Topservice
dinsdag 28/3, Eén *
De butler in opleiding zat op een voetenbank voor het raam en oefende op het knopen van de stropdas rond zijn nek. Het had iets symbolisch, voor wie het wilde zien. Ondertussen verklapte hij aan de camera iets over zijn motieven. Waarom wilde hij, een frisse knaap van een jaar of dertig, toch zo graag butler worden, of zoals de school het vak noemde: een hospitality person. ‘Ik wil mensen helpen.’
Ja, hij zei het echt. Butler worden om mensen te helpen. Dat is zo’n beetje als beweren dat je dieren eerst een stroomstoot geeft en dan pas slacht om hun welzijn te verhogen. Cognitieve dissonantie heet dat in vaktermen. Mensen die voldoende geld hebben om een butler in dienst te nemen, zijn in principe perfect in staat om voor zichzelf te zorgen. De butler is een luxe die ze zich kunnen permitteren. Hij is een betaalde dienaar. Maar helpen? Nee, dat is meer iets voor een bejaardenverzorger, een nachtverpleger of een gehandicaptenbegeleider.
Het viel wel op, in deze eerste aflevering van Topservice. Niet de butler, niet de stewardess in de privéjet, niet de floral artist werkten alleen maar voor het geld. Ze hadden er voor zichzelf prachtige verklaringen voor verzonnen. Ze deden het voor de schoonheid, omdat ze graag zorgden of omdat ze van de traditie hielden. ‘We oordelen niet, we aanvaarden’, is een van de stelregels van een gediplomeerd butler. Het is ook de mantra van Topservice. Kritische noten kraakt men hier niet. De rijken der aarde worden zonder verpinken de happy few genoemd, een donzige manier om het vooral niet te hebben over waar de rijkdom van de few vandaan komt of hoe die kapitaalstromen optimaal beheerd worden zodat er zo weinig mogelijk naar de many wegstroomt. Zelf heb ik dat nooit goed begrepen, dat dwepen met mensen die meer geld hebben dan een ander. Omdat ze rijk geboren zijn of omdat ze er naar eigen zeggen verdomd hard voor gewerkt hebben: het zal allemaal wel, maar in het geval van de diamantair die in zijn privéjet van Tel Aviv naar Londen vloog en voor wie Ellen zich het vuur uit de sloffen liep, is het harde werk toch vooral geleverd door een stel armoedige mijnwerkers die voor hun diamanten in het beste geval wat schamele munten hebben gekregen.
Nu ja, dat van die diamantair is misschien een vooroordeel. Ik heb geen idee hoe de man in de privéjet zijn geld verdient. Dat mocht zijn privéstewardess Ellen niet zeggen. Bij topservice hoort ook top secret. ‘Mijn leven bestaat uit lastminutes’, vertelde Ellen terwijl ze het tapijt in de privéjet stofzuigde en de wc-bril met een vochtig doekje ontsmette. Je zou kunnen denken dat ze een poetsvrouw op grote hoogte is, maar Ellen benadrukte dat haar leven een avontuur is. Om mogelijke twijfels over dat avontuurlijke weg te nemen wees Ellen met haar prachtig gemanicuurde vinger naar de besneeuwde bergtoppen onder haar. ‘Uren kan ik daarvan genieten, van die natuur.’ Ze zei het echt. En niemand die haar vroeg of dat niet een heel klein beetje contradictorisch was. Want is het niet net door de levensstijl van het type man dat zij zo bereidwillig dient dat die besneeuwde bergtoppen ieder jaar minder wit worden?
‘Ze doen dit vol overgave en ten koste van alles’, stond bij de aanvang van Topservice in grote witte letters op het scherm. Wat men vergat te melden, is dat een flinke dosis cognitieve dissonantie helpt bij het dienen van de rijken. Je mag er vooral niet over nadenken, want dan pleur je de peultjes toch in het gezicht van je rijke baas die beweert dat hij honger heeft en nu onmiddellijk eten nodig heeft. Er is een reden waarom ze aan de butlerschool zeggen: ‘Hoe is belangrijker dan waarom.’ Volgens mij moet je al een deel van je brein afbranden om dit geen dieptreurige uitspraak te vinden. Of gewoon fan zijn van de feodale samenleving.
door Tine Hens
Butler worden om mensen te helpen. Dat is zo’n beetje als beweren dat je dieren eerst een stroomstoot geeft en dan pas slacht om hun welzijn te verhogen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier