TOMMY RUGBYT

© FOTO'S CHARLIE DEKEERSMAECKER

EK, Tour, Olympische Spelen, aan sport is er deze zomer geen gebrek. Wij laten zeven weken lang een Interessante Vlaming (of Nederlander) aan het woord over de sport van zijn of haar hart. Deze week: Tommy Wieringa over rugby.

‘Ik doe al meer dan de helft van mijn leven aan rugby. Tot mijn 19e heb ik niet veel gesport, maar toen nam een vriend me op een vrijdagavond mee naar de rugbyclub van Dwingeloo (een dorpje in het noorden van Nederland, nvdr.). Ik stond onder de lichtmast en een van de spelers kwam naar me toe om te vragen waar mijn rugbyspullen waren. Ik zei dat ik er geen bij had en hij antwoordde: ‘Nou, volgende keer meebrengen, hé.’ Dat vond ik van zo’n overrompelende hartelijkheid getuigen dat ik ’s anderendaags meteen een helm en een bit ben gaan halen. Sindsdien ben ik rugbyspeler. Het enige probleem is dat ik ondertussen op 170 kilometer van Dwingeloo woon, waardoor het niet altijd lukt om de trainingen te halen. Maar de wedstrijd op zondag, daar raak ik meestal wel.

‘Voetbal is een sport voor heren gespeeld door beesten, rugby is een sport voor beesten gespeeld door heren, zo wordt wel eens gezegd. Dat is een diepe waarheid. Rugby is fysiek natuurlijk vrij hard, maar het gaat er op het veld veel nobeler toe dan bij voetbal, dat me nooit aangetrokken heeft. Ik heb dat fysieke ook nodig, omdat ik schrijven altijd als een wat onmannelijke bezigheid heb beschouwd. (lacht) Ik kan na de wedstrijd ook erg genieten van het samenzijn met de andere spelers, het geroezemoes van mannen onder elkaar, met liederen en schuimend bier. Als schrijver breng ik het grootste deel van mijn tijd alleen door: rugby geeft mij het gevoel dat ik ergens bij hoor.

‘Ik ben nu natuurlijk op een leeftijd gekomen waar ik ermee zou moeten ophouden. Ik ben vaak de oudste op het veld en ver daarbuiten, en als ik de bal krijg, dan roept er wel eens een tegenstander: ‘Grijp die ouwe!’ (lacht) Ik merk ook dat ik gaandeweg minder competitief ben geworden, en dat ik nu gevoeliger ben dan vroeger voor de omstandigheden van de wedstrijd. Een paar maanden geleden stond ik op een koude voorjaarsdag op het veld, en tijdens de scrum zag ik de laatste blaadjes van de herfst onder de spelers door dwarrelen. Als dat soort poëtische verstilling je overvalt op een rugbyveld, dan is de echte bloeddorst misschien toch voorbij. Alleen: wat voor sport moet ik dan in de plaats gaan doen? Wat past er wel bij mijn leeftijd? Wielrennen? Hardlopen? Ik verveel me nu al. Dus zal ik nog wel even blijven doorgaan.’

VOLGENDE KEER

VRT-journaliste Hanne Decoutere

DOOR STEFAAN WERBROUCK FOTO’S CHARLIE DEKEERSMAECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content