De Guggenheimcollectie is amper te overzien. Wie een wereldreis langs de filialen niet ziet zitten, kan voor een selectie terecht in Bonn.

The Guggenheim Collection

KUNST- UND AUSSTELLUNGSHALLE

FRIEDRICH-EBERT ALLEE 4 IN BONN, TOT 7 JANUARI. WWW.BUNDESKUNSTHALLE.DE

Grote kunstverzamelaars worden dezer dagen op handen gedragen en dat is niet omdat ze zich bescheiden opstellen. Ze kopen wel eens hele vrachten werk van een bepaalde artiest, waardoor ze carrières construeren en bijgevolg het gezicht van de kunstscène bepalen. Soms zien ze het nog groter en stampen ze een eigen museum uit de grond. Vandaag is hun invloed – lees: de band tussen kapitaal en kunst – sterker dan ooit. Iemand die daaraan heeft meegebouwd, was de Amerikaanse industrieel Solomon R. Guggenheim, die zijn verzameling opsloeg in zijn privéappartement in het New Yorkse Plaza Hotel. Eind jaren 20 begon hij verwoed moderne schilderkunst in te slaan. Hij werd bijgestaan door de Duitse Hilla Rebay (voluit barones Hilla Rebay von Ehrenwiesen) en kocht werk van onder meer Klee, Chagall en Kandinsky. Voor de constructie van een museum werd Frank Lloyd Wright in de arm genomen en in ’59 was het beroemde Guggenheim New York een feit. Twintig jaar later werd het Venetiaanse palazzo inclusief de collectie van nicht Peggy aan de Guggenheim Foundation toegevoegd. Thomas Krens, de huidige museumdirecteur, maakte van het Guggenheim een global trademark met nieuwe filialen in Bilbao en Las Vegas en in 2011 moet daar ook Abu Dhabi bij komen.

Volgens de laatste berichten doet die uitbreidingspolitiek de financiële motor sputteren, maar dat maakt er de tentoonstelling in Bonn niet minder degelijk op. The Guggenheim Collection brengt een 200-tal werken, geselecteerd uit de musea in New York, Venetië, Berlijn en Las Vegas, naar de Kunsthalle Bonn in Duitsland. Je vindt er een lading pronkstukken uit de afgelopen eeuw, waaronder Komposition 8 van Kandinsky, Vogel in de Ruimte van Brancusi, het oranje Crucifixion-drieluik van Bacon en Grrrrrrr!!, Lichtensteins dreigende hond. Piekmomenten zijn de rijke, verontrustende maar toch onwaarschijnlijk serene Rode Toren (1913) van de Chirico, en de zijwaarts door te schuifelen Green Light Corridor (1970) van Bruce Nauman. Een must, in de eerste plaats om de hier verzamelde schat aan artistieke ijkpunten, maar ook om de scherpe blik en de geïnspireerde keuze van artiesten en werken.

Els Fiers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content