Elke maandag, 21.14 – Canvas
Ik heb weinig met auto’s.Een Mini van een Hummer onderscheiden, dat lukt nog wel, maar voor de rest zie ik nauwelijks verschillen in de stroom van merken en modellen die zich over de snelwegen beweegt. Laat staan dat ik een notie heb van wat er zich onder de motorkap afspeelt. En toch kan ik genieten van Top Gear, het beroemde en beruchte autoprogramma van de BBC dat sinds het begin van de maand op Canvas te zien is. Top Gear draait weliswaar volledig om auto’s, maar dat valt nauwelijks op. Want de grootste charme komt voort uit de drie presentatoren, de manier waarop ze met elkaar omgaan, het plezier dat ze erin scheppen om de meest waanzinnige proefjes te bedenken én uit te voeren, en het typische Britse flegma dat ze tentoonspreiden wanneer er iets verkeerd gaat.
Canvas trapte niet af met een gewone aflevering van Top Gear, maar met een van de specials. Daarin trokken de drie presentatoren, Jeremy Clarkson, Richard Hammond en James May, naar Botswana, om er elk met een budget van 1500 pond een tweedehandse auto aan te schaffen. Met de drie wagens, die elk zo de koppositie zouden wegkapen in de ‘Wrak van het Jaar’-wedstrijd, moesten ze daarna het hele land door. Wat volgde, laat zich nog het best omschrijven als een kruising tussen De Bende van Wim en The A-Team. In het begin viel de rit nog redelijk mee, tot het asfalt plotseling veranderde in zand en stenen, en de kaduke ophanging van de auto’s op de proef werd gesteld. Het werd helemaal dramatisch toen het trio de Makgadikgadi-woestijn binnen trok, een zoutvlakte waar nog nooit een auto over heen was gereden – wellicht omdat je banden meteen half wegzakken in de mix van modder en zand.
Je kon je vragen stellen bij het waarheidsgehalte van de reis: de cameraploeg die het trio volgde, raakte blijkbaar wel redelijk eenvoudig over de woestijnvlakte, en dat de bestuurders bij een defect hun auto telkens weer nét op tijd opgelapt kregen om door te kunnen gaan, leek ook iets te toevallig. En ook ecologisch gezien is het natuurlijk redelijk fout om voor een tv-programma met een hele colonne wagens door een ongerept en fragiel natuurgebied te racen. Alleen waren het enthousiasme en gevoel voor humor van de presentatoren zo ontwapenend, dat je je bezwaren gaandeweg vergat.
Het moment dat Top Gear het best samenvat, kwam er toen de hele ploeg even stopte aan een oase, waar onder meer een paar giraffen aan het drinken waren. Het trio vergaapte zich even aan de wilde dieren, maar begon al vlug de spot te drijven met een toerist die even verderop stond en die een nogal opzichtig haarstukje op had. Eigenlijk zijn Clarkson, Hammond en May een stel kleine kinderen die losgelaten worden op het speelgoed van hun dromen. Waarschijnlijk is Top Gear daardoor even typisch mannelijk als wanneer het wél alleen over PK’s en cilinders zou gaan, maar ook een stuk onweerstaanbaarder.
Door Stefaan Werbrouck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier