Nick Cave heeft zich nooit tot één kunstvorm beperkt. Aan zijn muziek, poëzie, stripverhalen en eenakters voegt hij nu met ‘The Proposition’ ook het script voor een western toe. Al blijven zijn stokpaardjes dezelfde.

Je hoeft niet eens zo vertrouwd te zijn met het werk van Nick Cave (49) om te weten welke thema’s nu al bijna 30 jaar zijn universum beheersen. Geweld en passie, liefde en haat, sentiment en cynisme, pikzwarte humor en klassieke romantiek, een fascinatie voor het Oude Testament: het zijn voor Cave onuitputtelijke bronnen van inspiratie. Geen wonder dus dat die thema’s ook allemaal terugkomen in The Proposition, zijn debuut als filmscenarist. Cave schreef de intense western op verzoek van zijn goede vriend John Hillcoat – die hem ook voor het eerst als acteur opvoerde in de bevreemdende gevangenisfabel Ghosts… of the Civil Dead (1988, een film waarvoor Cave ook een credit als scenarist kreeg). Drie weken later had Cave een verhaal klaar over een gezochte crimineel die in de late 19e eeuw voor een verscheurende keuze wordt gesteld: zijn oudere broer verraden, de leider van hun beruchte bende, of zijn jongere broer terechtgesteld zien worden. Rond dat Bijbelse dilemma weefde de inmiddels 49-jarige zanger een even bloederig als intimistisch verhaal dat zijn artistieke loopbaan wel eens een heel nieuwe wending zou kunnen geven. Bij het zien van The Proposition ga je je immers afvragen waarom het na Ghosts… zo lang heeft geduurd voor Cave zich nog eens aan een filmscript waagde.

Nick Cave: Eigenlijk is The Proposition mijn eerste keer. Op de affiche van Ghosts… sta ik alleen maar als scenarist vermeld omdat de producenten dat een goeie commerciële zet vonden. (lachje) Zonder John Hillcoat was het er nu ook niet van gekomen. Ik ben er om puur academische redenen aan begonnen, omdat hij het me vroeg en ik het een interessant idee vond. Ik voel me niet verbonden met één specifieke kunstvorm. Ik doe waar ik zin in heb. Soms slaan die extracurriculaire activiteiten aan, soms niet. Acteren was bijvoorbeeld nooit een groot succes. (grijnst)

Thematisch sluit ‘The Proposition’ nauw aan bij je songs en gedichten.

Cave: Het komt uit dezelfde kop, nietwaar. Ik wou een verhaal vertellen dat enkel personages bevat met wie ik voeling heb. Vooral de zogenaamd slechte figuren moesten meer kanten hebben dan enkel hun kwaadaardigheid. Ik heb heel veel sympathie voor Arthur, de bendeleider die hoog in de bergen woont. Hij is zeer gehecht aan zijn familie en houdt van de natuur en van poëzie. Maar hij heeft ook een donkere en gewelddadige zijde. The Proposition verschilt daarom alleen al van de meeste geweldfilms. Doorgaans zijn de schurken zo slecht dat ze saaie karikaturen worden. Ik vind Het Kwaad sowieso een behoorlijk vervelend onderwerp. Het is een fabeltje dat er goeie en slechte mensen rondlopen op deze aardbol, een Amerikaanse droom die stilaan begint te veranderen in een nachtmerrie die ze de rest van de wereld willen opdringen.

De film doet onvermijdelijk denken aan de westerns van Sam Peckinpah.

Cave: Peckinpah weigerde ook zijn personages simpelweg onder te verdelen in helden en schurken. Hij zette dat Amerikaanse concept volledig op zijn kop. De moraliteit in zijn films is veel dubbelzinniger. Daarom blijf je ook kijken. Hij was ook niet bang om te tonen hoezeer soldaten en gerechtsdienaars vaak genieten van geweld. Het zit in ons allemaal en het trekt ons aan, ook als we aan de juiste kant van de wet staan.

Wat is het idee achter de confronterende foto’s waarmee ‘The Proposition’ begint?

Cave: Dat de werkelijkheid nog veel erger was dan wat we in de film laten zien. De echte wreedheden die de aboriginals werden aangedaan, konden we onmogelijk in beeld brengen. Zelfs als je een duidelijk politiek statement wil maken, kun je het niet maken om die gruwel te tonen.

Maar deze film moet wel het publiek bewust maken van die wreedheden?

Cave: Australiërs zijn het niet gewoon om die kant van onze geschiedenis te zien. The Proposition kan misschien een voet tussen de deur steken en andere filmmakers de moed geven om die historische periode te verkennen. Het zou een nieuw genre binnen de Australische cinema mogen worden, zonder al te pretentieus te willen klinken.

De typisch Australische zwarte humor ontbreekt ook niet. ‘Wij danken U voor wat we mogen ontvangen’, bidt Emily Watson, waarop de deur openzwaait en allerlei gruwelijke dingen gebeuren.

Cave: Dat was eerlijk gezegd niet mijn idee maar dat van Emily. Toen ik de film zag, dacht ik ook ‘What the fuck is that?’ (lacht) Je hebt gelijk dat het typisch Australisch is en ik heb al gemerkt dat niet iedereen die humor snapt. Wij vinden dingen grappig omdat we niet goed weten of ze grappig zijn. In feite is het een manier waarop Australiërs met elkaar communiceren. We zeggen iets en niemand weet of we het ernstig bedoelen, wat op zich humor is. Ik heb jaren in Berlijn gewoond en daar snappen ze dat totaal niet. De reactie die ik daar telkens kreeg, was ‘O, dat was een grap!’. Amerikanen hebben het ook moeilijk met dat soort zelfrelativerende en perverse humor. Het zit trouwens ook in mijn muziek. Ik vind mijn songs fucking funny.

De dialogen in ‘The Proposition’ liggen soms dicht bij je songteksten. Omdat die stijl bij het verhaal past?

Cave: Het feit dat de film zich in het verleden afspeelt, gaf me zeker dat voordeel. De taal mocht een beetje kleurrijker en poëtisch klinken. Ik heb zopas een ander script geschreven dat helemaal hedendaags is en waarin de personages dus ook normaal moeten praten. Dat vond ik heel aangenaam, om de poëzie en ritmes van nu te zoeken. Interessante dialogen schrijven met de taal van vandaag is niet zo eenvoudig als het lijkt.

Bijna niemand praat in de film met een Australisch accent. Het lijkt bijna alsof de Britten en Ieren hun conflict gewoon naar de andere kant van de wereld geëxporteerd hebben.

Cave: Dat is ook precies wat er gebeurd is. De mensen die je in de film ziet, waren nog niet zo lang in Australië. Ons bekende accent begon zich toen pas te ontwikkelen. Sommige taalwetenschappers stellen trouwens dat die tongval zwaar beïnvloed is door de aboriginals. Dat geldt ook voor ons gevoel voor humor.

Samen met Warren Ellis, die soms viool speelt bij The Bad Seeds, heb je ook de soundtrack geschreven. Ga je die songs ook in je optredens verwerken?

Cave: Nee. Soundtracks horen bij films, ik hou de twee liever gescheiden. Filmmuziek schrijven zie ik als een vak apart, al liepen muziek en script hier soms door elkaar. De muziek zat eigenlijk al in mijn hoofd toen ik aan het scenario begon. Ik bevind me in de zeer comfortabele positie dat ik allerlei stijlen en disciplines kan proberen, en ik krijg steeds meer nieuwe voorstellen. Ik zit nu bijvoorbeeld ook alweer met een toneelstuk in mijn hoofd, ook weer een initiatief van iemand anders. Het vleit me dat men mij als zo’n veelzijdige persoon ziet.

Door Ruben Nollet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content