Herbert Asbury, Thunder’s Mouth Press, 400 blz., euro 17

Herbert Asbury is een naam die u wellicht weinig zegt, maar sinds Martin Scorseses epische verfilming van diens Gangs of New York is de ster van deze vergeten auteur rijzende. In het zog van de prent werden de hoogtepunten van zijn oeuvre heruitgegeven bij Thunder’s Mouth – een betere thuishaven kon de van zonde doordrongen auteur zich niet dromen.

Als kind kreeg Asbury een spijkerharde religieuze indoctrinatie van zijn ouders, een predikantenkoppel in de zuidelijke Bible Belt. Tot zijn dood in 1963 zou zijn leven echter een omkering van godsvrucht worden. Ook zijn fictie – over de gewelddadige onderbuik van de Amerikaanse samenleving van de late achttiende tot de vroege twintigste eeuw – staat bol van zonde, misdaad en religieuze hypocrisie. In het documentaire Gangs of New York (1928) giet de auteur deze thema’s in een hyperbolische mix die het onderscheid tussen feit en hallucinatie doet vervagen (het zal u dan ook niet verbazen dat niemand minder dan Jorge Luis Borges, zelf notoir mythemaker en liefhebber van urbaan surrealisme, een voorwoord pende). Het latere Gangs of Chicago speelt zich af tijdens de jaren twintig en dertig, de ‘gouden jaren van de misdaad’ in Chicago, en toont een verrassend realistisch portret van een legendarische onderwereld die wordt bevolkt door maffiabonzen als Jim Colosimo, ‘Terrible’Johnny Torrio en Al Capone. Zelfs San Francisco krijgt een quasi-fictieve, quasi- realistische misdaadgeschiedenis aangemeten: The Barbary Coast (1933) handelt over een verdorven misdaadimperium dat meer dan zeventig jaar geregeerd werd door extravagante goudzoekers, avonturiers en schietgrage desperado’s. Een gelijksoortige geschiedenis van New Orleans (French Quarter) en een deels gefingeerde studie over de geschiedenis van het gokken (Sucker’s Progress) zijn in april te verwachten.

Hoewel Asbury’s proza (om het eufemistisch te zeggen) elk gevoel voor eufemisme mist, is zijn stijl ver- fijnd, elegant en – op zijn eigen kurkdroge manier – onweerstaanbaar grappig. Als historicus is Asbury wellicht geen gestolen stuiver waard, maar als entertainer gooit hij zijn publiek vakkundig van de ene verbazing in de andere. Herbert Asbury: een zondaar om te onthouden.

(Bram Van Moorhem)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content