THE LETTER ****
Zondag 5/2, 14.05 – één. William Wyler, VS 1940.
‘E en acteur is minder dan een man; een actrice is meer dan een vrouw.’ Het is de inscriptie die op de sigarettenkoker van Bette Davis stond, de actrice wier opmerkelijke ogen door Kim Carnes zo memorabel werden bezongen. Davis maakte naam in het Hollywood van de jaren 30 en 40 door uit te blinken in films waarin ze het stereotype beeld van de hulpeloze vrouw doorbrak en vrouwen neerzette ‘ as tough as any man‘. In het briljante noirmelodrama The Letter speelt ze met Leslie Crosbie een van haar typische, maar ook minst sympathieke rollen: een hypocriete vrouw die haast onberoerd blijft tijdens het rechtsproces tegen haar voor de moord op haar minnaar.
Wylers artistiek verheven adaptatie van W. Somerset Maughams toneelstuk begint erg fraai. De camera glijdt van de maan naar een rubberplantage in Maleisië, om na een lange, complexe opname halt te houden op het gezicht van Davis, die net haar geweer heeft leeggeschoten op haar geliefde. Uit jaloezie, zo zal later blijken uit dit in magistrale low-key gefotografeerde drama, dat ook kracht uitstraalt dankzij Max Steiners even sfeervolle als denderende score. De hele film draait om de berekende Davis, die voor de rechter volhoudt dat de man in kwestie haar probeerde te verkrachten. Haar man loopt blindelings in haar web van leugens, in tegenstelling tot haar advocaat, die een incriminerende brief achterhoudt.
Nu stond Wyler niet alleen bekend om zijn zin voor perfectie en zijn talent, maar ook om zijn soms meedogenloze aanpak van zijn acteurs. Legendarisch is zijn aanvaring met monument Laurence Olivier op de set van Wuthering Heights. ‘ For God’s sake, man, what do you want?‘, beet Olivier hem toe toen hij na de zoveelste take weer ‘ Again, please‘ naar zijn hoofd kreeg. Naar verluidt glimlachte Wyler droevig, ‘ I want you to be better‘ brommend. Met Davis, bekend om haar opvliegende temperament, had Wyler een heel andere verstandhouding. De twee hadden tijdens de opnames van Jezebel (1938) een stormachtige affaire gehad, en Davis adoreerde hem omdat hij de eerste regisseur was die haar de baas kon.
Wyler toont zich in deze whydunit over een verdrongen passie een meester in het creëren van een zwoele tropische sfeer. Met een bijzondere visuele spanning roept hij de innerlijke emoties van de uiterlijk onbewogen Davis op. Hij brengt haar tot een van haar beste en meest genuanceerde vertolkingen, net omdat hij heel subtiel de aandacht legt op waar het bij de actrice allemaal om draait: haar ogen , ’the best feature I had to offer the camera’, zoals Davis zelf zei.
(L.J.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier