‘TOM IS GEK’

Met Mission: Impossible – Ghost Protocol levert Pixarprofeet Brad Bird zijn eerste liveactionprent af. Een wilde gok of het logische vervolg van een Hollywoodsuccesverhaal? ‘De beste films worden door krankzinnigen gemaakt.’

Brad Bird had het helemaal gemaakt. Althans, zo leek het. Het in 1957 geboren animatietalent werkte in de vroege eighties voor Disney, sloeg enkele jaren later de handen in elkaar met Steven Spielberg voor een aflevering van diens tv-reeks Amazing Stories en regisseerde in de vroege jaren 90 enkele onvergetelijke afleveringen van The Simpsons.

In 1999 bereikte het eerste cinemaproject dat hij zelf had geschreven en geregisseerd de zalen. Hoewel The Iron Giant flopte aan de kassa, reageerde de internationale filmpers laaiend enthousiast en groeide de film tot een gigantische dvd-hit uit. Ook John Lasseter, Birds voormalige Disneycollega en huidige Pixarbons, was flink onder de indruk.

Het duo sloot al snel een samenwerkingsakkoord, dat geen van beiden windeieren legde. Birds superheldensatire The Incredibles (2004) en culinaire rattendrama Ratatouille (2007) worden niet alleen tot crème de la crème van de Pixarstal gerekend, ze leverden de regisseur ook twee Oscars voor Beste Animatiefilm op.

Tijdens de Ratatouille-junkets kondigde Bird aan dat hij nieuwe horizonten wilde opzoeken. ‘Mijn volgende project wordt een liveactionprent’, klonk het. ‘Ik ga me baseren op 1906, een boek van James Dalessandro over de grote aardbeving in San Francisco in het begin van de 20e eeuw.’

Een tijdlang leek alles in kannen en kruiken. Birds scenario werd geprezen, Hollywoodmajors Disney en Warner Bros. zouden samen het megabudget van tweehonderd miljoen dollar ophoesten, en de Hollywoodhypemachine probeerde de wereld alvast warm te maken voor ‘een Titanic op het vasteland’.

Helaas, de aanhoudende financiële crisis, onenigheden tussen de studio’s en potentiële productieproblemen bleken zelfs voor een grote speler als Bird onoverkomelijk. De opnameplannen werden uitgesteld en Bird kreeg de opdracht om de scope van zijn scenario in te perken om het kostenplaatje te verlagen.

Bird aanvaardde de suggestie, maar polste ondertussen of er geen andere interessante liveactionprojecten de ronde deden. Zo belandde hij uiteindelijk op het kantoor van J.J. Abrams. Het tv-genie achter Alias en Lost had met Mission: Impossible III zijn bioscoopdebuut gemaakt en was op zoek naar een regisseur voor het vierde deel van de miljardenfranchise. Bird hapte onmiddellijk toe.

‘Na twee jaar ploeteren, had ik nog niets bereikt. Ik bleef maar met mijn hoofd tegen de muur lopen’, zucht de cineast tijdens onze ontmoeting in het toverachtige Hotel Bayerischer Hof te München. ‘Vandaar dat Ghost Protocol zo welgekomen was. Het was alsof ik een jet met een volle tank aangeboden kreeg. Het enige wat ik nog moest doen, was het ding besturen.’

Bird heeft duidelijk met plezier rondgevlogen. Het vierde deel van de Mission: Impossible-reeks is net zoals zijn voorganger een portie genietbare popcornnonsens geworden. Grote verschil met Abrams’ aflevering: de flinke scheut fun. Net als in zijn animatieparels injecteert Bird hachelijke situaties met een dosis absurdistische humor. Dat gebrek aan ernst en de oprecht indrukwekkende actiesequenties doen het clichématige verhaaltje over een getroebleerde Ethan Hunt (opnieuw een verbeten Tom Cruise), zijn getraumatiseerde teamgenoten (onder wie The Hurt Locker-soldaat Jeremy Renner) en hun jacht op een nucleaire terrorist ( The Girl with the Dragon Tattoo-journalist Michael Nyqvist) met de mantel der liefde bedekken.

Gefeliciteerd, je hebt zonet je eerste liveactionmissie tot een goed einde gebracht. Heeft de zwaartekracht je geen parten gespeeld?

BRAD BIRD: Dat viel al bij al best mee. Het is niet alsof gravitatie een onbekend fenomeen voor me was. Ik word er al mijn hele leven mee geconfronteerd. (Lacht) Het klopt dat werken in de fysieke wereld beperkingen met zich meebrengt, maar het heeft ook de nodige voordelen. Het grootste pluspunt van liveaction is spontaniteit. Die kun je in animatiefilms alleen maar simuleren.

Peperdure blockbusters zoals de ‘Mission: Impossible’-franchise lijken niet bepaald veel ruimte te bieden voor impulsiviteit, toch?

BIRD: Daar zit je flink mis. Blockbusters moeten het vaak van ondoordachte beslissingen hebben. Aan actiesequenties en de basisplot wordt amper geraakt, maar de kleine momenten kunnen tijdens de shoot drastisch veranderen. Net omdat in die scènes de personages uitgediept worden, zijn ze cruciaal voor het eindresultaat.

Wat is in jouw ogen het grootste verschil tussen het regisseren van een animatiefilm en een liveactionprent?

BIRD: Och, er zijn er te veel om op te noemen. Het belangrijkste element blijft altijd en overal hetzelfde: de camerahoeken. Je moet ze zo kiezen dat het publiek zowel geëmotioneerd als geëntertaind blijft. Mijn favoriete regisseurs uit het verleden zorgden ervoor dat zelfs de ingewikkeldste actiescènes overzichtelijk werden weergegeven. Nu lijkt het de mode om dergelijke sequenties vanuit een tiental hoeken te filmen en het echte werk aan het montageteam over te laten. Niet moeilijk dat de meeste hedendaagse actiescènes oog- én oorverdovend zijn.

Het kan natuurlijk nooit kwaad dat je met vakmannen als Paul Thomas Anderson-cinematograaf Robert Elswit en Brian De Palma-monteur Paul Hirsch samenwerkt.

BIRD: Ik heb film – of het nu om animatie of liveaction gaat – altijd al als een kunstvorm beschouwd. Het medium is des te unieker omdat het de mogelijkheid schept om het werk van toptalenten als Paul en Robert te combineren. Geloof me: ze glunderden toen ik zei dat ik een rothekel heb aan al die zielloze flipperkastfilms die de laatste tijd de multiplexen bezetten.

Ironisch genoeg bundelden jullie de krachten om een zoveelste sequel te maken. Spuwde je in het verleden niet meermaals je gal over die eindeloze stroom aan vervolgfilms?

BIRD: Dat klopt. Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat sommige van mijn lievelingsfilms – The Empire Strikes Back, The Godfather: Part II, Mad Max 2 en Goldfinger – sequels zijn. Eigenlijk was ik destijds niet aan het mopperen over de kwaliteit van sequels, maar over het kapitaal dat Hollywood erin investeert. Als origineel materiaal evenveel geld toebedeeld kreeg, zou cinema vitaler dan ooit zijn.

Kon je je creatieve ei kwijt in ‘Ghost Protocol’?

BIRD:Het gaat over Mission: Impossible, hé?! Wat de franchise zo bijzonder maakt, is het feit dat elke regisseur zijn stempel op zijn aflevering kan drukken. Mijn voorgangers – Brian De Palma, John Woo en J.J. – hebben allemaal hoogstpersoonlijke toetsen aangebracht en dat is in mijn geval niet anders. ‘Wat heb je altijd al in een spionageprent willen zien?’, was een van de eerste vragen die de producenten me stelden. Dan weet je dat je een droomjob hebt gescoord.

Nochtans gaat het om je eerste film waarvan je het scenario niet zelf hebt geschreven.

