Stefaan Werbrouck
Stefaan Werbrouck Ex-hoofdredacteur van Knack Focus en tv-freak

overKill Bill David Carradine werpt een blik achter de schermen van de film die hem opnieuw beroemd maakte: ‘Kill Bill’. Boeiend, maar zijn dweepzucht stoort.

The Kill Bill Diary – The making of a Tarantino classic as seen through the eyes of a screen legend *David Carradine, Methuen Drama, 311 blz.

David Carradine werd halverwege de jaren 70 wereldberoemd dankzij Kung Fu, de tv-serie over een shaolinpriester uit de 19e eeuw die naar de VS vlucht nadat hij een familielid van de Chinese keizer heeft gedood. Nadat de reeks van het scherm was verdwenen, raakte Carradines carrière in een sukkelstraatje, tot Quentin Tarantino ‘een John Travolta’tje’ met hem uithaalde en de man inlijfde als een van de hoofdrolspelers in Kill Bill, zijn tweedelige, bloederige ode aan de oosterse gevechtskunsten. Dankzij die films werd Carradine bekend bij jongens en meisjes voor wie Kung Fu niets meer was dan een serie waarover ze hun ouders wel eens hadden horen praten.

Sindsdien is Carradine echter weer een beetje weggedeemsterd, of u zou tot die bevolkingsgroep moeten behoren die Blizhniy Boy: The Ultmate Fighter heeft gezien. Je kunt het hem dus niet kwalijk nemen dat hij probeert zijn moment de gloire nog wat te rekken met behulp van een boek over het tweeluik dat hem opnieuw op de kaart zette. In The Kill Bill Diary beschrijft hij de ruim twee jaar waarin hij betrokken was bij het project (van maart 2002 tot juni 2004). Hij vertelt onder meer over hoe hij in een bar in Texas voor het eerst oog in oog komt met Quentin Tarantino (er volgt een urenlang gesprek over cultfilms uit de jaren 70), over hoe hij wekenlang loodzware gevechtstrainingen moet ondergaan om de rol aan te kunnen en over hoe de opnames van de film verlopen.

The Kill Bill Diary toont mooi hoe een blockbuster van die grootte tot leven komt, van de vele onderhandelingen vooraf tot de zenuwachtigheid als de film in de zalen verschijnt. Vooral de manier waarop de studio Miramax met ijzeren hand de marketingcampagne in handen houdt, is ontluisterend (telkens als Carradine te veel uit de biecht klapt tegen een journalist, krijgt hij letterlijk een dreigbrief in zijn bus). Alleen jammer dat de auteur af en toe nogal aan het dwepen slaat: zowel Quentin Tarantino als zijn tegenspeelster Uma Thurman worden overladen met complimenten, en het feit dat hij jarenlang aan de zijlijn van de filmindustrie stond, heeft blijkbaar geen negatieve impact gehad op Carradines ego. ‘Ik ben even raar als Quentin’, schrijft hij op een bepaald moment. ‘En ik ben ervan overtuigd dat ik net als hij een wezen van een andere planeet ben. Ik heb maar heel weinig menselijke zwaktes.’ Wel, behalve hoogmoed natuurlijk.

Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content