Theater in de basketdome

Wie Theater aan Zee (TaZ) zegt, zegt in één en dezelfde adem ook muziek, poëzie, literatuur en familiale vriendelijkheid. Dat alles alweer tien dagen lang, met badstad Oostende als decor.

Hulde: van een gebeuren dat de deurwaarders moest vrezen, is TaZ uitgegroeid tot een vaste waarde.

Luc Muylaert (artistiek leider): O, maar dat eerste is al lang geleden, hoor. (lacht) We hebben heel bewust voor een trage groei gekozen. Liever eerst consolideren. Maar inderdaad, ik denk dat we ondertussen in Vlaanderen zelfs het grootste theaterfestival zijn. We trekken heel veel volk, ook buiten het reguliere theaterpubliek.

Een prettige kant van TaZ is dat het de hele stad ontsluit. De toeschouwer belandt niet alleen in schouwburgen en parken, op pleinen en het strand, maar ook in achterkamers, verborgen zalen en oude loodsen.

Muylaert: We willen een echt stadsfestival zijn. Daarom benutten en tonen we de infrastructuur van Oostende, daarom worden ook de inwoners er nauw bij betrokken. Er werken een kleine vierhonderd vrijwilligers met ons mee én we maken voorstellingen met Oostendenaren. Zoals dit jaar In stukken, op teksten van Eric De Volder, waarin kinderen meespelen die niet van huis uit de theaterzaal in gesleurd worden. Dat beschouwen we als deel van onze taak. De vertrouwensband die we nu met Oostende hebben, daar hebben we zeker tien jaar lang aan gekweekt. Wij waren zogezegd die Gentenaars die de stad kwamen inpalmen – West-Vlamingen zijn ook niet de meest toegankelijke mensen, hè. (lacht) Maar nu voelen de Oostendenaren zich mede-eigenaar van het festival en verdedigen ze het door dik en dun.

Een terugkerende kritiek op TaZ is de beperkte beschikbaarheid van tickets.

Muylaert: Daarom hebben we dit jaar voor een grote zaal extra gezorgd. In de Versluys Dôme, de thuishaven van Basketclub Oostende, gaan wij een zaal in de zaal bouwen, voorzien van een eigen tribune met vijfhonderdvijftig zitjes en een grote speelvloer. Dat zijn meteen meer dan vijfduizend extra kaartjes. Qua grote zalen denk je in Oostende misschien meteen aan het Kursaal, maar daar mogen wij blijkbaar niet in. Verder bespelen we natuurlijk alle hoeken van De Grote Post. Alles samen zitten we op vijftig locaties dit jaar.

Dan doe ik je allicht iets aan met de vraag waar we jou tijdens het festival gegarandeerd zullen aantreffen?

Muylaert: (lacht) Ik ben wel nieuwsgierig naar de producties die we met Oostendse jongeren maken. Ik kijk ook uit naar Misschien Marieke, waarvoor Lieve Blanqcuaert samen met Greet Jacobs haar eerste, straffe theatertekst heeft geschreven, over alleenstaande moeders met kinderen die met armoede kampen. En dan is er nog onze opening: Bl!ndman, met muziek van Händel, een schitterend Decap-orgel en bijbehorend vuurwerk. Niet meer alleen voor genodigden, maar voortaan voor iederéén toegankelijk, in het Leopoldpark.

Knack! Worst!

Kom op de Knack-dag (dinsdag 1/8) onze Boze Burger proeven aan de Knack-foodtruck, op de zeedijk, en na 18 uur aan De Grote Post.

(K.B.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content