Vrijdag 25/11, 21.00 – vtm
De zoektocht naar een hoofdrolspeler voor de Clouseaumusical Domino werd wegens gebrek aan succes ingekort, maar toch waagt vtm zich opnieuw aan een talentenjacht. Coach Alex Callier kijkt uit naar The Voice, net omdat hij het een fijn concept vindt. ‘Het zit vol spanning’, aldus Calier. ‘Samen met Natalia, Koen Wauters en Jasper Steverlinck zit ik met mijn rug naar de kandidaten, om hen echt enkel op hun stem te beoordelen. Zodra we ons omgedraaid hebben, begint het geknok: elke coach probeert het talent in zijn kamp te krijgen. (Lacht) Uiteindelijk ligt de keuze wel bij de kandidaat.’
Jij bent doorgaans heel zuinig wat televisie betreft. Hebben ze voor ‘The Voice’ lang aan je mouw moeten trekken?
ALEX CALLIER: Ik weiger bijna alles. Ze hebben mij zelfs ooit gevraagd voor 71° Noord, godbetert. Voor The Voice heb ik geen moment getwijfeld. Mijn beste maat is een Nederlander en hij had mij al wat fragmenten van het oorspronkelijke programma laten zien. Ik wist dus ook dat de televoting niet zo ingrijpend werkt als bij pakweg Idool.
Om een nieuwe zangeres voor Hooverphonic te vinden, hielden jullie een eigen talentenjacht. Zo vonden jullie Noémie Wolfs, die zich al een erg sterke frontvrouw heeft getoond, terwijl de laatste winnaar van ‘Idool’ alweer vergeten is.
CALLIER: Het hangt er natuurlijk van af wat je met het talent doet. Had men bijvoorbeeld met Kato (die tweede eindigde bij Idool 2011; nvdr.) maar een plaat gemaakt die aansloot bij haar persoonlijkheid in plaats van een zoveelste commerciële popplaat! Ik betwijfel of die artiesten eigenlijk wel iets in de pap te brokken hebben bij hun eigen debuut. En hebben ze wel genoeg ruggengraat om hun eigen visie door te drukken? Daar moeten we met The Voice naar op zoek: een talent met ballen aan het lijf.
Als coach kun je ook erg betrokken raken. Gaan we je zien huilen op tv?
CALLIER: Mensen wegsturen wordt moeilijk, ja. In een bepaalde fase gaan we van zestien naar zes mensen per team, dat is een slachting, hé. Maar een traan laten? No way. We zitten in een harde business, waar je soms bakken stront over je heen krijgt. Je moet dus tegen een stoot kunnen. Toen er bij de audities iemand na lang twijfelen toch moest vertrekken en daarop begon te huilen, dacht ik: al een chance dat we die niet hebben meegenomen.
Neem je ook bij ‘The Voice’ geen blad voor de mond?
CALLIER: Waarom zou ik? Ik sta al niet bekend als een subtiele mens, ik zie dus geen reden om me daar dan nog zorgen over te maken. Maar vergis je niet, ik kijk er echt naar uit om met die nieuwe artiesten te werken. Als producer van andere artiesten en met de verschillende gedaanten van Hooverphonic heb ik daar de nodige ervaring voor. Je moet een beetje psycholoog zijn: de ene dien je met fluwelen handschoenen aan te pakken, terwijl de andere af en toe een ‘schup’ onder zijn kont nodig heeft.
Wat ons naadloos bij de laatste vraag brengt: de interviews met Geike gelezen?
CALLIER: Ja, maar ik maak me er niet druk om. Als zij het zo wil doen, is het haar zaak. Zij heeft haar kant van het verhaal, ik de mijne. Ik heb me altijd voorgenomen om de zaken niet breed uit te smeren in de pers. Eén opmerking heb ik ooit gemaakt over het feit dat Noémie extraverter is, en meteen werd die uit de context gerukt en werd ik aan de schandpaal genageld. Nog meer heisa zal me worst wezen. Ik heb mijn handen meer dan vol met De orchestral shows met Hooverphonic, de Radio 1-sessies én The Voice.
(H.V.G.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier