Een sprekende hond en een tros kabouters. Het zijn niet bepaald originele figuren, maar voor Studio 100 volstonden ze ruimschoots om de kinderharten te veroveren. Het succesverhaal begint in 1990, als TV1-omroeper Gert Verhulst – samen met Danny Verbiest en producer Hans Bourlon – Samson & Gert creëert. Ondanks (of: dankzij?) de flinterdunne scenario’s en de acteerprestaties die doen denken aan landelijk amateurtoneel, groeit de serie rond de hond met het spraakgebrek en zijn wat sullige vriend uit tot het populairste kinderprogramma van de jaren ’90.

Aangespoord door dat succes broedt het trio op nieuwe projecten. Eén populaire figuur is als basis immers wat smal, zeker als je publiek uit wispelturige kleuters bestaat. Binnen de structuur van de openbare omroep is er echter niet genoeg ruimte, zodat Verhulst en kompanen begin 1997 een eigen maatschappij oprichten. Studio 100 in Schelle heeft ondertussen al zo’n tachtig mensen in dienst en levert haar programma’s zowel aan de VRT als aan VTM.

Het eerste wapenfeit op televisie van Studio 100 is de lancering van Kabouter Plop. En het jonge bedrijf loopt over van ambitie. Als Plop in september 1997 wordt voorgesteld, heeft Gert Verhulst één droom: dat als een Vlaams kind een kabouter tekent, die voortaan op Plop zou lijken. Best mogelijk dat die droom inmiddels waarheid is geworden. Vandaag is Kabouter Plop immers minstens even populair als Samson.

Maar misschien is de figuur ook sneller opgebrand. Terwijl Samson zijn populariteit vooral haalde uit het tv-programma en de massale commercialisering die daaruit voortvloeide, is de serie rond Plop & co maar een van de vele paddestoelen in de kabouterwereld. Vooral de muziek, de shows en de twee irritante bioscoopfilms – ‘Flopperdeflopperdeflop’ schreef een recensent – maken dat KabouterPlop een begrip is geworden. De geschiedenis van Kabouter Plop is dan ook een les in het hypen van een in wezen heel middelmatig typetje.

Plop heeft wel langzaamaan het buitenland veroverd, iets waar Samson nooit in geslaagd is. Vooral Nederland gaat massaal voor de bijl, en opnieuw spelen de ‘afgeleide producten’ een belangrijke rol bij die verovering. De Kabouterdans werd bij de Noorderburen een gigantische hit en onttroonde Candle in the wind van Elton John als langst genoteerde single in de top-100. De roem eist zijn tol, want in Nederland duiken steeds meer namaak-Plops op.

Ondertussen blijft Studio 100 nieuwe tv-programma’s bedenken, zoals Big en Betsy (VTM) – een vrouwelijke versie van Samson & Gert, met een sprekend varken dat aan flatulentie lijdt. Hoe verzinnen ze het? – en Wizzy en Woppy (Ketnet). Die laatste reeks rond de twee muisjes die in een dierenwinkel allerlei avonturen beleven, lijkt op maat van het buitenland gesneden. Omdat de figuurtjes een heel eigen brabbeltaaltje spreken en de verhaaltjes gemakkelijk te volgen zijn, kan Wizzy en Woppy misschien ooit in de voetsporen van de populaire Zwitserse animatieserie Pingu treden.

Eind vorig jaar ging op Ketnet de jongste creatie van Studio 100 in première: Piet Piraat, een reeks rond de dagelijkse belevenissen van een groep zeerovers. Piet Piraat mag zich dan wel opnieuw tot de jongsten richten, Studio 100 wil vijf jaar na de oprichting de kinderschoenen ontgroeien. Voor het eerst waagt de productiemaatschappij zich dit jaar immers aan formats die niet voor de kleinsten bedoeld zijn. Zo werkt het bedrijfje aan een jongerensoap voor Ketnet, en begint het eind 2002 voor VTM een sitcom te draaien. Hopelijk zonder sprekende dieren.

Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content