselijk achterlijk – priester Dougal McGuire is waarschijnlijk zowat de domste figuur die ooit in een sitcom opgedoken is – maar stralen tegelijkertijd een zekere warmte uit. Als kijker zie je die mensen echt graag.
‘Voor mij moet een tv-reeks niet alleen goed zijn in haar genre, maar ook iets toevoegen aan wat al voorhanden is. Father Ted is gemaakt tussen 1995 en 1998 – vóór The League of Gentlemen – en voelde toen erg fris aan. Het is onbeschaamde debiliteit, maar met heel veel liefde gemaakt. Ik beschouw het bijna als een satire op een sitcom. De serie is zodanig laagdrempelig dat ze volgens mij ook heel veel mensen aansprak. Tenzij je niets voelt voor lichtjes absurde humor, word je er meteen in meegezogen, en besef je amper nog dat je eigenlijk naar grote nonsens zit te kijken.
‘Of ik zelf laagdrempelige comedy probeer te maken? Goh, het mag gerust belachelijk en debiel zijn, zolang er een twist in zit. Ik vind dat je als comedian risico’s moet durven te nemen om jezelf te blijven verrassen, hoe cliché dat ook mag klinken. Ik wil geen one-trick pony zijn. Wellicht zijn er heel veel mensen die mij wel zo zien, maar die hebben er geen verstand van. (lacht)‘
SCÈNE À RIRE
‘Father Ted zit vol dwaze gesprekken. Een voorbeeld: in een bepaalde aflevering probeert Father Ted aan Dougal uit te leggen wat perspectief betekent. Hij heeft twee speelgoedkoetjes in zijn hand, en zegt: ‘These are small.’ Dan wijst hij door het raam naar buiten, waar in de verte koeien staan te grazen, en hij zegt: ‘And the ones out there, are far away.’ Dat is zo fucking simpel dat het hilarisch is.’
Father Ted (1995-1998) is een Iers-Britse sitcom over drie excentrieke priesters en een huishoudster die op een verlaten eiland voor de Ierse westkust terechtkomen. De intussen tot cult verheven reeks – waarvan drie seizoenen zijn gemaakt, plus een extra kerstaflevering – rijft in de jaren negentig meerdere Bafta’s binnen, waaronder die voor beste comedy en beste komische rol.
DOOR MICHAEL ILEGEMS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier