PAS MALLE. Vijf perfect gerestaureerde Louis Malle-films, waarvan drie vernieuwend en taboedoorbrekend.
The Louis Malle Collection
FILM: **** EXTRA’S: *
LUMIERE
Een herkenbare stijl of een vaste thematiek had hij niet. Wellicht daarom is Louis Malle (1932-1995) nu een minder klinkende naam dan Truffaut, Chabrol en Godard, zijn vakbroeders van de nouvelle vague. Vooral in het begin van zijn carrière had Malle heel veel lef. In zijn briljante debuut, de fatalistische thriller Ascenseur pour l’échafaud (1957) zwerft Jeanne Moreau voor een groot deel van de film door Parijs, radeloos op zoek naar haar minnaar (Maurice Ronet). Die heeft net zijn baas (en haar echtgenoot) vermoord, maar zit vast in een kantoorlift. De immorele toon van de prent was even vernieuwend als de trompetimprovisaties van Miles Davis en de schitterende, onopgesmukte zwart-witfotografie van een nachtelijk Parijs.
Dezelfde Moreau schokte de goegemeente met haar rol van overspelige echtgenote in Les Amants (1958) . Grote consternatie omdat voor het eerst op het witte doek cunnilingus werd gesuggereerd. Nog grotere verontwaardiging omdat de vrouw in kwestie na een heftige passionele nacht in het maanlicht, bij het ochtendgloren zonder enig spoor van wroeging man en kind in de steek laat.
Met zijn derde film Zazie dans le métro (1960) gooit Malle het roer compleet om: na twee hyperbeheerste en ijskoele films, laat hij alle teugels los met deze sarcastische kroniek van een eigenwijs provinciemeisje dat met haar oom als toerist door Parijs zwerft en commentaar levert op de pretenties van de volwassen wereld. Malle vertaalt de surrealistische woordgrappen uit de originele roman van Raymond Queneau in een doldwaas en kleurrijk visueel experiment vol slapstick-achtervolgingen, bizarre perspectieven en Tom & Jerry-achtige gags. Op aandringen van zijn ‘visueel raadgever’ William Klein werden overal muren beklad met graffiti en zelfgemaakte schuttingen beplakt met affiches, wat de toeristische trekpleisters transformeert tot een levend popartmuseum.
Heel wat braver en klassieker zijn de twee latere films uit deze eerste Louis Malle-box: Au revoir les enfants (1987) , het autobiografisch relaas van vriendschap en antisemitisme op een katholieke kostschool tijdens de laatste oorlogswinter; en Milou en mai (1989) , waarin de woelige evenementen van mei ’68 hun schaduw werpen op de samenkomst van een rouwende familie in Zuid-West-Frankrijk.
Patrick Duynslaegher
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier