Na negen jaar radiostilte hebben Bill Janovitz en co. zich weer in het zadel gehesen voor een knappe nieuwe plaat en een tournee. ‘Buffalo Tom opdoeken is nooit aan de orde geweest, maar onze gezinnen gingen voor.’

Akkoord: onze examenuitslagen waren wellicht een pak beter geweest, maar hoe dodelijk saai zouden de lessen niet geweest zijn mochten we prachtsongs als Summer, Tangerine en Taillights Fade niet onze hele middelbareschoolcarrière in onze walkman hebben meegedragen? Hoogst attent overigens van Bill Janovitz en co. om met hun sabbatical te wachten tot wij waren afgezwaaid!

De onrustwekkend lange radiostilte die volgde, wordt nu eindelijk doorbroken met Three Easy Pieces, de uitstekende zevende plaat die Buffalo Tom drie weken geleden kwam voorstellen op het Brugse Cactusfestival. Het was daar dat we een zichtbaar ontspannen Janovitz ontmoetten, kauwend op een sandwich als betrof het een strohalm.

Of het hem al is opgevallen dat zowat alle groepen die vijftien à twintig jaar geleden het mooie weer maakten in Boston zich rond dezelfde tijd weer herenigd hebben? ‘We hebben alleszins geen onderlinge afspraken gemaakt, mocht je dat bedoelen’, grijnst Janovitz. ‘Maar nu we weer aan het werk zijn met Buffalo Tom, kom ik de oude bekenden ook weer vaker tegen. Onlangs ben ik Tanya Donelly en Juliana Hatfield nog tegen het lijf gelopen en J. Mascis krijg ik ook weer af en toe te zien. Evan Dando niet, want die woont tegenwoordig in New York, en met de Pixies zijn we nooit dik geweest. Al zijn we nochtans allemaal naar dezelfde school geweest: UMass, de universiteit van Massachusetts – Frank Black heeft er zelfs een song over geschreven.’

Heb je tijdens de negen jaar dat Buffalo Tom stillag nooit gevreesd dat het definitief gedaan was met de groep?

Bill Janovitz:(mijmert) Negen jaar is een lange tijd, natuurlijk. Ik heb vaak en tot grote ergernis van mijn naasten zitten piekeren over de manier waarop het met Buffalo Tom verder moest, maar aan het voortbestaan van de groep heb ik nooit getwijfeld. Het was ook geen ononderbroken sabbatperiode, hé. We hebben in die negen jaar tijd twee platen uitgebracht: Asides en Be- sides, respectievelijk een best of en een verzameling b-kantjes. Om daar enigszins ruchtbaarheid aan te geven, hebben we zelfs een paar keer opgetreden, dus alles bij elkaar stonden we nooit lang aan één stuk op non-actief.

De twee meest geciteerde oorzaken voor de tijdelijke break zijn jullie kinderen en problemen met de platenfirma. Correct?

Janovitz:Yeah, that kind of sums it up. Dat we alledrie kinderen kregen en geen zin hadden om die vóór iedere tournee ergens in het bos aan een boom vast te binden tot we terugkwamen, was zeker de voornaamste reden (lacht). Tom, onze drummer, is als eerste vader geworden. Hij heeft het vaderschap een tijdlang gecombineerd met Buffalo Tom, maar dat viel hem behoorlijk zwaar. Toen snapte ik dat niet. Tot ik zelf een kleine op komst had! Ik ben in ieder geval blij dat ik mijn dochter heb zien opgroeien.

Had de beslissing om een sabbatperiode in te lassen ook niet te maken met de gespannen verhouding tussen jou en bassist Chris Colbourn, die als songschrijver almaar productiever werd?

Janovitz: (ontwijkend) Er waren wel eens creatieve meningsverschillen, ja. Het probleem was dat we allemaal het gevoel hadden dat we als songschrijvers in een patroon waren vastgeroest. Over de oorzaak van onze creatieve terugval waren we het dus eens. Over de oplossing helaas iets minder. Iedereen had wel zijn idee en wilde dat ook doordrukken. Het gevolg: we probeerden de anderen te manipuleren om op die manier de groep te controleren.

Om terug te komen op je vraag van daarnet: dat we ondertussen met zakelijke complicaties af te rekenen kregen, maakte het er niet makkelijker op. We hadden nog maar net bij een nieuw label getekend of het werd al opgeslokt door een grotere platenfirma, wat de release van een eventueel nieuw album serieus had vertraagd. Die plaat was onze…

… ‘Chinese Democracy’ geworden?

Janovitz: Precies, ja (lacht). Het zag ernaar uit dat die plaat een werk van lange adem zou worden. En daar hadden we gewoon geen zin in. Nu noemt iedereen Three Easy Pieces al onze Chinese Democracy, maar voor de duidelijkheid: we hebben er geen negen jaar aan gewerkt, hé!

Zijn jullie die sabbatperiode niet met een tikje frustratie ingegaan? Ik heb Buffalo Tom in ieder geval altijd een ondergewaardeerde groep gevonden.

Janovitz: Dat zegt iederéén ons! Met de hand op het hart: toen we begonnen met Buffalo Tom, was ons enige objectief een plaat uitbrengen bij SST, het label waar al onze lokale helden onderdak hadden. Toen dat ons lukte, wilden we alleen maar een beetje van onze muziek kunnen leven. En dat lukte ook wonderwel.

Tot ergens halverwege de jaren 90 hebben we qua verkoopsucces met iedere nieuwe plaat onze eigen verwachtingen overtroffen. Maar toen begonnen allerlei mensen – vrienden, familieleden, kennissen, promojongens – ons aan te praten dat we een gouden of platina plaat konden scoren. En dat heeft ons foute beslissingen doen nemen. Puur muzikaal hebben we nooit toegevingen gedaan door ons geluid commerciëler te maken of iets van die strekking. Maar we zijn bijvoorbeeld een paar keer om zogenaamd strategische redenen op tournee gegaan als openingsact voor een grotere groep in plaats van op eigen houtje te toeren en daar hebben we steevast een kater aan overgehouden.

Behalve een boek over ‘Exile On Main Street’ van The Rolling Stones heb je de afgelopen jaren recensies geschreven voor de – overigens oerdegelijke – elektronische muziekencyclopedie AllMusic. Nooit overwogen om in de muziekjournalistiek te stappen?

Janovitz: Nee, ik zou het niet kunnen. In het kader van dat boek over de Stones heb ik behoorlijk wat interviews gedaan, maar ik was er helemaal niet goed in. Ik wil trouwens over muziek kunnen schrijven als fan. Slechte platen of platen die me simpelweg niet interesseren zou ik nooit kunnen bespreken. Voor AllMusic heb ik enkel recensies geschreven over mijn favoriete songs. Gewoon omdat ik daar even mijn ei in kwijt kon, want voor het geld moest ik het niet doen.

Stel dat je één muzikant zou mogen interviewen: wie kies je en wat zou je hem of haar vragen?

Janovitz: Doe mij dan maar Tom Waits, a.u.b! (lacht) Dat lijkt me nu eens echt iemand waarmee ik úren zou kunnen lullen. De manier waarop hij van zichzelf een soort personage heeft gemaakt, vind ik ongelooflijk knap. Ik zou van hem willen weten hoe hij zich tot drie-vier keer toe volledig heeft heruitgevonden, en wat hem er heeft toe aangezet om zo vaak muzikaal van koers te veranderen. En natuurlijk zou ik hem vragen naar de concrete aanleiding van sommige van zijn songs.

Sta me toe die vraag meteen te pikken! Weet je nog waar en wanneer je ‘Taillights Fade’ geschreven hebt?

Janovitz: Damn, die had ik kunnen zien aankomen! Maar ik weet het nog heel goed, ja. Ik woonde toen met mijn vrouw in een klein appartement in het centrum van Boston. Op een keer kwamen we thuis na een avondje drinken. Mijn vrouw was moe en kroop in bed, maar ik liep al de hele dag met een melodie in mijn hoofd die ik er gewoon nog moést uitpersen. Dus ging ik in de keuken zitten, zo ver mogelijk verwijderd van de slaapkamer waar mijn vrouw lag te slapen. Ik zette me aan mijn cassetterecorder en toen kwam het er haast in één keer uitgerold. Ik heb die tape nog altijd ergens liggen, trouwens.

Zegt dat nummer iets over je huwelijk? Ik dacht dat ‘Taillights Fade’ de wanhoopskreet van een gebroken, eenzame man was…

Janovitz: Dat is het misschien ook, maar ik ben alleszins niet de man in kwestie. Ik was een behoorlijk evenwichtige jongeman toen ik dat schreef. En gelukkig getrouwd, bovendien! Hoogstens was ik een tikje melancholisch van de drank die avond. (docerend) Het is een grote misvatting dat alle kunst autobiografisch is. We gaan er toch ook niet van uit dat de regisseur van een film alles heeft meegemaakt wat in die film gebeurt? Dat Martin Scorsese een film als GoodFellas heeft gedraaid, maakt van hem toch nog geen maffioso?

De betrokkenheid van een zanger bij het onderwerp van zijn songs wordt logischerwijs een pak groter geacht.

Janovitz: Natuurlijk, omdat hij die songs ook zelf zingt en live brengt. Ik moet trouwens affiniteit voelen met wat ik zing, dus die wanhoopskreet in Taillights Fade zal wel appelleren aan een herinnering of iets in mijn onderbewustzijn. Maar zal ik je eens wat verklappen? De tekst van Taillights Fade heb ik gewoon uit de krant gehaald. Of toch een groot deel ervan.

En zo zijn we weer allemaal een illusie armer.

Janovitz: Zie je! Dat is exáct de reden waarom ik nooit in de muziekjournalistiek ben gestapt. Als ik me in een liedje herken, kom ik ook liever niet de ware en vaak banale toedracht te weten. Ik hou er niet van om de in mijn hoofd zorgvuldig opgebouwde mythe te doorbreken. Euh, kan ik je troosten met een sandwich?

Met minder dan een zaalconcert van Buffalo Tom dit najaar in België nemen we geen genoegen.

Janovitz: Beloofd!

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content