Hill has eyes: Walter Hill is een cineast met een bijzondere visie. Zijn beste westerns op een rij.

Broken Trail 2006

Bij ons ging deze picturale western straight to dvd, maar in de VS hield hij als drie uur durende miniserie miljoenen Amerikanen aan het tv-scherm gekluisterd. In de hoofdrollen herken je krasse knar Robert Duvall als de gelooide cowboy die samen met zijn berooide neef (Thomas Haden Church) en zijn kudde paarden cross country trekt en zich onderweg ontfermt over vijf Chinese seksslavinnetjes en een goedhartige hoer. Heerlijk traag voorbijsjokkende mijmering over mannen, vrouwen en morele codes op de prairie, met ingetogen vertolkingen, prachtige beelden van de Canadese highlands en een rustieke countrysoundtrack van Van Dyke Parks.

Deadwood 2004

Met Wild Bill had Hill eerder al het hellegat verkend waar Calamity Jane, Wild Bill Hickok et les autres zich ophouden. Maar nooit deed hij dat op zo’n sarcastische manier als in de pilootaflevering van deze voortreffelijke tv-serie van kabelzender HBO. Maak kennis met onvergetelijke personages als Al Swearengen (Ian McShane) – de cynische bordeelhouder van Deadwood – en de schietgrage marchand Seth Bullock (Timothy Olyphant) en geniet terwijl Hill het pioniersdorp neerzet als een zompige poel van zonde en verderf. Hills potente regie leverde hem een Emmy Award op, en een schuchtere herlancering van zijn carrière die na het geflopte Last Man Standing enigszins in het slop was geraakt.

Last Man Standing 1996

Naar verluidt was grootmeester Akira Kurosawa behoorlijk pissig om Sergio Leone’s remake For A Few Dollars More, maar Hills postmoderne versie van zijn klassieke easternYojimbo (1961) kon wél op zijn goedkeuring rekenen. Subtiel gaat het er nochtans niet aan toe: Bruce Willis komt als huurling een desolaat dorpje binnen en slaagt erin twee rivaliserende clans tegen elkaar op te hitsen, met virulente shoot-outs, gestileerde actiesequensen en een hogere body count dan de hele Rambo-reeks tot gevolg. Yippee-ki-yeeehaw!

Wild Bill 1995

Ondanks de imposante cast – Jeff Bridges, Ellen Barkin, John Hurt, Keith Carradine, Diane Lane, David Arquette én Bruce Dern doen mee – ging er geen hond kijken naar deze revisionistische western. De afwezigen hadden eens te meer ongelijk. Hill zet de mythische gunslinger Wild Bill Hickok (Bridges) neer als een geplaagde loner die overal op de hielen gezeten wordt door zijn verleden, zijn reputatie, zijn zwakke gezondheid én een boze Jack McCall (Arquette). En dat ondanks de affectie van de al even mythische Calamity Jane (Barkin). Niet Hills beste, wel een interessante kijk op de schaduwkant van de Far West, met vermoeide revolverhelden en schurftige hoeren.

Geronimo: An American Legend 1993

Samen met machoscenarist John Milius brengt Hill in dit elegische westernepos niet alleen een respectvol eresaluut aan de legendarische Apachenleider die in de jaren 1880 als laatste weerstand bood tegen de yanks. Hij werpt ook een kritische blik op een culturele genocide en de geërodeerde codes van het genre, met Jason Patric als de idealistische blauwbloes, Wes Studi als de gedoemde indianenkrijger, Matt Damon als de jonge officier door wiens ogen het verhaal wordt gevolgd, een mooie score van Hills huiscomponist Ry Cooder én enkele prachtig georkesteerde gewelduitbarstingen. Samen met Clint Eastwoods Unforgiven en Michael Manns The Last of the Mohicans de beste western van de jaren 90.

Southern Comfort 1981

Hill duikt in Platoon-stijl de donkere bayous van Louisiana in, samen met een stel stadsjongens dat in het weekend graag soldaatje speelt bij de National Reserve. Hun expeditie loopt enigszins uit de hand wanneer ze enkele losse flodders afvuren op de lokale Cajuns, die niet om die practical joke kunnen lachen. Het gevolg: een claustrofobische en bijzonder knap in beeld gezette allegorie op de Vietnamoorlog die Deliverance bij momenten tot een boswandeling voor schoolkinderen degradeert.

The Long Riders 1980

Hills onvoorwaardelijke sympathie voor outlaws omzwachtelt deze rustieke en picturale maar ook behoorlijk gemene western met een warm kleed van troost, vriendschap en melancholie. Centraal staan de broertjes John, Keith en David Carradine, Stacy en James Keach én Randy en Dennis Quaid. Ze incarneren de legendarische clan rond Jesse James die anno 1880 de ene bankoverval na de andere pleegde, maar tussendoor blijkbaar ook de tijd nam om over existentiële topics als loyauteit, fatalisme en broederschap te reflecteren. Uitstekende en ironievrije neowestern waarin slow-motionbloedballetten à la Peckinpah hand in hand gaan met de morele bevragingen van John Ford.

(D.M.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content