THE RED ROAD
Elke donderdag om 21.00 – Sundance Channel
Jason Momoa werd wereldberoemd als Khal Drogo, de Dothraki-leider die in het eerste seizoen van Game of Thrones van Daenerys Targaryen zijn Khaleesi maakt. In het echt is Momoa even imposant als zijn personage, maar gelukkig ook bijzonder innemend. In de nieuwe minireeks The Red Road speelt Momoa zijn eerste hoofdrol, een verloren zoon die terugkeert naar zijn ouders, met een hoop geheimen in zijn rugzak.
Philip Kopus, je personage in The Red Road, blijft in de eerste aflevering alvast heel mysterieus.
JASON MOMOA: Je komt inderdaad maar druppelsgewijs dingetjes over hem te weten, maar je voelt wel dat er meer aan de hand is. In de eerste aflevering merk je bijvoorbeeld al dat hij een verleden heeft met de plaatselijke sheriff. Philip is ook een ex-gevangene en dat heeft me tijdens de voorbereiding en de opnames aan het denken gezet over goed en kwaad. Voor mij is Philip een goed man, ondanks dat hij een strafblad heeft. Soms kom je op een kruispunt in je leven en moet je een richting kiezen. En soms kies je verkeerd of word je door het leven tot een bepaalde keuze gedwongen die dan achteraf de verkeerde blijkt te zijn. Volgens mij is Philip een van die mensen die gewoon pech heeft gehad.
Zie je ook gelijkenissen tussen Philip Kopus en Khal Drogo?
MOMOA: Het zijn allebei geen spraakwatervallen, om het zacht uit te drukken. Ze zitten beiden ook vol woede en frustratie. Als acteur moest ik dus proberen te praten via lichaamstaal. Dat is een pak moeilijker dan gewoon kunnen zeggen wat er op je lever ligt, geloof me.
Zo’n rol als die in Game Of Thrones, is dat angstaanjagend voor een acteur die nog maar net zijn weg gevonden had?
MOMOA: Ja, uiteraard. Je speelt als acteur niet vaak in reeksen van dat kaliber. Maar ik ben Khal Drogo geweest, en dat is toch iets dat altijd met mijn naam verbonden zal blijven en deuren zal blijven openen.
Je allereerste rol was Jason Ioane, in Baywatch, niet meteen een reeks die herinnerd zal worden om haar acteerprestaties. Was je je daarvan bewust toen je toezegde?
MOMOA: Op dat moment werkte ik in een surfshop, waar ik T-shirts verkocht, en daarvoor was ik pindaverkoper. Dus toen ze me als negentienjarige vroegen om auditie te doen voor Baywatch zag ik opportuniteiten, vooral in de vorm van knappe jonge meisjes en veel kansen om daarvan te profiteren. Tussen haakjes: dat is gelukt. (lacht) Maar het klopt wel: het heeft nadien jaren geduurd voor ik als acteur serieus genomen werd. Als je uit Baywatch komt, denken mensen al snel dat over een strand rennen met ontblote borst alles is wat je kunt.
Je hebt nu ook een eigen productiemaatschappij, Pride of Gypsies, waarvan de eerste film Road to Paloma nu afgewerkt is. Je speelt zelf de hoofdrol en je regisseert. Wie zijn je voorbeelden?
MOMOA: Daar moet ik niet lang over nadenken. Bij de acteurs komt er niemand nog maar in de buurt van Daniel Day-Lewis. Zijn overgave en inleving zijn legendarisch. Bij de regisseurs zie je diezelfde overgave bij Terrence Malick: alles voor de film. En Steve McQueen! Ik heb 12 Years a Slave gezien – in Georgia, waar dat soort praktijken plaatsvond – op de openingsavond en ik was er echt niet goed van. Ik heb moeten janken, ja.
Jezelf regisseren, dat heb ik altijd al iets vreemds gevonden.
MOMOA: Ik haat het, maar voorlopig blijft het de beste manier om de films te maken die ik echt wil maken. Zodra mijn naam groot genoeg is om de projecten te krijgen die ik graag wil doen, verdwijn ik uit mijn eigen films.
GEERT VERHEYEN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier