Ze hebben ooit uren van onze tijd gekost. Maar stellen de tv-series waar we jaren geleden aan verslaafd waren vandaag nog iets voor? Deze week: Gaea Schoeters blikt terug op This Life, haar televisionele nineties vol seks, drugs en britpop.
Milly, piekfijn aangekleed en fresh as a daisy, waadt door de restanten van een uit de hand gelopen feestje en wekt Warren, die in de zetel zijn roes ligt uit te slapen. Een frisse douche zit er niet in, want in bad ligt Jerry, de vader van Egg, met een al even grote kater. Warren vraagt Anna om hulp, want Jerry is haar minnaar. Of was, want Anna ligt intussen in bed bij Miles. O, en had ik al gezegd dat al die mensen housemates zijn? En advocaten? Welkom bij This Life.
Midden jaren negentig had ik een lief dat in Dublin woonde. Daar vond mijn eerste kennismaking met This Life plaats: op de sofa in de gemeenschappelijke living van een gedeeld huis vol jonge twintigers, met een kater van een stevig nachtje clubben. In Dublin waren de huizen, net als in Londen, toen al onbetaalbaar; niemand kon zich nog veroorloven alleen te wonen, ook hoog opgeleide werkende mensen niet. Precies dat is de insteek van This Life: vijf pas afgestudeerde advocaten – vier vrienden en een vreemde – hokken samen om de kosten te drukken. De plichtsbewuste Milly en Egg (het levende bewijs dat mannen grote kinderen zijn) vormen al een koppel van op de universiteit. Anna en Miles, allebei cynische carrièrebeesten, zijn de verdoemde geliefden: voor elkaar gemaakt, maar het water is altijd te diep. En als het dat niet is, blazen ze zelf de brug wel op. De vijfde kamer gaat, zeer tegen de zin van Miles, naar Warren, een gevoelige homo die worstelt met zijn coming-out. Kluts daar de nodige seks, drugs en – in dit geval – britpop doorheen, breng op smaak met spitse dialogen, voeg een snuifje humor toe (de battles tussen de receptionistes Kiera en Kelly zijn hilarisch) en werk af met voor die tijd visionair camerawerk. Het resultaat: een cultreeks, die bijna twintig jaar later (zei ik echt twintig?) nog steeds even sterk is.
Het debuut van scenariste Amy Jenkins was een bom. Niet alleen omdat ze ijzersterke personages neerzette (geen van hen laat je koud, hoezeer je ook de pest aan hen hebt; zelf had ik zo’n hekel aan stagiaire Rachel, dat het bijna verslavend werkte – thank god for the one you love to hate), maar vooral omdat ze zich een sterk chroniqueur van haar tijd betoonde. Jenkins wist dan ook waarover ze het had: ze maakte haar rechtenstudie weliswaar niet af, maar experimenteerde des te meer met wilde feestjes. Daardoor was het beeld dat ze schetste van de advocatenwereld een pak minder realistisch dan wat ze over hun wilde nachten vertelde, iets waarvoor ze zich later verontschuldigde bij ‘iedereen die door deze reeks rechten is gaan studeren’.
Het is haar vergeven, want haar eigen generatie begreep ze wel degelijk. Ze maakte als eerste een reeks over, maar vooral ook voor, deze commercieel interessante doelgroep waar tot dan toe niemand voeling mee had: de apolitieke, egocentrische, met zichzelf worstelende twintigers die tijdens de recessie begin jaren negentig hun weg zochten in het leven. Of zoals Egg zegt: ‘Ik heb een diploma, ja. Ik kan er een erg nuttige papieren hoed van maken.’ Maar in de nineties volgde na de crisis weer de groei, dus zijn traject is niet de strijd van een kansloze jongere die een job zoekt, eerder de queeste van een jongeman die de foute studie heeft gekozen naar zichzelf. Even probeert hij schrijver te worden, tot zijn vader beter blijkt dan hij. Want de angst en de wanhoop die Jerry’s boek zo fantastisch maken, die voelt hij niet. Hij verveelt zich gewoon dood. Zoals iedereen toen.
DE THATCHER-JAREN WAREN VOORBIJ, HET WAS DE TIJD VAN John Major, het was de tijd van New Labour; hoeveel grijzer kan politiek zijn? Nu de grote tegenstellingen verdwenen leken, hadden de jongeren niets beters te doen dan steeds dieper in eigen navel te staren. Het grootste spanningsveld in hun leven lag tussen hun ego en hun imago. De antwoorden die ze zochten (in drank en drugs, korte relaties en zelfhulpgroepen) vertrokken niet van grote levensvragen, maar van vragen over henzelf. Hun identiteit. Hun relatie. Hun overspel. Hun carrière. This Life was vooral ‘My Life’.
En dat was een relaxed leventje, met – vooral – veel feestjes. Hoe ambitieus de jonge advocaten ook zijn, ze zweren allemaal bij het motto ‘all work and no play makes Jack a dull boy’. Dus wordt er geflirt, geslikt, gezopen en geneukt dat het een lieve lust is. We bevinden ons duidelijk in het pre-GAS-boetetijdperk, nog mijlenver van de huidige controle- en verbodsmaatschappij. Tijdens het herbekijken had ik af en toe de indruk dat de nineties de nieuwe sixties zijn, als je vergelijkt met wat nu allemaal verboden is. Er wordt gerookt in bed, iedereen zit aan de pillen, en niemand doet daar moeilijk over. Zoals Warren het formuleert als hij met bonkend hoofd naar het werk vertrekt: ‘Verstop de drank voorgoed. Vanaf nu alleen nog drugs voor mij.’ Miles probeert af en toe wel eens te stoppen met roken – ‘Weet je dat daar 2000 mensen per week aan sterven?’ – maar één oneliner van Anna is genoeg om hem op andere gedachten te brengen: ‘Stel je voor dat ze dat niet zouden doen. Stel je voor dat er iedere week nog eens 2000 mensen meer zouden blijven rondhangen. Je kunt nu je kont al niet keren.’
Maar één ding werd in de jaren 90 (terecht) een pak ernstiger genomen dan nu: hiv. Dat kon je niet verneuken, want daar ging je aan dood. Warren, die regelmatig in het park gaat cruisen, is natuurlijk prime suspect nummer één, maar de reeks blijft ver van elk cliché. Het is niet de promiscue homo die deze plotlijn draagt, maar wel Miles, het homofobe alfamannetje. En het is net Warren, zelf de queen of safe sex, die hem overhaalt een aidstest te laten doen als blijkt dat Miles’ vriendin Delilah ook nog met haar heroïne spuitende ex-vriendje slaapt.
Voor een reeks die begin jaren negentig in prime time te zien was, was Warren als openlijke homo overigens een erg gewaagd personage. This Life geldt nog steeds als een van de meest controversiële BBC-programma’s, onder andere omdat het ‘gesimuleerde seks tussen homoseksuele mannen’ toonde, drie jaar voor Queer as Folk een soortgelijk schandaal veroorzaakte.
Dat This Life duidelijk ook een kind van het Lady Di-tijdperk is, blijkt uit de tirade die Anna afsteekt tegen Jo over Miles’ scharrel Delilah. ‘Ze heeft boulemie.’ ‘Zoals Lady Di.’ ‘Nog zo’n parasiet die van mijn belastinggeld leeft.’ Scenariste Jenkins zelf is milder voor Diana: ‘Natuurlijk was ze een rolmodel voor ons. Zij was de patroonheilige van Fucking Up While Looking Good.’
Ach, die zoete jaren negentig, tijd van zelfhulpgroepen en therapie. Anna belandt op een gegeven moment bij de AA, Egg en Milly gaan in relatietherapie, maar het zijn vooral Warrens sessies met zijn (onzichtbare) therapeut die de reeks zo revolutionair maakten. Met de regelmaat van de klok zien we hem tegen de camera praten, terwijl een stem buiten beeld af en toe vraagt: ‘En hoe voel je je daarbij?’ Een erg gedurfde keuze voor die tijd, en dat geldt trouwens voor de hele beeldvoering: snelle camerabewegingen die perfect het tempo van dialogen en conflicten volgen (helaas later in Flikken slecht geïmiteerd als de zwaai van nergens naar nergens), waarbij vaak niet de spreker maar het reactieshot getoond wordt, extreme close-ups, een hoog montagetempo en een strakke kleurstelling. Zelfs nu voelt de beeldtaal nog altijd niet gedateerd aan.
