TOP HAT ***

Zondag 23/6, 14.05 – één. Mark Sandrich, VS 1935

We had fun, and it shows‘, aldus Ginger Rogers over haar magische samenwerking met Fred Astaire. Tien keer deelden ze het witte doek. Top Hat, een musicalklassieker, geldt als hun beste.

Over Rogers en Astaire deden voortdurend geruchten de ronde dat de chemie tussen hen off-screen niet zo goed zat. En ook al gingen ze vóór de camera scriptgewijs vaak met elkaar in de clinch – vooral van Rogers’ kant dan – aan één ding zouden ze nooit denken: weigeren om met elkaar te dansen. Het zijn net die heerlijke dansnummers en muzikale momenten in Top Hat die de tand des tijds het beste hebben doorstaan.

Toen Hollywoodmogul David O. Selznick in 1931 productiehoofd werd van de noodlijdende studio RKO nam hij drie gouden beslissingen: hij ging voluit de jonge producent Pandro S. Berman steunen, hij rekruteerde artdirector Van Nest Polglase en hij liet Broadwayacteur en tapdanser Fred Astaire een screentest doen. De serie musicals die het drietal er samen met Rogers zou maken, redde de studio en revolutioneerde de screwballmusical.

Al de musicals van Fred ‘n’ Ginger vertrekken min of meer van hetzelfde stramien: Astaire wordt halsoverkop verliefd op Rogers en probeert haar in zijn armen te lokken, zij biedt weerstand, vindt hem een pest en wijst hem af op basis van een misverstand (in dit geval denkt Rogers dat Astaire met haar vriendin getrouwd is) om uiteindelijk toch verzoenend in zijn armen weg te dansen.

Maar Top Hat leunt te sterk op de succesformule van een van hun vorige musicalfarces, A Gay Divorcee (1934): opnieuw wordt er stevig ingezet op komische nevenpersonages, die met veel nadrukkelijke mimiek door dezelfde karakteracteurs vertolkt worden.

Gelukkig zijn er de grandioze witte studiodecors van Polglase, waaronder een modernistische fantasieversie van Venetië, inclusief gondels en kanaaltjes. En uiteraard de romantische dansduetten tussen Rogers en Astaire of de spraakmakende solo’s van die laatste, telkens op muziek van Irving Berlin.

Hoogtepunten zijn Isn’t This a Lovely Day (To Be Caught in the Rain)?, de Piccolino-finale en het onweer-staanbare Cheek to Cheek. Astaire ergerde zich in dat nummer aan het prachtige met struisvogelveren bedekte kostuum van Rogers omdat de veren voortdurend in zijn neus en mond kwamen. Rogers dreigde ermee de set te verlaten als ze de jurk niet mocht aanhouden. Ze won het pleit. En maar goed ook: het blijft een van hun meest betoverende en stijlvolle dansstukken.

(L.J.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content