BIRD: Daar maal ik niet om. Schrijven is niet bepaald mijn favoriete bezigheid. Het is een proces waarvan ik pas kan genieten als het voorbij is. Tijdens het pennen verander ik in een chagrijnige mopperpot – vraag maar aan mijn vrouw. (Lacht) Het is is een ontzettend eenzame bezigheid waarbij je voornamelijk met je gebreken geconfronteerd wordt. Enige echte voordeel: je kent je materiaal door en door. Als iemand je keuzes in vraag stelt, kun je zijn bezwaren pijlsnel – en onverbiddelijk – weerleggen.

Voor alle duidelijkheid: Ghost Protocol bevat wel degelijk scènes en dialogen die ik geschreven heb.

Wat heb jij dan zoal toegevoegd?

BIRD: Daar ga ik liever niet te diep op in – ik háát spoilers. Laten we het hierop houden: ik heb een passie voor gadgets – en dan vooral voor gadgets die niet perfect functioneren. Ik hou van spanning met een vleugje humor. En ik smul van verhalen waarin een team tegen wil en dank moet samenwerken.

Ook deze keer stond – de inmiddels 49-jarige – Cruise erop het merendeel van zijn stunts zelf uit te voeren. Zo beklom hij de Burj Khalifa, de 828 meter hoge wolkenkrabber in Dubai. Met alle respect, maar moet die man niet tegen zichzelf beschermd worden?

BIRD:(Klapt lachend in de handen) Tom is gek, maar op een goede manier. Er lopen in Hollywood genoeg malloten rond die volledig onhandelbaar zijn. Dat geldt niet voor Tom. Zijn waanzin – of beter: zijn overgave – komt een film als de onze alleen maar ten goede. Zijn gekheid uit zich niet alleen in zijn stuntwerkobsessie, maar ook in zijn doorzettingsvermogen wanneer de rest van de cast en crew de wanhoop nabij zijn. Zal ik je een geheim vertellen? De beste films worden door complete krankzinnigen gemaakt.

Is waanzin ook het geheim van jouw succes?

BIRD: Dat mag jij bepalen. Ik weet alleen dat ik altijd intuïtief te werk ga. Er zijn stemmen die beweren dat mijn animatiewerk zo goed scoorde omdat ik met alle mogelijke publieksgroepen – blank en zwart, jong en oud, mannelijk en vrouwelijk – rekening had gehouden. Daar klopt geen snars van. Ik hou met één iemand rekening: mezelf. Als je een film maakt voor een doelgroep waar je zelf geen deel van uitmaakt, kan dat onmogelijk een volbloed publiekstrekker opleveren.

Nu je zowel animatiefilms als een live-actionproject op je naam hebt staan, is de tijd misschien rijp voor een hybrideprent als James Camerons ‘Avatar’ of ‘John Carter’, het op stapel staande sciencefictionspektakel van ‘Wall-E’-regisseur Andrew Stanton?

BIRD: Je doet me op glad ijs begeven: stel je voor dat ik mijn Pixarcollega tegen de borst zou stuiten. (Lacht) Persoonlijk ben ik niet zo’n liefhebber van ‘motion capture’. Natuurlijk heeft de technologie al opzienbarende resultaten opgeleverd – kijk maar naar Gollum, King Kong en de apen uit het recente Rise of the Planet of the Apes. Toch blijven die voorbeelden veeleer uitzonderlijk. Geef mij maar old school filmmagie.

Er is dus nog hoop voor ‘1906’?

BIRD: Ik heb het project allesbehalve opgegeven. Er wordt nog dagelijks over gepraat. Het gaat om een reusachtige onderneming die moeilijk in een filmvorm te gieten valt. Het zou veel logischer zijn om voor een miniserie te gaan, maar ik mik toch liever op het grote dan op het kleine scherm.

MISSION: IMPOSSIBLE – GHOST PROTOCOL

Vanaf 14/12 in de bioscoop.

DOOR STEVEN TUFFIN

Brad Bird : ‘MET ‘MISSION: IMPOSSIBLE’ KREEG IK EEN JET MET EEN VOLLE TANK AANGEBODEN. HET ENIGE WAT IK NOG MOEST DOEN, WAS HET DING BESTUREN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content