‘IK HEB EEN WIP NODIG.’ ‘HOE WAS IK?’ ‘Gewoon een vluggertje, ik weet dat je het ook wil.’ Nee, Egg is geen seksmaniak, voor twintigers is seks gewoon echt de belangrijkste zaak van de wereld. Dus staat de reeks er bol van. Maar vrijblijvend is het niet: tussen Egg en Milly wordt seks de graadmeter van zijn zelfbeeld wanneer hij ontslag neemt als advocaat en zij hem een tijdje financieel onderhoudt. Voor Milly wordt het een boobytrap wanneer ze valt voor de avances van haar baas. Voor Kiera een uitgestelde belofte die ze Jo blijft voorhouden. Voor Anna is het één groot experiment, want uit angst zich te binden, probeert ze alles uit, van oudere mannen tot haar vrouwelijke opdrachtgeefster aan de balie. Om te concluderen: ‘Despite all its shortcomings, I’m still partial to the penis.’ Wat, in haar mond, een pars pro toto is voor Miles: haar Mr. Right en haar noodlot. Elke keer als die twee met elkaar naar bed gaan, nadert de reeks een dramatisch hoogtepunt. Het is van willen en niet kunnen, en vooral niet kunnen communiceren. Van postseksuele gêne misverstanden. Van niet kwetsbaar durven te zijn en dus verliezen. Waardoor elke liefdesbekentenis een oorlogsverklaring wordt. Zoals de dag na dat bewuste feestje, wanneer Anna Miles met een andere vrouw denkt te betrappen. Ze gooit hem een pint in het gezicht en roept voor het hele cafe: ‘Die klootzak is seropositief en hij heeft me niets gezegd!’ Buiten loopt de ruzie nog hoger op. Tot Anna hem naar het hoofd gooit – een ultieme uitgestoken hand – dat ‘ik niet snap dat ik een relatie wilde met zo’n eikel’. Waarop Miles, niet in staat de hand aan te nemen: ‘Je wilt geen relatie, Anna. Je wilt gewoon mijn ballen afsnijden!’ En zij: ‘Wel, dan zou ik ze eerst moeten vinden!’
DAT THIS LIFE ÜBERHAUPT BESTAAT, IS EEN KLEIN WONDER. DE hele cast en crew bestonden uit nobele onbekenden, en toch kregen ze een kans in prime time. En al werd de eerste reeks redelijk goed ontvangen in de pers, de kijkers volgden niet. Pas bij de heruitzendingen sloeg de vonk over: plots was This Life een nationale hit, met vier miljoen kijkers, die de voorpagina’s haalde. In de jaren negentig kon dat nog, als debutant een reeks maken die flopt en toch een tweede kans krijgen. Die tijd is nu voorbij. Helaas, want vaak komt vernieuwing van onervaren mensen. Kijk maar naar de HBO-reeks Girls, ook zo’n (schandaal)reeks van en met een onbekende cast en crew. De soundtrack van This Life werd overigens in elkaar geknutseld door de toen ook nog totaal onbekende Ricky ‘The Office’ Gervais, wat een mooie ninetiesanthologie opleverde, met onder anderen Blur, Jamiroquai, Oasis en The Prodigy.
Als This Life nog steeds werkt, is dat misschien omdat er sindsdien niet zo heel veel veranderd is. We zitten nog steeds met ons hoofd in onze eigen navel, en worstelen met dezelfde angsten en onzekerheden. En we feesten. Veel en hard. Alleen minder zorgeloos, en op een andere soundtrack. En tegelijkertijd, als de reeks gedateerd is, is het omdat de wereld veranderd is: we zijn niet langer apolitiek, maar antipolitiek. Niet ongeëngageerd, maar virtueel geëngageerd. En vooral: in This Life zijn bijna alle hoofdpersonages nog bezig met carrière maken (zo jaren negentig), in pakweg Girls ambieert niemand dat nog; die meiden zoeken hooguit een baantje om hun rekeningen mee te betalen. Dat is het grootste verschil tussen toen en nu: we zijn definitief het tijdperk van de loser ingegleden. Egg voelt zich nog schuldig over iets wat daarna übercool werd. En dan nog dit: in elke reeks die nu gemaakt wordt, zou het personage Milly Nassim minstens één raciaal getinte subplot krijgen. In de jaren negentig, nobody cared. Tot zover de vooruitgang.
ER WORDT GEROOKT IN BED, IEDEREEN ZIT AAN DE PILLEN, EN NIEMAND DOET DAAR MOEILIJK OVER. JE KRIJGT AF EN TOE DE INDRUK DAT DE NINETIES DE NIEUWE SIXTIES ZIJN, IN VERGELIJKING MET WAT NU ALLEMAAL VERBODEN IS.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier